feiten: Gazania
Familie: Asteraceae
Genus: Gazania
Gemeenschappelijke naam: Schatbloem
Oorsprong: Gazania’s zijn inheems in alpenweiden en laaggelegen zandgronden van gematigd Zuid-Afrika, met één soort die het verspreidingsgebied uitbreidt tot in de tropen. De zestien soorten van het geslacht zijn een- en meerjarigen van de madeliefjesfamilie. Hun naam is ontleend aan Theodoor van Gaza (1398-1478) die de botanische teksten van Theophrastus uit het Grieks naar het Latijn vertaalde.
Cultuur: Alle soorten zijn laaggroeiende, kluitvormende planten met smalle, lancetvormige bladeren, soms donzig met blekere onderkanten. De meeste zijn bijna wintergroen (in de juiste zones) met bladkleur variërend van midden- tot lichtgroen tot bleek, reflecterend grijs.
De opzichtige, felgekleurde bloemen verschijnen gedurende de warmere maanden, openen op zonnige dagen en sluiten bij bewolkt of koeler weer. De bloemen zijn groot en overvloedig in verhouding tot de grootte van de plant, en zijn meestal helder gemarkeerd met contrasterende banden of stippen van kleur. Soorten bloeien meestal in gele, gouden of oranje tinten. Moderne cultivars breiden het kleurengamma uit tot scharlaken, wit en diverse roze tinten.
Onderhoud: Het meest gekweekt zijn de moderne hybride selecties. Ze worden gekweekt als eenjarige of halfharde vaste planten en zijn prachtig als zomerbloeiers en in patio containers.
Groei in lichte, zanderige, goed gedraineerde grond in de volle zon, bij voorkeur op een zo warm mogelijk deel van de tuin. Alle variëteiten vereisen een uitstekende afwatering, dus voeg bij het planten compost en/of puimsteen toe aan de grond. Geef vrij water wanneer ze in actieve groei zijn, maar houd ze in de winter nauwelijks vochtig.
Gazania’s worden in ons klimaat over het algemeen als eenjarigen behandeld. Vele kunnen echter overwinteren als ze binnen worden gezet en tot het voorjaar aan de droge kant worden gehouden.
Pest en Ziekte: Kan worden aangetast door echte meeldauw, schimmelvlekken, kroonrot, bacteriële bladvlekken en wolluis.