Ecofeminisme

Radicaal ecofeminisme en cultureel ecofeminisme

Tijdens de ontwikkeling van het ecofeminisme vond de eerste van verschillende splinterpartijen plaats. Tegen het einde van de jaren 1980 begon het ecofeminisme zich te vertakken in twee verschillende stromingen: het radicale ecofeminisme en het culturele ecofeminisme. Radicale ecofeministen beweren dat de dominante patriarchale maatschappij natuur en vrouwen gelijkstelt om beide te degraderen. Daarom bouwt het radicale ecofeminisme voort op de stelling van vroege ecofeministen dat men de patriarchale overheersing moet bestuderen met het oog op het beëindigen van de associatie tussen vrouwen en natuur. Van bijzonder belang voor deze theoretici is de manier waarop zowel vrouwen als de natuur worden geassocieerd met negatieve of verhandelbare eigenschappen, terwijl mannen worden gezien als in staat om orde te scheppen. Deze verdeling van eigenschappen werkt de uitbuiting van vrouwen en de natuur ten behoeve van goedkope arbeid en hulpbronnen in de hand.

Culturele ecofeministen daarentegen stimuleren een associatie tussen vrouwen en het milieu. Zij stellen dat vrouwen een intiemere relatie met de natuur hebben vanwege hun genderrollen (bv. voedster van het gezin en leverancier van voedsel) en hun biologie (bv. menstruatie, zwangerschap en borstvoeding). Culturele ecofeministen menen dan ook dat dergelijke associaties vrouwen in staat stellen gevoeliger te zijn voor de heiligheid en de aantasting van het milieu. Zij stellen dat deze gevoeligheid door de samenleving zou moeten worden gewaardeerd, omdat zij een directere band schept met de natuurlijke wereld waarmee de mens moet samenleven. Cultureel ecofeminisme heeft ook wortels in op de natuur gebaseerde religies en godinnen- en natuurverering als een manier om zowel de spiritualiteit van de natuur als de instrumentele rol van vrouwen in die spiritualiteit te verlossen.

Niet alle feministen waren voorstander van de tweedeling van het ecofeminisme. Sommige vrouwen, bijvoorbeeld, waren bang dat cultureel ecofeminisme alleen maar genderstereotypen versterkt en tot verdere uitbuiting zou kunnen leiden. Anderen wilden een grotere nadruk op op de natuur gebaseerde religie, terwijl weer anderen erop aandrongen dat een viering van de Westerse georganiseerde religies plaats zou kunnen bieden aan op de natuur gebaseerde verering. Diezelfde groepen verschilden ook van mening over de romantisering van de natuur en de rol die verschillende praktijken (zoals vegetarisme of biologische landbouw) zouden moeten spelen bij de toepassing van ecofeministische principes. Als gevolg daarvan is de beweging blijven groeien en uitbreiden om aan deze variaties tegemoet te komen, en de meeste zelfbenoemde ecofeministen vieren de talloze definities en toepassingen die beschikbaar zijn onder de algemene noemer van het ecofeminisme.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.