Het foramen ovale (van Latijn ‘ovaal gat’) vormt zich in de late vierde week van de zwangerschap, als een kleine doorgang tussen het septum secundum en het ostium secundum. Aanvankelijk zijn de boezems van elkaar gescheiden door het septum primum, met uitzondering van een kleine opening onder het septum, het ostium primum. Naarmate het septum primum groeit, vernauwt het ostium primum zich en sluit het uiteindelijk. Voordat dit gebeurt, slijt de bloedstroom van de vena cava inferior een deel van het septum primum af, waardoor het ostium secundum ontstaat. Sommige embryologen stellen dat het ostium secundum kan worden gevormd door geprogrammeerde celdood.
Het ostium secundum zorgt voor de communicatie tussen de atria nadat het ostium primum volledig is gesloten. Vervolgens groeit een tweede weefselwand, het septum secundum, over het ostium secundum in de rechterboezem. Het bloed stroomt dan alleen van de rechter- naar de linkerboezem via een kleine doorgang in het septum secundum en vervolgens door het ostium secundum. Deze doorgang wordt het foramen ovale genoemd.
SluitingEdit
Het foramen ovale sluit zich normaal bij de geboorte. Bij de geboorte, wanneer de longen functioneel worden, neemt de pulmonale vasculaire druk af en is de linker atriumdruk hoger dan die van de rechter. Hierdoor wordt het septum primum tegen het septum secundum gedrukt, waardoor het foramen ovale functioneel wordt gesloten. Na verloop van tijd versmelten de septa en blijft er een overblijfsel van het foramen ovale over, de fossa ovalis.