Het New Look-beleid, hoewel aanvankelijk nuttig, raakte snel achterhaald door de introductie van intercontinentale overbrengingssystemen die de geloofwaardigheid van een afschrikkingsdreiging ondermijnden. De hoeksteen van de Amerikaanse en Europese defensiestrategie werd toen bedreigd, omdat de VS niet langer konden vertrouwen op nucleaire dreigingen om zichzelf en zijn bondgenoten veiligheid te verschaffen.
John F. Kennedy won het presidentschap door te beweren dat de Republikeinse Partij had toegestaan dat de VS achter de Sovjets was geraakt in een raketkloof. Bij zijn aantreden citeerde Kennedy het boek The Uncertain Trumpet van Generaal Maxwell Taylor aan het Congres voor zijn conclusie dat massale vergelding de VS slechts twee keuzes liet: een nederlaag op de grond of toevlucht nemen tot het gebruik van kernwapens. De technologie was verbeterd sinds de massale vergelding was aangenomen. Verbeteringen in communicatie en transport zorgden ervoor dat de Amerikaanse strijdkrachten effectiever, sneller en flexibeler konden worden ingezet dan voorheen. Adviseurs overtuigden Kennedy ervan dat het hebben van meerdere opties de president in staat zou stellen de juiste hoeveelheid geweld op de juiste plaats toe te passen zonder het risico van escalatie of het verlies van alternatieven. Dit zou de geloofwaardigheid voor afschrikking verbeteren, omdat de VS nu opties met een lage intensiteit zouden hebben en daarom eerder geneigd zouden zijn deze te gebruiken, in plaats van de alles-of-niets-opties van massale vergelding.
Flexible Response werd geïmplementeerd om verschillende opties te ontwikkelen over het hele spectrum van oorlogsvoering, anders dan de nucleaire optie, om snel met vijandelijke agressie om te gaan. Bovendien werd de overlevingskans van het vergeldingsvermogen benadrukt, wat leidde tot de diversificatie van de strategische strijdkrachten, de ontwikkeling van de strategische triade, en het permanent in staat van paraatheid brengen van de helft van de strijdkrachten van het Strategisch Luchtcommando.
De Kennedy-doctrine omvatte niet de mogelijkheid om nucleaire oorlogen uit te vechten, vanwege het idee dat dit de afschrikking zou ondermijnen, technologisch onwerkbaar was, de wapenwedloop zou aanwakkeren en politiek niet haalbaar was.
Er werd ook belang gehecht aan anti-oproer en de ontwikkeling van onconventionele strijdkrachten, onconventionele tactieken en “civic action” programma’s.