Cochrane

In deze derde update hebben we 15 nieuwe gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) en drie nieuwe economische studies toegevoegd, wat resulteert in een totaal van 44 RCT’s (7447 geïncludeerde deelnemers) en vijf economische studies. De studies evalueerden NPWT in de context van een breed scala aan ingrepen, waaronder orthopedische, obstetrische, vasculaire en algemene procedures. In economische studies werd NPWT beoordeeld in orthopedische, obstetrische en algemene chirurgische settings. Alle studies vergeleken NPWT met standaardverbanden. De meeste studies hadden een onduidelijk of hoog risico op bias voor ten minste één sleuteldomein.

Primaire uitkomsten

Vier studies (2107 deelnemers) rapporteerden mortaliteit. Er is bewijs met lage zekerheid (tweemaal afgewaardeerd vanwege imprecisie) dat geen duidelijk verschil aantoont in het risico op overlijden na een operatie voor mensen die werden behandeld met NPWT (2,3%) in vergelijking met standaardverbanden (2,7%) (risicoratio (RR) 0,86; 95% betrouwbaarheidsinterval (CI) 0,50 tot 1,47; I2 = 0%). Negenendertig studies rapporteerden SSI; 31 hiervan (6204 deelnemers), werden geïncludeerd in de meta-analyse. Er is matig zekerheidsbewijs (één keer afgewaardeerd vanwege risico op bias) dat NPWT waarschijnlijk leidt tot minder SSI (8,8% van de deelnemers) dan behandeling met standaardverbanden (13,0% van de deelnemers) na chirurgie; RR 0,66 (95% CI 0,55 tot 0,80 ; I2 = 23%). Achttien studies rapporteerden dehiscentie; 14 hiervan (3809 deelnemers) werden geïncludeerd in de meta-analyse. Er is bewijs met lage zekerheid (eenmaal gedeclasseerd wegens risico op bias en eenmaal wegens onnauwkeurigheid) dat geen duidelijk verschil aantoont in het risico op dehiscentie na chirurgie voor NPWT (5,3% van de deelnemers) vergeleken met standaardverbanden (6.2% van de deelnemers) (RR 0,88, 95% CI 0,69 tot 1,13; I2 = 0%).

Tweede uitkomsten

Er is bewijs met lage zekerheid dat geen duidelijk verschil aantoont tussen NPWT en standaardbehandeling voor de uitkomsten heroperatie en incidentie van seroom. Voor heroperatie was het RR 1,04 (95% CI 0,78 tot 1,41; I2 = 13%; 12 trials; 3523 deelnemers); voor seroom was het RR 0,72 (95% CI 0,50 tot 1,05; I2 = 0%; zeven trials; 729 deelnemers). Het effect van NPWT op het optreden van hematoom of huidblaren is onzeker (bewijs met zeer lage zekerheid); voor hematoom was het RR 0,67 (95% CI 0,28 tot 1,59; I2 = 0%; negen trials; 1202 deelnemers) en voor blaren was het RR 2,64 (95% CI 0,65 tot 10,68; I2 = 69%; zeven trials; 796 deelnemers). Het algehele effect van NPWT op pijn is onzeker (bewijs met zeer lage zekerheid uit zeven trials (2218 deelnemers) die uiteenlopende maten van pijn rapporteerden); maar bewijs met matige zekerheid suggereert dat er waarschijnlijk weinig verschil is tussen de groepen wat betreft pijn na drie of zes maanden na chirurgie voor een fractuur van een onderste ledemaat (één trial, 1549 deelnemers). Er is ook matig-zekerheidsbewijs voor vrouwen die een keizersnede ondergaan (één trial, 876 deelnemers) en mensen die geopereerd worden aan een fractuur van een onderste ledemaat (één trial, 1549 deelnemers) dat er waarschijnlijk weinig verschil is in de scores voor kwaliteit van leven na respectievelijk 30 dagen of 3 of 6 maanden.

Kosteneffectiviteit

Vijf economische studies, geheel of gedeeltelijk gebaseerd op trials die in onze review zijn opgenomen, beoordeelden de kosteneffectiviteit van NPWT in vergelijking met standaardzorg. Zij onderzochten NPWT bij vier indicaties: keizersneden bij zwaarlijvige vrouwen; chirurgie voor een breuk in de onderste ledematen; knie-/heupartroplastiek en coronaire bypassoperatie. Zij berekenden de voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren voor de behandelingsgroepen en maakten schattingen van de relatieve kosteneffectiviteit van de behandelingen. De kwaliteit van de rapportage was goed, maar de kwaliteit van het bewijs varieerde van matig tot zeer laag. Er is bewijs met matige zekerheid dat NPWT bij chirurgische ingrepen voor fracturen van de onderste ledematen niet kosteneffectief was bij enige drempelwaarde van bereidheid tot betalen en dat NPWT waarschijnlijk kosteneffectief is bij obese vrouwen die een keizersnede ondergaan. Andere studies vonden bewijs met lage of zeer lage zekerheid dat NPWT kosteneffectief kan zijn voor de beoordeelde indicaties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.