BCG (Bacille Calmette-Guérin) is een vaccin dat aan baby’s wordt gegeven om hen te beschermen tegen ernstige vormen van tuberculose (TB) zoals TB Meningitis (een infectie van de hersenen) en Miliary TB (een wijdverspreide infectie).
Wie moet een BCG-vaccin krijgen?
Zuigelingen jonger dan twee jaar die risico lopen op TB, zoals:
- die uit noordelijke gemeenschappen komen waar veel TB voorkomt; en
- zuigelingen uit gezinnen of gemeenschappen met een voorgeschiedenis of risico van blootstelling aan TB.
BCG-vaccin is niet nodig voor degenen die al een positieve huidtest hebben.
Bijwerkingen van het BCG-vaccin
Normaal gesproken verschijnt na toediening van het BCG-vaccin (rechterbovenarm) na 1-3 weken een klein puistje, dat tot 6-8 weken aanhoudt. Een klein litteken zal achterblijven wanneer de vaccinatie genezen is.
Echter, enkele mogelijke bijwerkingen die kunnen optreden zijn:
- Een drainage of een klein korstje over de plaats. Als de injectieplaats draineert, leg dan een droog gaasje op het gebied en laat het drogen en voorkom dat de baby aan het gebied krabt. Het is niet nodig om een pleister, crème of zalf op de injectieplaats aan te brengen. Het verdwijnt vanzelf, meestal binnen een tot drie maanden.
- In zeldzame gevallen ontstaat er een abces (pijnlijke zwelling die pus bevat) op de injectieplaats en/of kunnen de lymfeklieren in de oksel of hals groter worden. Als dit gebeurt, laat het uw verpleegkundige weten.
De volgende link geeft meer informatie over het BCG-vaccin:
- BCG (Public Health Agency of Canada)