Anatomie van de onderrug

Uw onderrug is een knap staaltje techniek: sterk, gewichtdragend en stevig, maar toch zeer flexibel met een bewegingsbereik in alle richtingen.

De lumbale regio van de wervelkolom, beter bekend als de onderrug, bevindt zich tussen de thoracale, of borst, regio van de wervelkolom, en het heiligbeen. Bekijk: Lumbar Spine Anatomy Video

Inzicht in de anatomie van uw lage ruggengraat kan u helpen effectiever te communiceren met de medische professionals die uw lage rugpijn behandelen.

Hier vindt u een beschrijving van nuttige anatomische herkenningspunten.

De lordotische kromming

Uw onderrug (lumbale wervelkolom) is het anatomische gebied tussen uw onderste rib en het bovenste deel van de bil.1 Uw wervelkolom in dit gebied heeft een natuurlijke kromming naar binnen. Deze kromming, lordose genoemd, helpt:

• Het gewicht van uw hoofd boven op uw wervelkolom te verdelen
• Gewichten van uw bovenlichaam naar de onderste extremiteiten te verdelen
• De concentratie van spanningen in de onderste wervelkolom te verminderen

Een probleem in uw onderrug kan een toename of afname van deze lordose veroorzaken en kan bijdragen aan pijn in de onderrug.2

Zie Anatomie van de lendenwervelkolom en pijn

Botten, schijven en gewrichten in uw onderrug

Uw onderrug bevat 5 boven elkaar gestapelde wervelbeenderen met daartussen tussenwervelschijven. Deze botten zijn aan de achterkant met elkaar verbonden door gespecialiseerde gewrichten. De lendenwervelkolom staat in verbinding met de borstwervelkolom boven en de heupen onder.

De afzonderlijke anatomische structuren omvatten2:

• Wervels. De lendenwervels, L1 tot L5, worden steeds groter, waardoor ze het gewicht van het lichaam beter kunnen dragen. Uw wervels beschermen belangrijke zenuwweefsels, zoals uw ruggenmerg en de cauda equina.

  Zie Wervels in de wervelkolom

• Schijven. Tussen uw wervellichamen bevinden zich in totaal 5 tussenwervelschijven. De tussenwervelschijven hebben een dempende en schokabsorberende functie om uw wervels te beschermen tijdens de bewegingen van de wervelkolom.

  Zie wervelschijven

• Facetgewrichten. Uw wervels zijn aan de achterkant van de wervelkolom verbonden met gepaarde facetgewrichten. Deze gewrichten zorgen voor stabiliteit en stellen uw wervelkolom in staat in verschillende richtingen te bewegen. De gewrichtsoppervlakken zijn bekleed met kraakbeen voor soepele bewegingen.
  • De facetten van de bovenste lendenwervels zijn vergelijkbaar met de facetgewrichten van de borstwervels en maken meer heen-en-weerbewegingen van de wervelkolom mogelijk.
  • De facetten van de onderste lendenwervelkolom zijn flexibeler en maken zijwaartse bewegingen mogelijk.

Zie Facetgewrichtsaandoeningen en rugpijn

Grote spieren en een ingewikkeld netwerk van ligamenten in uw onderrug dienen om uw wervelkolom te stabiliseren en uw draaiende en buigende bewegingen aan te drijven.

Zie rugspieren en lage rugpijn

Zenuwen in uw onderrug

Vijf paar lumbale ruggenmergzenuwen, L1 tot L5, takken af van uw ruggenmerg en komen naar buiten door kleine gaatjes tussen de wervels. Het deel van de zenuw dat uit de wervelkolom komt, wordt de zenuwwortel genoemd.

Uw lumbale ruggenmergzenuwen lopen langs elk been en worden gevormd door 2 soorten vezels – sensorische vezels die berichten naar de hersenen sturen (wanneer u pijn voelt na het stoten van uw knie of teen) en motorische vezels die berichten van de hersenen ontvangen (wanneer u uw been moet optillen om uit een auto of in een bus te stappen).

Uw lumbale zenuwen nemen geleidelijk in omvang toe en dragen bij aan de volgende functies4:

• L1 ruggenmergzenuw geeft gevoel aan uw lies en genitale regio’s en kan bijdragen aan de beweging van uw heupspieren.
• De ruggenmergzenuwen L2, L3 en L4 geven gevoel aan de voorkant van uw dijbeen en langs de binnenkant van uw onderbeen. Deze zenuwen controleren ook de bewegingen van uw heup- en kniespieren.
• L5 ruggenmergzenuw geeft gevoel aan de buitenkant van uw onderbeen, het bovenste deel van uw voet, en de web-ruimte tussen uw eerste en tweede tenen. Uw L5-zenuw regelt ook uw heup-, knie-, voet- en teenbewegingen.

De L4- en L5-zenuwen (samen met andere zenuwen) dragen bij aan de vorming van de grootste zenuw in uw lichaam, de heupzenuw, die vanuit uw achterste bekken naar beneden loopt, naar de achterkant van uw been, en eindigt in uw voet.5,6

Het ruggenmerg en de cauda in uw onderrug

Uw ruggenmerg ontspringt in uw hersenen, loopt door uw wervelkolom en eindigt in het bovenste deel van uw onderrug. Dit eindpunt wordt de conus medullaris genoemd,7 van waaruit de ruggenmergzenuwen naar beneden lopen. Deze aflopende ruggenmergzenuwen lijken op de staart van een paard en worden de cauda equina genoemd.8

Zie ruggenmerg en ruggenmergzenuwwortels

Uw ruggenmerg, conus medullaris, en cauda equina zijn vitale weefsels en als ze worden samengedrukt of beschadigd, moet onmiddellijk medische hulp worden ingeroepen.

Zie het Cauda Equina Syndroom

Een basiskennis van de anatomie van uw onderrug kan u helpen bij het identificeren en onderscheiden van een probleem dat vaak in dit gebied voorkomt, zoals plaatselijke spierpijn of ischias. Kennis van de structuren in uw lendenwervelkolom kan u ook helpen om met uw arts te communiceren over lage rugklachten.

Meer informatie:

Oorzaken van lage rugpijn

Vroege behandelingen voor lage rugpijn