Vorige malen hebben we het gehad over de infrastructuur van Rome en het leger van Rome. Maar behalve indrukwekkende architectuur en grootse militaire tradities, hadden sommige vooraanstaande Romeinen ook fascinerende filosofische opvattingen. Dus zonder verder oponthoud, laten we een kijkje nemen bij 25 ongelooflijke Romeinse citaten die je moet kennen – uitgesproken door de crème de la crème van ‘vrienden, Romeinen en landgenoten’.
Note – Hoewel deze citaten zijn geselecteerd uit een grote poel, beweren we in GEEN geval dat zij de ‘beste’ zijn van alle citaten die Romeinen te bieden hadden. Beschouw deze lijst dus alstublieft als een subjectief onderwerp.
- 1) Als u uw neiging hebt overwonnen en er niet door bent overwonnen, hebt u reden om u te verheugen.
- 2) Ik ben nooit minder op mijn gemak dan wanneer ik op mijn gemak ben, of minder alleen dan wanneer ik alleen ben.
- 3) Als je een tuin en een bibliotheek hebt, heb je alles wat je nodig hebt.
- 4) Adviezen op oudere leeftijd zijn dwaas; want wat kan er absurder zijn dan onze proviand voor de weg te vergroten naarmate we het einde van onze reis naderen.
- 5) Het is gemakkelijker mannen te vinden die vrijwillig willen sterven, dan mensen te vinden die bereid zijn geduldig de pijn te verdragen.
- 6) Als je de wet moet overtreden, doe dat dan om de macht te grijpen: in alle andere gevallen moet je je aan de wet houden.
- 7) Degenen die het meest tot tranen toe geroerd zijn door elk woord van een prediker, zijn over het algemeen zwak en een schavuit wanneer de gevoelens verdampen.
- 8) Een boos man is weer boos op zichzelf als hij tot rede terugkeert.
- 9) Angst is het bewijs van een gedegenereerde geest.
- 10) Een schoen die te groot is, is geneigd te struikelen, en wanneer hij te klein is, te knellen de voeten. Zo is het ook met hen wier fortuin hen niet past.
- 11) De verheven dennenboom wordt het vaakst door de winden heen en weer geschud; Hoge torens vallen met een zwaardere klap; En de bliksem slaat in op de hoogste berg.
- 12) Jonge mannen, hoor een oude man naar wie oude mannen luisterden toen hij jong was.
- 13) Rome is sinds zijn nederige begin zo gegroeid dat het nu wordt overweldigd door zijn eigen grootheid.
- 14) Elk nieuw begin komt voort uit het einde van een ander begin.
- 15) Er bestaat niet zoiets als puur plezier; er gaat altijd enige angst mee gepaard.
- 16) Zeg niet altijd wat je weet, maar weet altijd wat je zegt.
- 17) De eerste en grootste straf van de zondaar is het geweten van de zonde.
- 18) Hoop is de pilaar die de wereld overeind houdt. Hoop is de droom van een wakend mens.
- 19) De goden verbergen voor de mensen het geluk van de dood, opdat zij het leven kunnen verdragen.
- 20) Ik heb me vaak afgevraagd hoe het komt dat ieder mens meer van zichzelf houdt dan van de rest van de mensheid, maar toch minder waarde hecht aan zijn eigen mening over zichzelf dan aan de mening van anderen.
- 21) Het universum is transformatie: het leven is mening.
- 22) Een andere oude dichter, wiens naam mij nu even ontschoten is, noemde de Waarheid de dochter van de Tijd.
- 23) We vinden dat de Romeinen de verovering van de wereld aan geen andere oorzaak te danken hadden dan aan voortdurende militaire training, het nauwkeurig in acht nemen van de discipline in hun kampen, en het onvermoeibaar cultiveren van de andere kunsten van de oorlog.
- 24) De Zoon van God werd mens, opdat wij God zouden worden.
- 25) Als er een God is, waar komen dan zoveel kwaden vandaan? Als er geen God is, waar komt dan het goede vandaan?
- Eervolle vermelding voor degenen die de vorige Romeinse citaten goed vonden –
- Witticismen zijn leuk zolang we ze binnen de perken houden, maar als ze te ver worden doorgevoerd veroorzaken ze aanstoot.
1) Als u uw neiging hebt overwonnen en er niet door bent overwonnen, hebt u reden om u te verheugen.
Plautus of Titus Maccius Plautus (254 v.Chr. – 184 v.Chr.), was een Romeinse toneelschrijver die bekend staat als de grondlegger van het genre Palliata comoedia. In feite behoren zijn komische werken tot de zeldzaamste (en vroegste) overgeleverde literaire exemplaren uit de zogenaamde Oud-Latijnse periode.
2) Ik ben nooit minder op mijn gemak dan wanneer ik op mijn gemak ben, of minder alleen dan wanneer ik alleen ben.
Scipio Africanus (236 v.Chr. – 183 v.Chr.), ook bekend als Scipio Africanus de Oudere, was aantoonbaar de grootste Romeinse veldheer van zijn generatie. Hij was verantwoordelijk voor de uiteindelijke nederlaag tegen Hannibal Barca in de gedenkwaardige Slag bij Zama, in 202 v.Chr.
3) Als je een tuin en een bibliotheek hebt, heb je alles wat je nodig hebt.
Marcus Tullius Cicero (106 v.Chr. – 43 v.Chr.) wordt vaak beschouwd als een van de grootste Romeinse redenaars en prozastilisten van zijn tijd. Afkomstig uit een rijke Romeinse ruitersfamilie, was Cicero ook filosoof, politicus, jurist, politiek theoreticus en constitutionalist, die neologismen introduceerde als evidentia, humanitas, qualitas, quantitas, en essentia.
4) Adviezen op oudere leeftijd zijn dwaas; want wat kan er absurder zijn dan onze proviand voor de weg te vergroten naarmate we het einde van onze reis naderen.
Een ander juweeltje van Marcus Tullius Cicero. En omdat het citaat over de dood gaat, moet worden opgemerkt dat Cicero zelf op bevel van Marcus Antonius (Marcus Antonius) werd vermoord. Blijkbaar waren Cicero’s laatste woorden tegen zijn gijzelnemers – “Er is niets fatsoenlijks aan wat je doet, soldaat, maar probeer me toch op de juiste manier te doden.”.
5) Het is gemakkelijker mannen te vinden die vrijwillig willen sterven, dan mensen te vinden die bereid zijn geduldig de pijn te verdragen.
Julius Caesar (100 v.Chr. – 44 v.Chr.), was een Romeins staatsman en een opmerkelijk auteur van Latijns proza. Maar hij is vooral bekend als de grootste Romeinse veldheer van zijn tijd, die de verovering van Gallië voltooide en de eerste Romeinse invasie in Brittannië lanceerde.
6) Als je de wet moet overtreden, doe dat dan om de macht te grijpen: in alle andere gevallen moet je je aan de wet houden.
Een ander interessant citaat van Julius Caesar, ditmaal met een politieke strekking. In feite waren het, vanuit historisch perspectief, zijn politieke manoeuvres (in plaats van zijn generaalschap) die langdurige gevolgen hadden voor Rome en Europa; aangezien zijn kritische rol in het ingaan tegen de senaat leidde tot de eclips van de Romeinse Republiek en de opkomst van het Romeinse Rijk.
7) Degenen die het meest tot tranen toe geroerd zijn door elk woord van een prediker, zijn over het algemeen zwak en een schavuit wanneer de gevoelens verdampen.
Sallust of Gaius Sallustius Crispus (86 v.Chr. – 34 v.Chr.), was een Romeins historicus, politicus en de allereerste man uit zijn provinciale plebejische familie die in de Romeinse senaat diende. Hij was ook een bekende aanhanger van Julius Caesar zelf (en voerde misschien zelfs het bevel over een legioen), die altijd zijn strikte oppositie tegen de oude Romeinse aristocratie handhaafde. Later in zijn leven speelde Sallust een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de aangelegde lusthoven in de noordwestelijke sector van Rome, beter bekend als de Horti Sallustian (Tuinen van Sallust).
8) Een boos man is weer boos op zichzelf als hij tot rede terugkeert.
Publilius Syrus (85 v.Chr. – 43 v.Chr.) was een Latijnse mimeschrijver, tijdgenoot van Cicero, die bekend was om zijn verzameling morele aforismen in iambische en trochaïsche verzen. Interessant genoeg begon Publilius waarschijnlijk als een slaaf uit Syrië en klom op de ladders van de literaire wereld door zijn rivaal Decimus Laberius te verslaan. Historici hebben in de loop der tijd vastgesteld dat zijn authentieke verzen in totaal zo’n 700 stelregels omvatten, waaronder de beroemde – “iudex damnatur ubi nocens absolvitur” (De rechter wordt veroordeeld als de schuldige wordt vrijgesproken).
9) Angst is het bewijs van een gedegenereerde geest.
Virgilius of Publius Vergilius Maro (70 v.Chr.-19 v.Chr.), was een van de grootste dichters van het oude Rome, behorend tot de Augusteïsche periode. Zijn enorme bijdrage aan de Latijnse literatuur wordt belichaamd door drie belangrijke werken – de Eclogues (of Bucolics), de Georgics, en het epos Aeneid. Het laatste literaire specimen wordt vaak beschouwd als het nationale epos van het oude Rome, waarbij het werk de tradities van Homerus’ Ilias en Odyssee volgt.
10) Een schoen die te groot is, is geneigd te struikelen, en wanneer hij te klein is, te knellen de voeten. Zo is het ook met hen wier fortuin hen niet past.
Horace of Quintus Horatius Flaccus (65 v.Chr. – 8 v.Chr.), was de belangrijkste Romeinse lyrische dichter uit de tijd van Augustus, die zich bezighield met zowel hexameter verzen als bijtende iambische poëzie. Hij was ook een officier in het republikeinse leger dat in 42 v. Chr. in de Slag bij Philippi werd verslagen. Maar later kreeg hij amnestie aangeboden door Octavianus, en zo werd Horatius de woordvoerder van het nieuwe regime (hoewel hij het landgoed van zijn vader verloor aan een kolonie veteranen).
11) De verheven dennenboom wordt het vaakst door de winden heen en weer geschud; Hoge torens vallen met een zwaardere klap; En de bliksem slaat in op de hoogste berg.
Een ander interessant citaat van Horatius, de zin grijpt terug op het ‘delicate’ evenwicht dat de dichter zelf moest bewaren in de periode na de burgeroorlogen (in de late 1e eeuw v.Chr.) als het ging om zijn politieke overtuigingen. Toch slaagt hij erin Horatius’ sterke hang naar individualistische onafhankelijkheid op te roepen.
12) Jonge mannen, hoor een oude man naar wie oude mannen luisterden toen hij jong was.
Augustus (63 v.Chr. – 14 n.Chr.), geboren als Gaius Octavius, was de stichter van het Romeinse Rijk en de eerste keizer die regeerde tot aan zijn dood in 14 n.Chr. (bovendien was hij ook de geadopteerde erfgenaam van Julius Caesar). De heerschappij van Augustus was het begin van wat bekend staat als de Pax Romana (de Romeinse Vrede), een lange periode van bijna twee eeuwen waarin het Romeinse rijk niet werd verstoord door een lang slepend groot conflict, ondanks de ‘regelmatige’ territoriale uitbreidingen van het rijk naar gebieden als Egypte, Dalmatië, Pannonië, Germanië en de volledige annexatie van Hispania.
13) Rome is sinds zijn nederige begin zo gegroeid dat het nu wordt overweldigd door zijn eigen grootheid.
Livius of Titus Livius (59 v.Chr. – 17 n.Chr.) is misschien wel de meest geciteerde Romein als het om zijn geschiedenis gaat. Dat komt in de eerste plaats door het monumentale werk Ab Urbe Condita Libri (Boeken vanaf de stichting van de stad) van de Romeinse geschiedschrijver, dat de ‘donkere eeuwen’ bestrijkt van vóór de traditionele stichting van Rome in 753 v.Chr. tot Livy’s hedendaagse tijd. Livy’s roem tijdens de laatste helft van zijn leven wordt vaak voorgesteld aan de hand van een anekdote waarin een man uit Cadiz (een havenstad in het zuidwesten van Spanje) helemaal naar Rome zou zijn gereisd om alleen maar de schrijver te ontmoeten, en vervolgens na het vervullen van zijn wens onverwijld naar zijn vaderland zou zijn teruggekeerd.
14) Elk nieuw begin komt voort uit het einde van een ander begin.
Seneca de Oudere of Marcus Annaeus Seneca (54 v.Chr. – 39 n.Chr.), was een Romeinse retoricus en schrijver die afkomstig was uit het verre Cordoba, Hispania. Geboren in een welgestelde ruitersfamilie, leefde Seneca (later in zijn leven) in de gedenkwaardige periode van het vroege Romeinse Rijk die de regering van drie keizers omvatte – Augustus, Tiberius, en Caligula.
15) Er bestaat niet zoiets als puur plezier; er gaat altijd enige angst mee gepaard.
Ovidius of Publius Ovidius Naso (43 v.Chr. – 17 n.Chr.), was een tijdgenoot van de oudere Romeinse dichters Vergilius en Horatius, en samen vormden deze drie de ‘heilige drie-eenheid’ van de Latijnse canonieke literatuur tijdens de Augusteïsche periode. Ovidius is vooral bekend om zijn mythologische vertelling – de Metamorfosen, samen met bundels liefdespoëzie als de Amores (“Liefdesaffaires”) en Ars Amatoria (“De Kunst der Liefde”). In een vreemde wending van gebeurtenissen werd de dichter later door Augustus zelf verbannen naar een afgelegen provincie aan de Zwarte Zee. De historici speculeren nog steeds over de talrijke mogelijke redenen, waarbij Ovidius zelf slechts op de episode zinspeelde door te zeggen carmen et error, “een gedicht en een vergissing”.
16) Zeg niet altijd wat je weet, maar weet altijd wat je zegt.
Claudius of Tiberius Claudius Caesar Augustus Germanicus (10 v.Chr. – 54 n.Chr.), was een Romeins keizer die regeerde van 41-54 n.Chr. en was Rome’s eerste heerser die buiten Italië werd geboren. Claudius was de eerste heerser die buiten Italië werd geboren. Hoewel hij enigszins doof en mank was, bewees hij een bekwaam bestuurder te zijn en een groot voorstander van openbare bouwprojecten. Onder zijn bewind werden ook gezamenlijke pogingen ondernomen om Brittannië te veroveren, terwijl de keizer zelf bekend stond om zijn gevecht met een echte orka die in de haven van Ostia vastzat (zoals vermeld door Plinius de Oudere)!
17) De eerste en grootste straf van de zondaar is het geweten van de zonde.
Lucius Annaeus Seneca, ook bekend als Seneca de Jongere (5 v.Chr. – 65 n.Chr.), was een Romeins stoïcijns filosoof en een dramaturg die ook zijn best deed op het gebied van de humor. Lucius, één van de zonen van Seneca de Oudere, trad ook op als keizerlijk adviseur en leermeester van de Romeinse keizer Nero. Helaas bracht zijn verbondenheid met politieke zaken zijn ondergang – toen Lucius gedwongen werd zelfmoord te plegen vanwege zijn vermeende rol in de Pisonische samenzwering om Nero te vermoorden.
18) Hoop is de pilaar die de wereld overeind houdt. Hoop is de droom van een wakend mens.
Pliny de Oudere of Gaius Plinius Secundus (23 AD – 79 AD), was een oude Romeinse schrijver, natuuronderzoeker en natuurfilosoof – bekend om zijn encyclopedische werk, Naturalis Historia. Zoals sommige vooraanstaande Romeinen van zijn tijd had Plinius ook een carrière in het leger met zijn hoge status als marine- en legeraanvoerder in het vroege Romeinse rijk. Plinius stierf later tijdens de catastrofale uitbarsting van de Mouth Vesuvius (AD 79) op het strand van Stabiae, en was daarmee een van de beroemde (maar ongelukkige) ooggetuigen van de verwoesting van Pompeii (gereconstrueerd in deze geanimeerde video).
19) De goden verbergen voor de mensen het geluk van de dood, opdat zij het leven kunnen verdragen.
Lucan of Marcus Annaeus Lucanus (39 AD – 65 AD), was een ander Romeins literair icoon uit Cordoba (in feite was hij de neef van Seneca de Jongere), die bekend stond om zijn snelheid van compositie in gedichten. Helaas kwam ook hij op de jonge leeftijd van 25 jaar te vroeg aan zijn einde, toen hij (net als zijn oom) gedwongen werd zelfmoord te plegen tijdens de Pisonische samenzwering om Nero te vermoorden.
20) Ik heb me vaak afgevraagd hoe het komt dat ieder mens meer van zichzelf houdt dan van de rest van de mensheid, maar toch minder waarde hecht aan zijn eigen mening over zichzelf dan aan de mening van anderen.
Marcus Aurelius of Marcus Aurelius Antoninus Augustus (121 AD – 180 AD), was de Romeinse keizer van 161-180 AD, die wordt beschouwd als de laatste van de vijf goede keizers. Ongelooflijk genoeg behoorde hij ook tot de meest vooraanstaande stoïcijnse filosofen van zijn tijd – zoals blijkt uit zijn boek Meditaties, dat geheel in het Grieks is geschreven terwijl de keizer zijn militaire campagne voerde.
21) Het universum is transformatie: het leven is mening.
Een ander inzichtelijk citaat van Marcus Aurelius – de keizer van wie ook bekend is dat hij zijn lessen in de rede ontving van twee Griekse leermeesters en één Latijnse leermeester. Uit de keuze van deze leermeesters blijkt hoezeer de toenmalige Romeinse aristocratie nog waarde hechtte aan het Grieks als taal.
22) Een andere oude dichter, wiens naam mij nu even ontschoten is, noemde de Waarheid de dochter van de Tijd.
Aulus Gellius (125 AD – na 180 AD) was een eminent Latijns schrijver en grammaticus van zijn tijd, die oorspronkelijk in Athene was opgeleid. Hij staat bekend om de Attische Nachten, een boek dat vergelijkbare aantekeningen over verschillende onderwerpen verzamelde, waaronder grammatica, filosofie, geschiedenis, antiquariaat en zelfs geometrie.
23) We vinden dat de Romeinen de verovering van de wereld aan geen andere oorzaak te danken hadden dan aan voortdurende militaire training, het nauwkeurig in acht nemen van de discipline in hun kampen, en het onvermoeibaar cultiveren van de andere kunsten van de oorlog.
Vegetius of Publius Flavius Vegetius Renatus (circa 4e eeuw n.Chr.), was de beroemdste Romeinse militaire geschiedschrijver van de late vierde eeuw, hoewel er niet veel over zijn leven bekend is. In de openingspassage van zijn briljante werk Epitoma rei militaris (ook bekend als De Re Militari), bevestigt Vegetius echter dat zijn godsdienst het Christendom is. Ongelooflijk genoeg is de auteur ook (tot op zekere hoogte) bekend om zijn andere werk Digesta Artis Mulomedicinae, een uitvoerige verhandeling over diergeneeskunde.
24) De Zoon van God werd mens, opdat wij God zouden worden.
Sint Athanasius van Alexandrië (296 AD – 373 AD) was de twintigste bisschop van Alexandrië en een befaamd christelijk theoloog die het trinitarisme verdedigde tegen het arianisme. De beroemde Egyptenaar stond ook bekend om zijn aanvaringen met de Romeinse keizers, zoals blijkt uit zijn vijf verbanningen (van vier verschillende keizers) die overeenkwamen met 17 jaar, over een periode van 45 jaar van zijn episcopaat.
25) Als er een God is, waar komen dan zoveel kwaden vandaan? Als er geen God is, waar komt dan het goede vandaan?
Boethius of Anicius Manlius Severinus Boëthius (480 AD – 525 AD), was een Romeins senator, consul, officieus magister en filosoof uit het begin van de 6e eeuw. Hij is uniek in onze lijst omdat de filosoof werd geboren vier jaar nadat het West-Romeinse Rijk ’technisch’ ophield te bestaan toen Odoacer de titel van koning van Italië aannam (in 476 AD). Boethius zelf diende de Ostrogotische koning Theodorik de Grote en werd uiteindelijk gevangen genomen en geëxecuteerd door zijn beschermheer.