Drake vergelijking, ook wel Groene Bank vergelijking genoemd, vergelijking die beweert het aantal N van technisch geavanceerde beschavingen in het Melkwegstelsel als functie van andere astronomische, biologische, en psychologische factoren te geven. De vergelijking is grotendeels geformuleerd door de Amerikaanse astrofysicus Frank Drake en werd voor het eerst besproken in 1961 op een conferentie over het “zoeken naar buitenaardse intelligentie” (SETI), die werd gehouden in het National Radio Astronomy Observatory in Green Bank, W.Va. De vergelijking luidtN = R*fpneflfifcL.
De factor R* is de gemiddelde stervormingssnelheid in het Melkwegstelsel; fp de fractie van sterren met planetenstelsels; ne het aantal planeten in dergelijke stelsels dat ecologisch geschikt is voor de oorsprong van leven; fl de fractie van dergelijke planeten waarop zich daadwerkelijk leven ontwikkelt; fi de fractie van zulke planeten waarop het leven evolueert tot een intelligente vorm; fc de fractie van zulke werelden waarop de intelligente levensvorm geavanceerde technologie uitvindt die ten minste interstellaire radiocommunicatie mogelijk maakt; en L, de gemiddelde levensduur van zulke geavanceerde beschavingen. Deze getallen zijn slecht bekend, en de onzekerheid neemt geleidelijk toe met elke factor aan de rechterkant van de vergelijking. Veel geciteerde maar op zijn best vaag bekende waarden voor deze factoren zijn: R* = 10/jr, fp = 0.5, ne = 2, fl = 1, fi fc = 0.01, en dus N = L/10. Als beschavingen zichzelf vernietigen binnen tien jaar na het bereiken van radioastronomie, wat wordt gezien als een teken van een geavanceerde beschaving, dan is N = l, en zijn er geen andere intelligente levensvormen in het Melkwegstelsel waarmee aardse onderzoekers kunnen communiceren. Als daarentegen wordt aangenomen dat één procent van de beschavingen leert leven met de technologie van massavernietiging en zichzelf, dan is N = 1.000.000, en de dichtstbijzijnde geavanceerde beschaving zou gemiddeld een paar honderd lichtjaren weg zijn.