Botanical Name | Pinus Nigra |
Common Name | Austrian pine, European black pine, black pine |
Plant Type | Needled evergreen tree |
Mature Size | 40 to 60 feet; 20- to 40-foot spread |
Sun Exposure | Full sun |
Soil Type | Moist, well-drained soil |
Soil pH | 4.0 to 7.0 (but tolerates a mildly alkaline soil) |
Bloom Time | Indistinct flowers appear in spring |
Flower Color | Yellowish-green flowers are inconspicuous |
Hardiness Zones | 4 to 7 (USDA) |
Native Area | Central and southern Europe |
How to Grow Austrian Pine
Austrian pine has the same cultural needs as most other pine species. It will do well in a sunny location with rich, well-draining soil. Container-grown or ball-and-burlap trees should be planted in a large, carefully prepared hole and backfilled with soil that is amended with peat or another acidifying organic material.
Be aware that this pine has some serious drawbacks for many regions of the country. Het is zeer gevoelig voor de tip blight schimmel Sphaeropsis (Diplodia) – zozeer zelfs dat het planten van deze boom sterk wordt afgeraden in vele delen van de VS. Zelfs als je dit ernstige probleem kunt vermijden, is de Oostenrijkse den vatbaar voor een verscheidenheid van andere ziekte en plaag problemen. Voordat u een Oostenrijkse den plant, raadpleeg uw lokale University Extension Service om te weten te komen hoe goed hij groeit in uw regio.
Licht
Deze boom groeit het beste op een locatie die de volle zon krijgt, maar hij kan ook een halfschaduw plantplaats verdragen, mits hij dagelijks ten minste 4 uur zon krijgt.
Bodem
De Oostenrijkse den is in staat om te groeien in veel verschillende soorten grond, vooral degenen die kunnen worden beschouwd als moeilijk, zoals klei of zand. Hij gedijt echter het best in diepe, vochtige grond die goed draineert. Hij verdraagt alkalische grond beter dan de meeste dennen.
Water
Water nieuwe bomen regelmatig gedurende het eerste jaar en tijdens droge perioden gedurende de eerste drie jaar. Eenmaal gevestigd zijn Oostenrijkse dennen redelijk droogtetolerant.
Temperatuur en vochtigheid
Deze boom is zeer geschikt voor de USDA-zones 4 tot 7, winterhard tot min 25 graden Fahrenheit. Dit is een soort die de voorkeur geeft aan een koel tot koud gematigd klimaat; in warmere, vochtigere klimaten zal hij vatbaarder zijn voor meer ziekte- en plaagproblemen.
Bemesting
Voeding is niet nodig voor deze boom. Een laag mulch van 2 tot 3 cm onder het bladerdak zorgt voor langzaam vrijkomende voedingsstoffen en houdt de grond vochtig en koel.
Snoeien Oostenrijkse den
Er hoeft maar weinig gesnoeid te worden, behalve het verwijderen van dode of zieke takken. De takken hebben echter de neiging te gaan hangen naarmate de boom ouder wordt, dus kan het nodig zijn wat te snoeien om het bladerdak te verhogen waar de takken over trottoirs, opritten of andere woonruimten hangen. Laat in de winter of vroeg in het voorjaar is de beste tijd om deze snoei uit te voeren, omdat de boom dan minder vatbaar is voor invasies van insecten of schimmels.
Oostenrijkse den
Oostenrijkse den wordt vermeerderd door zaden die zich in de kegels bevinden. De zaden ontkiemen echter niet snel en ontwikkelen zich niet snel tot jonge boompjes, zodat deze boom gewoonlijk wordt geplant op basis van gekochte exemplaren die in bakken of kluiten zijn gekweekt.
Toepassingen in het landschap
Pinus nigra is populair als solitairboom en voor windschermen. Zijn spreidend bladerdak maakt het ook een van de betere schaduwbomen onder de dennen.
Veel voorkomende plagen/ziekten
De Oostenrijkse den valt ten prooi aan veel schimmelziekten, zoals lophodermium needle cast, diplodia (sphaeropsis) tip blight, evenals diverse en houtrot en rot.
Insectenplagen zijn onder andere de Europese dennenzaagwesp, snuitkevers, en Zimmerman dennenmot. De boom wordt ook vaak beschadigd door geelbuik spintzuigers die zich voeden met de vele insecten die hem aantasten.
De vele problemen met de Oostenrijkse den zijn zo uitgesproken dat het gebruik van de boom in veel regio’s wordt ontmoedigd.
Oostenrijkse den vs. Napoleondenboom
De belangrijkste aantrekkingskracht van de Oostenrijkse den is zijn goede prestaties in stedelijke omstandigheden en op probleemgrond. Helaas maakt zijn toegenomen gevoeligheid voor schimmelproblemen en insectenplagen het nu een slechte keuze in veel regio’s. Als u een Oostenrijkse den kwijt bent of op zoek bent naar een alternatief, overweeg dan de aanplant van een kantspar (Pinus bungeana).
Een Napoleondenboom is winterhard in zone 3 tot 8 en groeit vrij langzaam tot een maximale hoogte van ongeveer 50 meter. Hij heeft een aantrekkelijke exfoliërende schors die lijkt op die van een plataan. Net als de Oostenrijkse den doet hij het heel goed in stedelijke omstandigheden, maar in tegenstelling tot de Oostenrijkse den heeft hij weinig ernstige ziekten of insectenproblemen. But be aware that the branches of lacebark pine can be a little brittle in regions that see heavy snow and ice.