Verschillende mierensoorten hebben een bijzondere symbiotische relatie met bladluizen: ze houden ze in stand! Bladluizen voeden zich voornamelijk met plantensap en scheiden een vloeistof af die honingdauw wordt genoemd. Deze afscheiding is zeer rijk aan suiker, en zeer geliefd bij mieren als voedselbron. Als gevolg daarvan hebben deze insecten een systeem uitgewerkt waarbij de mieren de bladluizen naar de sappigste delen van planten drijven, hen beschermen tegen roofdieren en hen ’s nachts en voor de winter naar hun nesten brengen. In ruil daarvoor mogen ze de bladluizen “melken”: ze aaien de bladluizen met hun voelsprieten en verleiden ze tot het afscheiden van honingdauw, die vervolgens door de mier wordt opgeslokt. Bij elke mierensoort specialiseren de werksters zich in verschillende rollen, zoals verzorgen of foerageren, om aan de behoeften van de kolonie te voldoen – bij boerenmieren specialiseren sommige werksters zich alleen in het hoeden en verzorgen van de bladluizen! Er zijn zelfs aanwijzingen dat mieren een soort weiden bouwen, om hun bijeengedreven bladluizen binnen te houden. Als de kolonie een nestplaats verlaat om op een nieuwe locatie een ander nest te vormen, nemen ze een bladluizen-ei mee, om een nieuwe kudde te stichten en hun hulpbronnen te onderhouden.
Als u zich afvraagt waarom er zoveel ophef over honingdauw is, moet u weten dat in veel gebieden in de wereld, met name in het Zwarte Woud in Duitsland, bijenkolonies honing verzamelen en maken van honingdauw, wat resulteert in een sterker smakend, donkerder product. Mieren zijn zeker ’s werelds oudste, en kleinste, boeren.
Klik hier om wat beelden van dit proces te bekijken.
@AdaMcVean