Ze verwijlt in de mogelijkheid. Ze verwijlt, ze peinst niet, ze droomt niet, ze denkt niet, wenst niet, verlangt niet. In plaats daarvan verwijlt ze in de Mogelijkheid. Het woord dwell heeft een licht negatieve connotatie. Let wel – het gebruik van twee woorden met een tegengestelde connotatie samen wordt door Dickinson in dit hele gedicht gedaan.
De dichteres verwijlt over dingen die mogelijk zijn. We weten dat Dickinson een kluizenaar was. Dus in haar stilstaan kan een lichte hint zitten van haar ergernis met de wereld zoals die is, haar teleurstelling daarin, het feit dat ze deel uitmaakt van een wereld die haar dwingt stil te staan bij de mogelijkheid van betere dingen als een middel om te ontsnappen, in plaats van een wereld die haar aanmoedigt om van die mogelijkheden te dromen.
Ik verwijl in Mogelijkheden –
Een eerlijker Huis dan Proza –
Meer Vensters –
Superieur – voor Deuren –
In haar verbeelding, in haar verwijlen over de mogelijkheden denkt zij aan een eerlijker Huis dan Proza. Een eerlijker huis zou kunnen staan voor een eerlijker wereld, een rechtvaardiger wereld, een lieflijker wereld. Dan Proza – dan waarover ooit eerder is geschreven, dan ooit samen zou kunnen worden beschreven of bedacht. Een huis, een wereld superieur dan men zich zou kunnen voorstellen, over schrijven of beschrijven. Proza zorgt ook voor een zeer gesloten vorm van lezen. Meerdere manieren om de tekst te interpreteren daargelaten, moet de lezer zich meestal schikken naar de gedachtegang van de auteur die uitvoerig beschreven kan worden. Een gedicht daarentegen is opener, meer ongedifferentieerd in de keuze van zijn lezers (het lezen van poëzie vergt minder tijd dan proza). Het eerlijker zou dus kunnen staan voor een opener huis, een opener wereld.
Dit eerlijker huis heeft vele ramen. Het laat meerdere reflecties toe, perspectieven zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant. Later in het gedicht komen we te weten dat het huis enorme hoge kamers heeft en een oneindige hemel als dak. Het is dus een redelijke veronderstelling om het huis als groot te beschouwen, heel groot. Dit zeer grote huis, dit zeer eerlijke huis met zoveel ramen biedt vele uitzichten. Vanuit het ene raam zou je misschien de bergen kunnen zien, terwijl je vanuit een ander raam een rivier zou kunnen zien stromen door een veld en als je van buiten naar binnen zou kijken, zou elk raam een ander uitzicht bieden op de binnenkant van het huis. Het punt is dat de openheid van dit huis het mogelijk maakt dat verschillende perspectieven naast elkaar kunnen bestaan, net zoals in een eerlijke wereld iedereen het recht zou hebben op zijn eigen gedachten en opvattingen. Een eerlijker wereld, een eerlijker huis met veel ramen, met veel perspectieven voor reflectie, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant.
Doors in een huis bieden veiligheid tegen de buitenwereld, ze bieden privacy. Ze beperken of vergemakkelijken de beweging van de ene kamer naar de andere. Nu denk ik, dit eerlijker huis, is te superieur voor deuren. Misschien heeft het de buitenkant van de deuren, maar ik denk dat het geen deuren heeft. Dit eerlijker huis, deze eerlijker wereld laat perspectieven openlijk in elkaar overvloeien.
Van Kamers als de Ceders –
Ompregneerbaar voor het oog –
En voor een eeuwig Dak
De Gambrellen van de Hemel –
Kamers verwijzen weer naar kamers, hele grote hoge kamers, onneembaar voor het oog, betekent denk ik dat ze alleen bestaan terwijl ze in Mogelijkheid vertoeft. Een menselijk oog ziet de werkelijkheid. Een menselijk oog is gesloten op die manier beperkt door het echte leven. Om haar open wereld te zien, om haar eerlijker huis te zien, heeft men een open geest nodig. In de volgende twee regels wordt ze volgens mij meegesleept in de grootsheid, de openheid, de oneindigheid van haar open wereld, denkt ze dat die onbegrensd is en daarom is het dak hemelshoog, wat opnieuw betekent dat het open is.
Op Bezoekers – de eerlijkste –
Voor Bewoning – Dit –
Het wijd spreiden van mijn smalle handen
Om het Paradijs te vergaren –
Ze woont in Mogelijkheid, ze stelt zich bezoekers voor die de eerlijkste zijn, de meest open die dit eerlijker huis, haar eerlijker wereld, kunnen bewonen of bewonen. De bezoekers moeten net zo fantasierijk of misschien net zo open zijn om in mogelijkheden te vertoeven om aan het eerlijker huis te denken, om in haar open wereld te kunnen wonen. Ik denk dat “dit” het punt is waar de lezer uit haar fantasierijke wereld wordt teruggetrokken naar de werkelijkheid. Omdat zij haar smalle handen wijd spreidt, wordt ook zij opener in haar denken in haar verbeelding, stilstaan bij mogelijkheden die ooit in de echte wereld vernauwd waren. Zij zet haar verbeelding wijd en vrij open om het paradijs te vergaren, om het mogelijke van het onmogelijke te bedenken, om opener te zijn.