1 Johannes 5:11-12 En dit staat vast, dat God ons eeuwig leven gegeven heeft, en zijn leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
Hoewel 1 Johannes 5:11-12 geschreven is om christenen overtuiging te geven van hun redding op grond van het getuigenis van Gods Woord, belicht deze passage ook het kernpunt in de redding.
De verklaring van de mens tegenover God: “En het getuigenis is dit, dat God ons eeuwig leven gegeven heeft, en dit leven is in Zijn Zoon.” (Vers 11.
De belangrijke kwestie: “Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.” (Vers 12.
Deze passage leert:
- God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon Jezus Christus.
- De manier om eeuwig leven te bezitten is de Zoon van God te bezitten
- Twee belangrijke vragen moeten gesteld en beantwoord worden:
- Waarom is het nodig de Zoon van God te bezitten om eeuwig leven te hebben?
- Hoe kan een mens de Zoon van God bezitten of hebben?
Het probleem van de scheiding van de mens van God
Volgens Romeinen 5:8 heeft God Zijn liefde voor ons bewezen door de dood van Zijn Zoon. Waarom moest Christus voor ons sterven? Omdat de Schrift verklaart dat alle mensen zondaars zijn. We zijn allemaal zondaars. “Zondigen” betekent het doel missen. De Bijbel verklaart dat wij allen gezondigd hebben en de heerlijkheid van God niet kunnen bereiken. Met andere woorden, onze zonde scheidt ons van God, die volmaakte heiligheid (rechtvaardigheid en gerechtigheid) is, en God moet daarom de zondige mens oordelen.
Romeinen 5:8 Maar God heeft zijn liefde jegens ons bewezen, doordat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren.
Romeinen 3:23 Want allen hebben gezondigd en kunnen de heerlijkheid Gods niet bereiken…
Habakkuk 1:13a Uw ogen zijn te rein om het kwade goed te keuren, en Gij kunt goddeloosheid niet gunstig aanzien.
Isaja 59:2 Maar uw ongerechtigheden hebben een scheiding gemaakt tussen u en uw God, en uw zonden hebben Zijn aangezicht voor u verborgen, zodat Hij niet hoort.
Het probleem van de nutteloosheid van menselijke werken
De Schrift leert ook dat geen enkele hoeveelheid menselijke goedheid, menselijke inspanning, menselijke moraliteit of religieuze activiteit Gods aanvaarding kan verdienen of iemand in de hemel kan brengen. De morele mens, de religieuze mens en de immorele en niet-religieuze mens zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Allen zijn afgevallen van de heerlijkheid Gods (van de volmaakte gerechtigheid Gods). Na het bespreken van de immorele mens, de morele mens en de godsdienstige mens in Romeinen 1:18-3:8, verklaart de apostel Paulus dat zowel Joden als Grieken onder de zonde zijn, dat “er niemand rechtvaardig is, neen, niet één” (Ro. 3:9-10), en dat “allen gezondigd hebben en afgevallen zijn van de heerlijkheid Gods” (Rom. 3:23.
Daarnaast komen nog de uitspraken in de volgende Schriftverzen:
Efeziërs 2:8-9 Door genade zijt gij behouden geworden, door het geloof; en dat niet uit uzelf, het is een gave van God; 9 niet op grond van werken, opdat niemand roeme.
Titus 3:5-7 Hij heeft ons gered, niet op grond van werken die wij rechtvaardig hebben gedaan, maar naar zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing in de heilige Geest, 6 die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Verlosser, 7 opdat wij, gerechtvaardigd door zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hoop van het eeuwige leven.
Romeinen 4:1-5 Wat zouden wij kunnen zeggen, dat Abraham, onze stamvader naar het vlees, gevonden heeft? 2 Want indien Abraham door werken gerechtvaardigd is, heeft hij iets om zich op te beroemen, maar niet voor God. 3 Waarom, wat zegt de Schrift? “En Abraham geloofde God, en het werd hem tot gerechtigheid gerekend.” 4 Wie nu werkt, zijn loon wordt niet gerekend als een gunst, maar als een schuld. 5 Maar wie niet werkt, maar gelooft in Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, zijn geloof wordt gerekend tot gerechtigheid,
Geen enkele menselijke goedheid is zo Goed als God. Twee is oneindige of volmaakte rechtvaardigheid. Daarom zegt Habakkuk 1:13 ons dat Hij geen gemeenschap kan hebben met iemand die geen volmaakte gerechtigheid bezit. Om door God aanvaard te worden, moeten wij even goed zijn als God is. Voor God zijn wij allen naakt, hulpeloos en zonder hoop in onszelf. Geen enkele hoeveelheid goed leven brengt ons in de hemel of geeft ons eeuwig leven. Wat is dan de oplossing?
Gods oplossing voor ’s mensen probleem
God is niet alleen volmaakte heiligheid (wiens heilig karakter wij nooit alleen of door onze werken van gerechtigheid kunnen bereiken), maar Hij is ook volmaakte liefde en alle genade en barmhartigheid. Door zijn liefde en genade heeft Hij ons niet zonder hoop en oplossing gelaten.
Romeinen 5:8 Maar God bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, hoewel wij zondaars waren, voor ons gestorven is.
Dit is het Goede Nieuws van de Bijbel – de boodschap van het evangelie. Het is de boodschap van het geschenk van Gods eigen Zoon die mens werd (de God-mens), zonder zonde leefde, aan het kruis stierf voor onze zonde, en uit het graf werd opgewekt om te bewijzen dat Hij de Zoon van God is en ook de waarde van Zijn dood voor ons als onze plaatsvervanger.
Romeinen 1:4 Die met kracht verklaard is de Zoon van God te zijn door de opstanding uit de doden, naar de Geest der heiligheid, Jezus Christus, onze Here.
Romeinen 4:25, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en om onze rechtvaardiging is opgewekt.
2 Korintiërs 5:21 Hij heeft Hem, Die geen zonde gekend heeft, zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.
1 Petrus 3:18 Want ook Christus is eenmaal voor alle zonden gestorven, de rechtvaardige voor de onrechtvaardige, opdat Hij ons zou brengen tot God, nu Hij in het vlees gedood is, maar in de Geest levend gemaakt.
De belangrijkste vraag
Hoe ontvangen wij dan de Zoon van God, zodat wij de kloof kunnen overbruggen en het eeuwige leven kunnen hebben dat God ons heeft beloofd? Wat is nu voor ons de zin?
Johannes 1:12 Maar hun, die Hem aangenomen hebben, heeft Hij het recht gegeven kinderen van God te worden, {ook} hun, die in Zijn naam geloven.
Johannes 3:16-18 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft de Zoon niet in de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld; wie niet gelooft, is reeds geoordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de naam van de enige Zoon van God.
Omdat Jezus Christus aan het kruis voor ons heeft volbracht, zegt de Bijbel: “Wie de Zoon heeft, heeft het leven.” Wij kunnen de Zoon, Jezus Christus, als onze Verlosser ontvangen door ons persoonlijk geloof, vertrouwend op de persoon van Christus en Zijn dood voor onze zonden.
Dit betekent dat wij allen op dezelfde manier tot God moeten komen – als zondaars die hun zondigheid erkennen, die elke vorm van menselijke werken voor verlossing afwijzen, en die voor onze verlossing volledig vertrouwen op Christus alleen door geloof alleen. Als u Christus wilt ontvangen en vertrouwen als uw persoonlijke Verlosser, kunt u uw geloof in Christus tot uitdrukking brengen door een eenvoudig gebed als dit:
Die God, ik weet dat ik een zondaar ben en dat niets wat ik doe mij de hemel of het eeuwige leven kan verdienen. Ik geloof dat Jezus Christus voor mij is gestorven en uit het graf is opgestaan. Op dit moment ontvang ik Hem als mijn persoonlijke Redder en vertrouw alleen op Hem als mijn enige weg naar de hemel. Dank U dat U mij eeuwig leven hebt gegeven door het geloof in Uw Zoon. Amen.