Farofa (Braziliaans Portugees: ) is een geroosterd mengsel van cassave- of maïsmeel. Het wordt voornamelijk in Brazilië gegeten. Het kan commercieel worden geproduceerd en verpakt, maar wordt vaak thuis bereid op basis van familierecepten. De meeste recepten bevatten ook variërende hoeveelheden zout, gerookt vlees en specerijen. De consistentie van het mengsel varieert van grote korrels ter grootte van gebarsten bulgur tarwe of couscous tot een poeder ter grootte van tafelzout. De meeste farofa’s hebben een zeer rokerige en licht zoute smaak, en worden over het algemeen gebruikt om de smaak van vlees te accentueren, vooral van gebarbecued vlees en stevige stoofpotten.
In Brazilië, waar farofa bijzonder populair is, wordt in typische recepten rauw cassavemeel met overvloedige boter, plantaardige olie of olijfolie, zout, spek, uien, knoflook, worst, olijven geroosterd tot het goudbruin is. Het wordt soms geserveerd als een bijgerecht bij Braziliaanse feijoada en Braziliaanse barbecue. In Brazilië wordt farofa ook gebruikt als vulling voor gevogelte en andere gerechten, meestal met rozijnen, noten, en/of fijngehakt zoet fruit zoals appels en bananen. In de staat Bahia wordt farofa vaak bereid met dendê-olie, waardoor het een sterkere smaak en een rijke gele kleur krijgt.
Farofa wordt naast het hoofdgerecht geserveerd en kan door individuele eters naar eigen smaak worden besprenkeld voor het eten, of als bijgerecht op zich worden gegeten, zoals rijst vaak wordt gegeten. Naast cassave wordt ook maïsmeel gebruikt voor de bereiding van farofa.
In West-Afrika wordt een variant van cassavemeel, bekend als garri, gebruikt in diverse gerechten.