By understanding the Romantic poets, John Keats among them, can we find meaning to understand and thrive with the modern world?
Through the arts is how humans understand beauty. Science also gives us beauty, when it is pure, elegant, symmetrical and even confounding. Being entranced by a complex mathematical theory, is after all, one path toward truth. Puzzles, capturing the human mind which is itself a complex and confounding miracle of nature, are attractive to our species.
Comprehending this, John Keats wrote in An Ode On A Grecian Urn, “Beauty is truth, truth beauty.” Maar door de urn een stem te geven, realiseert Keats zich ook dat het vergankelijke aspect van de werkelijke natuur is bevroren in de kunst. De urn toont een jong stel, dat in deze levende weergave van een oud heidens feest voor altijd jong zal blijven, voor altijd verliefd, voor altijd vertegenwoordigd. De rust en de stilte van de figuren, gevangen in het vitale seizoen van een bloeiende lente, ervaren de dood niet. De urn vertegenwoordigt zowel de poëzie als de vaas die mooi zijn. Toch is het alleen een menselijk hart dat deze waarheid kan voelen. De waarheid die door de urn wordt uitgesproken, geeft de betekenis van zulke schoonheid weer. Zij zal voortduren tot de natuur het materiaal – de urn en zijn verhaal – waarin zij zich bevinden, terugneemt. Het gedicht zelf overleeft Keats, hij begrijpt dat de mensheid de mogelijkheid heeft om door de tijd heen te communiceren en te converseren met kunst die een vorm van onsterfelijkheid deelt.
Kunnen we de schoonheid van de natuur begrijpen? Kunnen we het vastleggen? Vandaag de dag nemen we zelden de tijd om zelfs maar over een boom buiten ons huis na te denken. We maken wel voorstellingen van natuurlijke schoonheid, maar al te vaak nemen we niet op een diepgaande, betekenisvolle manier deel aan het behoud van de natuur.
Diep in de moderne menselijke psyche zit de angst dat we onze eigen verbondenheid met de natuur hebben vernietigd. Misschien was zelfs Keats hierdoor verontrust. Hij wist dat hij waarschijnlijk jong zou sterven aan tuberculose, maar hij wist ook dat kunst voor mensen van cruciaal belang was om de waarheid van hun mens-zijn te omarmen. Het begrijpen van leven en dood kent een soort ‘eigendom’ toe aan het concept van schoonheid, dat uniek is voor de mens. Maar schoonheid leert ons ook een morele les: Als we niet alle intelligentie en elegantie van de natuur delen, verliezen we.
Keats gebruikte het medium poëzie om schoonheid te vangen en vast te houden. Wordsworth, Shelley en Coleridge zagen de natuur als vol seizoenen, bomen, bloemen, oceanen en leven, maar tragisch gescheiden van de menselijke ervaring, omdat we gevangen zitten in een soort wedstrijd om de natuur te veroveren. Geen enkel gedicht vat deze gedachte beter samen dan het gedicht van Coleridge, The Rime of the Ancient Mariner. De matroos die met een kruisboog op een albatros heeft geschoten, is vervloekt om zijn verhaal te vertellen aan elke derde persoon die hij ontmoet. Wat hij uit zijn schrijnende ervaring van schipbreuk en dood haalt, is dat “Hij het beste bidt, die alle grote en kleine dingen het beste liefheeft, want de lieve God die ons liefheeft, heeft alles gemaakt en liefgehad.” In deze regel is het gemakkelijk genoeg om de schepper te begrijpen als de schepping zelf, ondergedompeld in ontzagwekkende macht, en de verschrikkelijke schoonheid van die macht.
Onze relatie tot de natuur is waar.
Voor de moderne lezer is het de waarheid van onze vernietiging van koraalriffen, plastic afval dat door het zeeleven wordt opgenomen, vervuiling en overbevolking, en de overbevissing en het uitsterven van zoveel soorten, die ons eraan herinnert dat de waarheid van ons leven met de natuur niet altijd mooi is. Maar het is waar. En onze relatie met de natuur moet de waarheid onder ogen zien, want alleen daarin kunnen we de lessen van de waarheid leren – leven en dood – waarmee we elkaar, en de wereld zoals wij die veranderen, tegemoet kunnen treden.
Schoonheid is echter maar één aspect van de natuur. Natuurlijk weten we ook dat de natuur werkt en samenwerkt in systemen van netwerken van voedselwebben, hydrologische cycli, temperatuur, zwaartekracht, en nog veel meer. De wetenschappen, en ons menselijk vermogen tot techniek en technologie, profiteren ten volle van dit soort schoonheid. We zien de schoonheid van de natuur en worden aangetrokken door haar aantrekkingskracht, maar in onze beperkte menselijkheid zien we niet altijd de waarheid onder ogen dat we bij de natuur horen. Het is onze voortdurende zoektocht om de natuur te begrijpen en ermee samen te werken die voortreffelijk is.
Mijn opvatting van de Romantische dichters, en van de vele bewonderaars van wetenschap en onderzoek vandaag de dag, is dat we dagelijks naar de natuur moeten kijken. We moeten de fascinerende realiteit zien van hoe systemen met elkaar verweven zijn. We moeten ons vernederen voor datgene wat we willen veroveren. We moeten leren ontzag te hebben, maar ook tijd vinden voor stille contemplatie. We moeten de ware wijsheid van de natuur bestuderen en ontsluiten. We moeten leren dat schoonheid waarheid is, waarheid schoonheid, en dat ook wij behoren tot de ‘grote en kleine dingen’ die onze schaduwen werpen op een blauwe stip in de ruimte die ons enige, zeer mooie thuis is.