Adéliepinguïn

Wetenschappelijke classificatie

Gewone naam Adéliepinguïn Koninkrijk Animalia Phylum Chordata Klasse Aves Orde Sphenisciformes Familie Spheniscidae Geslacht Soort Pygoscelis adeliae

Snelle feiten

Beschrijving Middelgrote pinguïn met klassiek “smoking”-uiterlijk. De Adélie heeft een zwarte kop en krijgt witte oogringen tijdens het broedseizoen. Adéliepinguïns zijn één van de drie soorten “borstelstaart” pinguïns, samen met de kinband- en ezelspinguïns. Grootte 46 tot 61 cm Gewicht 3,6 tot 4,5 kg Dieet Voornamelijk kleine krill Broedtijd 34 dagen; na het uitkomen broeden de ouders nog 22 dagen op de kuikens Geslachtsrijpheid Geen gegevens Levensduur 15 tot 20 jaar Verspreidingsgebied Circumpolair op en rond het Antarctische continent. Een van de slechts twee soorten die beperkt blijven tot Antarctica (de andere soort is de keizer). Habitat Gewoonlijk te vinden binnen de grenzen van het Antarctische pakijs Populatie Wereldwijd: 2.370.000 Status IUCN: Geen gegevens
CITES: Geen gegevens
USFWS: Geen gegevens

Leuke weetjes

Adélies bouwen hun nesten met stenen en staan erom bekend dat ze stenen stelen uit de nesten van rivaliserende broedparen.

Leden van dit geslacht hebben korte, wigvormige staarten, met 14 tot 18 stijve staartveren. Ze staan erom bekend dat ze op hun hak achterover kunnen leunen en zich met hun staartveren op het land kunnen voortbewegen.

Studies met Adélies wijzen uit dat ze de zon gebruiken om van land naar zee te navigeren. Ze passen zich aan aan de veranderende positie van de zon aan de hemel gedurende de dag.

Een kolonie van 5 miljoen Adélies kan dagelijks bijna 8 miljoen kg krill en kleine visjes eten.

Onderzoek heeft aangetoond dat Adéliepinguïns zeer trouw zijn aan hun nestplaats. In één onderzoek bleven de mannetjes 99% van de tijd trouw aan het territorium van het voorgaande jaar.

Voor meer informatie over pinguïns, kijk in het Pinguïn InfoBook.

Ecologie en instandhouding

Alle 18 soorten pinguïns zijn wettelijk beschermd tegen de jacht en het rapen van eieren. Het Antarctisch Verdrag van 1959 maakt het illegaal om een pinguïn of zijn eieren kwaad te doen, of op welke manier dan ook te verstoren. Elk pinguïn specimen dat verzameld wordt met een vergunning moet goedgekeurd worden door en gerapporteerd worden aan het Wetenschappelijk Comité voor Antarctisch Onderzoek (SCAR).

Bibliografie

Pinguïns – Derde Editie. SeaWorld Education Department, 1996.

Coats, Judith. Pinguïns: Vluchtloze vogels van het zuidelijk halfrond. SeaWorld Afdeling Educatie, 2001.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.