- De onvoltooide zaak van onze tijd
- De Verenigde Naties en vrouwen
- Vrouwen en mensenrechten
- Boorte van het wereldwijde feminisme
- Vrouwenconferentie van Peking
- Commissie voor de Status van Vrouwen
- Een organisatie voor vrouwen
- Vrouwen en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen
- Gelijkheid tussen mannen en vrouwen
- Uitbanning van geweld tegen vrouwen
- Vrouwendag en andere vieringen
- Inclusief taalgebruik
De onvoltooide zaak van onze tijd
Vrouwen en meisjes vertegenwoordigen de helft van de wereldbevolking en dus ook de helft van haar potentieel. Gendergelijkheid is niet alleen een fundamenteel mensenrecht, maar ook essentieel om te komen tot vreedzame samenlevingen, met een volledig menselijk potentieel en duurzame ontwikkeling. Bovendien is aangetoond dat de emancipatie van vrouwen de productiviteit en de economische groei stimuleert.
Helaas is er nog een lange weg te gaan om volledige gelijkheid van rechten en kansen tussen mannen en vrouwen te bereiken, waarschuwt UN Women. Daarom is het van het grootste belang om een einde te maken aan de vele vormen van gendergeweld en te zorgen voor gelijke toegang tot goed onderwijs en goede gezondheidszorg, economische middelen en deelname aan het politieke leven voor zowel vrouwen en meisjes als mannen en jongens. Het is ook essentieel om gelijke kansen te bereiken bij de toegang tot werkgelegenheid en tot leidinggevende en besluitvormingsposities op alle niveaus.
De secretaris-generaal van de VN, de heer António Guterres, heeft verklaard dat het bereiken van gendergelijkheid en het mondiger maken van vrouwen en meisjes de onvoltooide zaak van onze tijd is, en de grootste mensenrechtenuitdaging in onze wereld.
De Verenigde Naties en vrouwen
De steun van de VN voor de rechten van vrouwen begon met het oprichtingshandvest van de organisatie. Een van de doelstellingen van de VN, zoals vastgelegd in artikel 1 van het Handvest, is “het tot stand brengen van internationale samenwerking (…) ter bevordering en aanmoediging van de eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voor een ieder, zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst.”
In het eerste jaar van de VN richtte de Economische en Sociale Raad de Commissie inzake de positie van de vrouw op, het belangrijkste mondiale beleidsvormingsorgaan dat zich uitsluitend bezighoudt met gendergelijkheid en de verbetering van de positie van vrouwen. Een van de eerste prestaties van deze commissie was het waarborgen van genderneutrale taal in het ontwerp voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Vrouwen en mensenrechten
De historische Verklaring, aangenomen door de Algemene Vergadering op 10 december 1948, bevestigt dat “Alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren” en dat “iedereen recht heeft op alle rechten en vrijheden die in deze Verklaring zijn neergelegd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, … geboorte of andere status.”
Toen de internationale feministische beweging in de jaren zeventig aan kracht begon te winnen, riep de Algemene Vergadering 1975 uit tot Internationaal Vrouwenjaar en organiseerde de eerste Wereldvrouwenconferentie, gehouden in Mexico-Stad. Op aandringen van de conferentie riep zij vervolgens de jaren 1976-1985 uit tot VN-Decennium voor Vrouwen en richtte zij een Vrijwilligersfonds voor het Decennium op.
In 1979 nam de Algemene Vergadering het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) aan, dat vaak wordt omschreven als een internationale Bill of Rights voor vrouwen. In de 30 artikelen van het verdrag wordt discriminatie van vrouwen expliciet omschreven en wordt een agenda opgesteld voor nationale maatregelen om een einde te maken aan deze discriminatie. Het verdrag richt zich op cultuur en traditie als invloedrijke krachten die de rol van mannen en vrouwen en de gezinsverhoudingen bepalen, en het is het eerste mensenrechtenverdrag waarin de reproductieve rechten van vrouwen worden bevestigd.
Vijf jaar na de conferentie in Mexico City werd in 1980 in Kopenhagen de Tweede Wereldvrouwenconferentie gehouden. Het daaruit voortvloeiende Actieprogramma riep op tot strengere nationale maatregelen om het eigendom van en de controle over eigendom door vrouwen te waarborgen, en tot verbetering van de rechten van vrouwen met betrekking tot erfenissen, voogdij over kinderen en verlies van nationaliteit.
Boorte van het wereldwijde feminisme
In 1985 werd de Wereldconferentie ter evaluatie en beoordeling van de resultaten van het Decennium van de Verenigde Naties voor Vrouwen: Gelijkheid, Ontwikkeling en Vrede, gehouden in Nairobi. De conferentie vond plaats op een moment dat de beweging voor gendergelijkheid eindelijk wereldwijde erkenning had gekregen, en 15.000 vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) namen deel aan een parallel NGO-forum.
De gebeurtenis werd door velen omschreven als “de geboorte van het wereldwijde feminisme”. De 157 deelnemende regeringen realiseerden zich dat de doelstellingen van de Conferentie van Mexico City niet voldoende waren bereikt en keurden de Toekomstgerichte Strategieën van Nairobi tot het Jaar 2000 goed. Het document sloeg een nieuwe weg in door alle kwesties tot vrouwenkwesties te verklaren.
Vrouwenconferentie van Peking
De Vierde Wereldvrouwenconferentie, die in 1995 in Peking werd gehouden, ging een stap verder dan de Conferentie van Nairobi. Het Actieplatform van Beijing bevestigde de rechten van vrouwen als mensenrechten en verbond zich tot specifieke acties om de eerbiediging van die rechten te waarborgen. Doe mee met de campagne Generation Equality van UN Women ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de Verklaring van Peking en het Actieplatform.
Commissie voor de Status van Vrouwen
De Commissie voor de Status van Vrouwen (CSW) is het belangrijkste wereldwijde intergouvernementele orgaan dat zich uitsluitend bezighoudt met de bevordering van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen. De CSW speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van vrouwenrechten, het documenteren van de realiteit van het leven van vrouwen overal ter wereld, en het vormgeven van wereldwijde normen voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen.
Een organisatie voor vrouwen
Op 2 juli 2010 stemde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties unaniem voor de oprichting van één VN-orgaan dat tot taak heeft de vooruitgang in het bereiken van gendergelijkheid en empowerment van vrouwen te versnellen. In de nieuwe VN-entiteit voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen – of UN Women – zijn vier agentschappen en kantoren van het wereldorgaan samengevoegd: het VN-Ontwikkelingsfonds voor vrouwen (UNIFEM), de Afdeling ter bevordering van de positie van de vrouw (DAW), het Bureau van de speciale adviseur voor genderkwesties en het Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de verbetering van de positie van vrouwen van de VN.
Vrouwen en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen
De Verenigde Naties richten hun wereldwijde ontwikkelingswerk nu op de onlangs ontwikkelde 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SDG’s). Voor vrouwen is een cruciale rol weggelegd in alle SDG’s, waarbij veel doelstellingen specifiek de gelijkheid en empowerment van vrouwen erkennen als zowel doel als deel van de oplossing.
Doel 5, “gendergelijkheid bereiken en alle vrouwen en meisjes mondiger maken”, staat bekend als de op zichzelf staande genderdoelstelling, omdat het gericht is op het bereiken van deze doelen. Er zijn diepgaande wettelijke en wetgevende veranderingen nodig om de rechten van vrouwen overal ter wereld te waarborgen. Terwijl in 2014 een recordaantal van 143 landen de gelijkheid van mannen en vrouwen in hun grondwet garandeerden, hadden 52 andere landen deze stap nog niet gezet.
Er zijn nog steeds grote verschillen tussen mannen en vrouwen op economisch en politiek gebied. Hoewel er in de loop van de decennia enige vooruitgang is geboekt, verdienen vrouwen op de arbeidsmarkt wereldwijd gemiddeld nog steeds 20 procent minder dan mannen. In 2018 was slechts 24 procent van alle nationale parlementariërs vrouw, een langzame stijging ten opzichte van 11,3 procent in 1995.
Uitbanning van geweld tegen vrouwen
Het VN-systeem blijft bijzondere aandacht besteden aan de kwestie van geweld tegen vrouwen. De Verklaring van de Algemene Vergadering van 1993 over de uitbanning van geweld tegen vrouwen bevatte “een duidelijke en alomvattende definitie van geweld tegen vrouwen een duidelijke verklaring van de rechten die moeten worden toegepast om de uitbanning van geweld tegen vrouwen in al zijn vormen te verzekeren”. Het betekende “een verbintenis van de staten met betrekking tot hun verantwoordelijkheden, en een verbintenis van de internationale gemeenschap in het algemeen om geweld tegen vrouwen uit te bannen”.
Vol geweld tegen vrouwen is een pandemie die alle landen treft, zelfs die landen die op andere gebieden lovenswaardige vooruitgang hebben geboekt. Wereldwijd heeft 35 procent van de vrouwen te maken gehad met fysiek en/of seksueel intiem partnergeweld of seksueel geweld buiten de partner.
In september 2017 hebben de Europese Unie en de Verenigde Naties hun krachten gebundeld om het Spotlight-initiatief te lanceren, een wereldwijd, meerjarig initiatief dat zich richt op het uitbannen van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes.
De Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen wordt op 25 november gevierd.
Vrouwendag en andere vieringen
Internationale Vrouwendag wordt jaarlijks op 8 maart gevierd. De Internationale Vrouwendag is ontstaan uit de activiteiten van de arbeidersbewegingen rond de eeuwwisseling in Noord-Amerika en in heel Europa. Het is een dag, die door veel landen over de hele wereld wordt gevierd, waarop vrouwen worden erkend voor hun prestaties, zonder rekening te houden met scheidslijnen van nationale, etnische, linguïstische, culturele, economische of politieke aard.
Naast de Internationale Vrouwendag en de Internationale Dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen, kent de VN nog andere internationale dagen die gewijd zijn aan de bewustwording van verschillende aspecten van de strijd voor gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen. Op 6 februari is de Internationale Dag van de nultolerantie voor genitale verminking van vrouwen, op 11 februari de Internationale Dag van vrouwen en meisjes in de wetenschap, op 19 juni de Internationale Dag voor de uitbanning van seksueel geweld in conflictsituaties, op 23 juni de Internationale Dag van de weduwen, op 11 oktober de Internationale Dag van het meisjeskind en op 15 oktober de Internationale Dag van plattelandsvrouwen.
Inclusief taalgebruik
Gezien de sleutelrol die taal speelt bij de vorming van culturele en sociale attitudes, is het gebruik van genderinclusief taalgebruik een krachtige manier om gendergelijkheid te bevorderen en vooroordelen op grond van geslacht uit te bannen.
Inclusief zijn vanuit een gendertaalperspectief betekent spreken en schrijven op een manier die geen onderscheid maakt tussen een bepaald geslacht, sociaal geslacht of genderidentiteit, en die genderstereotypen niet bestendigt.
Deze richtlijnen omvatten aanbevelingen en materialen, gemaakt om medewerkers van de Verenigde Naties te helpen genderinclusief taalgebruik te gebruiken in elk type communicatie – mondeling of schriftelijk, formeel of informeel – en zijn een nuttig startpunt voor iedereen.