Gibberellin, een van een groep plantenhormonen die voorkomen in zaden, jonge bladeren en wortels. De naam is afgeleid van Gibberella fujikuroi, een hormoonproducerende schimmel in de phylum Ascomycota die overmatige groei en slechte opbrengst in rijstplanten veroorzaakt. Er zijn aanwijzingen dat gibberellinen de groei van de hoofdstengels stimuleren, vooral wanneer zij op de hele plant worden toegepast. Zij zijn ook betrokken bij het doorschieten (strekken) van rozetplanten (b.v, sla) na blootstelling aan bepaalde milieustimuli zoals langdurig daglicht.
Gibberellinezuur, een gibberelline die zowel in hogere planten als in schimmels voorkomt, is in de handel verkrijgbaar voor tuinbouw- en moestuintoepassingen. Minimale toepassingen kunnen bush beans in pole beans veranderen of dwergmaïs in normale maïs. Wellicht het meest wijdverbreide gebruik is in de druiventeelt. Bij de teelt van de “Thompson Seedless”-druivencultivar (“Sultanina”) wordt regelmatig gibberelline gebruikt om de vruchten groter te maken en ook om bij bepaalde andere druivenrassen zaadloosheid teweeg te brengen.