1 Korintiërs 13:2 Parallelle Verzen [⇓ Zie commentaar ⇓]

Paulus laat zien hoe waardeloos de geestelijke gaven zijn wanneer ze worden geprobeerd zonder liefde voor andere gelovigen. De Korinthiërs hadden deze gaven hoog in het vaandel staan, blijkbaar degenen onder hen met de gaven van tongentaal en profetie verheffend als de meest geestelijke. Paulus heeft verklaard dat dit niet waar is. Alle gaven zijn nodig in de gemeente.
Nu laat hij echter iets anders zien. De gaven zijn zinloos wanneer ze zonder liefde worden beoefend. Meer nog, de liefdeloze persoon die de gave vertoont is “niets”. Hiermee bedoelt Paulus dat de persoon niets tot stand brengt binnen het lichaam van Christus. De gave wordt op dat moment aan hem of haar verspild. aulus zegt dat dit zelfs geldt voor de gave van profetie of profetische krachten, die hij in het vorige hoofdstuk beschreef als een van de hogere gaven (1 Korintiërs 12:28, 31). Hij voegt die gave samen met de gave van kennis en de gave van geloof, en gebruikt hyperbool om een niveau van begaafdheid te beschrijven dat geen enkele christen ooit heeft gehad. Paulus zegt niet noodzakelijkerwijs dat zoiets kan gebeuren, alleen dat zelfs als het zou kunnen, het niets zou veranderen aan de voorrang van godvruchtige, zelfopofferende liefde.
Stelt u zich iemand voor, schrijft Paulus, met de gave van profetie en een volledig begrip van alle verborgenheden van God en een rotsvast geloof dat hem of haar in staat stelt bergen te verzetten. Jezus vertelde zijn discipelen dat zij bergen konden verzetten met de hoeveelheid geloof die in een klein mosterdzaadje past (Mattheüs 17:20). Zelfs deze denkbeeldige persoon die Paulus beschrijft, zonder liefde, is niets. Al deze gaven worden waardeloos wanneer ze worden uitgeoefend zonder zorg, medeleven en empathie voor andere gelovigen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.