In het kleine dorpje Mvezo in Transkei, Zuid-Afrika, werd op 18 juli 1918 een kind geboren met de naam Rolihlahla, wat “aan de tak van een boom trekken” betekent in de Xhosa taal, of meer in de volksmond: “onruststoker.” En Rolihlahla Mandela, die opgroeide tot Nelson Mandela, deed die naam zeker eer aan.
Maar hij was het soort onruststoker dat deze wereld nodig had.
Opgegroeid in hutten en met maïs, sorghum, pompoenen en bonen, was Mandela’s bescheiden jeugd relatief zorgeloos tot de leeftijd van negen jaar, toen zijn vader stierf en hij werd geadopteerd door de waarnemend regent van het Thembu volk, Chief Jongintaba Dalindyebo.
Door zijn nieuwe levensstijl kreeg Mandela, wiens voornaam op een gegeven moment in het Zuid-Afrikaanse Britse schoolsysteem in Nelson werd veranderd, belangstelling voor de Afrikaanse geschiedenis en leerde hij al snel de invloed kennen die de blanken op het Zuid-Afrikaanse volk hadden. Tegen de tijd dat hij in de twintig was, was hij een leider in de anti-apartheidsbeweging en in 1942 sloot hij zich aan bij het Afrikaans Nationaal Congres.
Twee decennia lang bestreed Mandela het racistische beleid en de acties van de Zuid-Afrikaanse regering met geweldloze en vreedzame middelen, zoals tijdens de Defiance Campaign in 1952 en het Congress of the People in 1955.
Maar in 1961 besloot hij dat het tijd was voor een guerrillaoorlog om echt een einde te maken aan de apartheid. Hij was medeoprichter van Umkhonto we Sizwe, ook bekend als MK, een gewapende tak van het ANC. Nadat hij een arbeidersstaking had georganiseerd, werd hij gearresteerd en veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Een nieuw proces in 1963 leidde tot levenslange gevangenisstraf wegens politieke overtredingen.
Terwijl hij 27 jaar in de gevangenis zat, van november 1962 tot februari 1990, kwam Nelson er nog gemotiveerder uit (en met een graad in de rechten die hij had behaald via het correspondentieprogramma van de Universiteit van Londen). Zijn vrijlating gebeurde onder president Frederik Willem de Klerk – die samen met Mandela zorgde voor de eerste democratische verkiezingen in Zuid-Afrika op 27 april 1994, toen Mandela werd verkozen.
De kracht van zijn woorden in zijn toespraken, maar ook in de brieven die hij in de gevangenis schreef, blijft doorklinken, zoals hij nu wordt herdacht op zijn geboortedag 18 juli, die sinds 2009 als Mandela Dag wordt gevierd.
Over democratie: “Het is niet onze diversiteit die ons verdeelt; het is niet onze etniciteit, of religie of cultuur die ons verdeelt. Sinds we onze vrijheid hebben bereikt, kan er onder ons maar één scheidslijn zijn: tussen degenen die de democratie koesteren en degenen die dat niet doen.”
Over erfenis: “Een blind nastreven van goedkope populariteit heeft niets te maken met revolutie.”
Over kracht: “I learned that courage was not the absence of fear, but the triumph over it. I felt fear myself more times that I can remember, but I hid it behind a mask of boldness. De moedige man is niet hij die geen angst voelt, maar hij die de angst overwint.”
Over taal: “It is never my custom to use words lightly. Als zevenentwintig jaar in de gevangenis ons iets hebben gedaan, dan is het wel de stilte van de eenzaamheid gebruiken om ons te doen inzien hoe kostbaar woorden zijn en hoe reëel het spreken is in zijn invloed op de manier waarop mensen leven en sterven.”
Over het aangaan van uitdagingen: “Difficulties break some men but make others. Geen bijl is scherp genoeg om de ziel te doorsnijden van een zondaar die blijft proberen, gewapend met de hoop dat hij zelfs aan het eind zal opstaan.”
Over onderwijs: “Onderwijs is het machtigste wapen dat je kunt gebruiken om de wereld te veranderen.”
Over opvoeding: “Weinig dingen maken het leven van een ouder meer de moeite waard en lief als succesvolle kinderen.”
Over vastberadenheid: “Iedereen kan boven zijn omstandigheden uitstijgen en succes behalen als hij toegewijd is aan en gepassioneerd is over wat hij doet.”
Over vrijheid: “De waarheid is dat we nog niet vrij zijn; we hebben slechts de vrijheid bereikt om vrij te zijn, het recht om niet onderdrukt te worden. We hebben niet de laatste stap van onze reis gezet, maar de eerste stap op een langere en nog moeilijkere weg. Want vrij zijn is niet alleen je ketenen afwerpen, maar ook leven op een manier die de vrijheid van anderen respecteert en bevordert. De ware test van onze toewijding aan de vrijheid is nog maar het begin.”
Over het leven: “Wat telt in het leven is niet het loutere feit dat we geleefd hebben. Het is het verschil dat we hebben gemaakt in het leven van anderen dat de betekenis zal bepalen van het leven dat we leiden.”
Over moraliteit: “Zij die zich gedragen met moraliteit, integriteit en consistentie hoeven de krachten van onmenselijkheid en wreedheid niet te vrezen.”
Over humor: “You sharpen your ideas by reducing yourself to the level of the people you are with and a sense of humor and a complete relaxation, even when you’re discussing serious things, does help to mobilize friends around you. En daar houd ik van.”
Over teruggeven: “Een fundamentele zorg voor anderen in ons individuele en gemeenschapsleven zou een heel eind helpen om van de wereld de betere plek te maken waar we zo hartstochtelijk van dromen.”
Over de dood: “De dood is iets onvermijdelijks. Wanneer een man heeft gedaan wat hij beschouwt als zijn plicht tegenover zijn volk en zijn land, kan hij in vrede rusten. Ik geloof dat ik die inspanning heb geleverd en daarom zal ik voor de eeuwigheid slapen”