Application software
In de jaren negentig bleven Adobe’s inkomsten uit PostScript-licenties stijgen, net als de verkoop van PostScript-lettertypen; eind 1998 omvatte de Adobe Type Library meer dan 2.500 lettertypen. Een steeds groter deel van de inkomsten van het bedrijf kwam echter uit de verkoop van toepassingssoftware, aanvankelijk voor het Macintosh-platform, maar later ook voor de UNIX- en Windows-besturingssystemen. De eerste toepassing van dit type, die in 1987 werd geïntroduceerd, was Adobe Illustrator, een op PostScript gebaseerd tekenpakket voor kunstenaars, ontwerpers en technische illustratoren. Adobe Photoshop, een toepassing voor het retoucheren van gedigitaliseerde fotografische beelden, volgde drie jaar later en werd al snel Adobe’s meest succesvolle programma. Het was een van de eerste commerciële applicaties met een interface die externe ontwikkelaars in staat stelde om nieuwe functies beschikbaar te maken door middel van plug-ins binnen het hoofdprogramma; tientallen ontwikkelaars maakten gebruik van deze “open architectuur,” en hielp Photoshop’s dominantie binnen zijn categorie te verstevigen.
In de daaropvolgende jaren voegde Adobe vele andere applicaties toe, voornamelijk door een reeks overnames. In 1991 bracht het Adobe Premiere uit, een programma voor het bewerken van video en multimedia producties. In 1994 verwierf het bedrijf Aldus en zijn PageMaker software. Het jaar daarop kocht Adobe Frame Technology Corporation, ontwikkelaar van FrameMaker, een programma voor de productie van technische handleidingen en boek-lengte documenten. Ook kocht het bedrijf Ceneca Communications, Inc., de maker van PageMill, een programma voor het maken van World Wide Web-pagina’s, en SiteMill, een hulpprogramma voor het beheer van websites. In 1996 bracht Adobe zijn eerste titel uit, gericht op consumenten, een vereenvoudigd fotobewerkingsprogramma genaamd PhotoDeluxe.
Een ander belangrijk initiatief van het bedrijf in de jaren negentig – de Adobe Acrobat productfamilie – was bedoeld om een standaardformaat te bieden voor de elektronische distributie van documenten. Als een document eenmaal was geconverteerd naar het draagbare documentformaat (PDF) van Acrobat, ongeacht de oorsprong ervan, konden gebruikers van elk belangrijk computerbesturingssysteem het lezen en afdrukken, met opmaak, typografie en afbeeldingen die vrijwel intact waren, via de Acrobat Reader, een toepassing die het bedrijf gratis aanbood. Met de komst van internet en de behoefte aan compacte bestandsoverdracht werd de markt echter uitgehold door een concurrerende indeling, HyperText Markup Language (HTML). In 1998 werd PDF de nieuwe afbeeldingsindeling voor het Macintosh-besturingssysteem.
In 1997 kwam bijna 80 procent van de totale inkomsten van Adobe uit de verkoop van programma’s, en dat jaar was het voor het eerst dat de inkomsten uit Windows-producten hoger waren dan die uit Macintosh-producten. In 2005 verwierf Adobe Macromedia, Inc. Naast Macromedia FreeHand (een belangrijke concurrent van Illustrator), Dreamweaver (software voor webauteurs) en Director (software voor het produceren van cd-roms), kreeg Adobe er twee innovatieve programma’s bij, Shockwave en Flash, voor het produceren en verspreiden van animaties en interactieve media via het internet voor weergave in webbrowsers. In 2008 werd Adobe Media Player geïntroduceerd als concurrent voor Apple’s iTunes, Windows Media Player en RealPlayer van RealNetworks, Inc. Naast het afspelen van audio- en videobestanden in verschillende formaten op pc’s, werd Adobe Media Player door verschillende televisienetwerken overgenomen voor het uitzenden van televisieshows via het internet in het zeer compacte Flash-formaat.
Henry R. Norr