Dysdiadochokinesie

Afwijkingen bij diadochokinesie kunnen worden waargenomen in de bovenste extremiteit, de onderste extremiteit en in de spraak. De tekortkomingen worden zichtbaar in de snelheid van de wisseling, de volledigheid van de sequentie, en in de variatie in amplitude, waarbij zowel de motorische coördinatie als de sequentie betrokken zijn. De gemiddelde snelheid kan worden gebruikt als maat voor de prestaties bij het testen op dysdiadochokinesie.

Dysdiadochokinesie wordt klinisch aangetoond door de patiënt te vragen met de vingers van de ene hand tegen de palm van de andere hand te tikken, vervolgens de vingers snel om te draaien en met de achterkant van de vingers tegen de palm te tikken, herhaaldelijk. Deze beweging staat bekend als een pronatie/supinatie test van de bovenste extremiteit. Een eenvoudiger methode waarbij hetzelfde concept wordt gebruikt, is de patiënt te vragen de beweging te demonstreren van het proberen van een deurknop of het indraaien van een gloeilamp. Wanneer u op deze aandoening in de benen test, vraagt u de patiënt om zo snel mogelijk met de bal van elke voet om beurten tegen uw hand te tikken. De bewegingen zijn vaak traag of onhandig. De voeten doen het gewoonlijk minder goed dan de handen. Bij het testen op dysdiadochokinesie bij spraak wordt de patiënt gevraagd lettergrepen als /pə/, /tə/, en /kə/ te herhalen; variatie, overmatige luidheid, en onregelmatige articulaire uitsplitsing zijn tekenen van dysdiadochokinesie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.