Hoe CITES werkt

De Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) wordt beheerd door het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP). Een Secretariaat, gevestigd in Genève, Zwitserland, houdt toezicht op de uitvoering van het verdrag en helpt bij de communicatie tussen landen.

Elk land dat CITES ten uitvoer legt, een “Partij” genoemd, moet een Beheersautoriteit en een Wetenschappelijke Autoriteit aanwijzen om het verdrag uit te voeren. De beheersautoriteit zorgt ervoor dat op de CITES-lijst opgenomen soorten legaal worden verhandeld door het afgeven van vergunningen. De wetenschappelijke autoriteit bepaalt of de handel in een bepaalde dier- of plantensoort schadelijk kan zijn voor het voortbestaan ervan in het wild.

Soorten beschermen tegen niet-duurzame handel

Cactussen, leguanen en papegaaien zijn enkele van de ongeveer 35.000 soorten die door CITES worden beschermd. Soorten waarvan de handel wordt gecontroleerd, zijn opgenomen in een van de drie bijlagen bij CITES, die elk een ander niveau van regulering kennen en waarvoor CITES-vergunningen of -certificaten vereist zijn.

  • Bijlage I: Omvat soorten die met uitsterven worden bedreigd en biedt het hoogste niveau van bescherming, met inbegrip van beperkingen op de commerciële handel. Voorbeelden zijn gorilla’s, zeeschildpadden, de meeste vrouwenschuiverorchideeën en reuzenpanda’s. Momenteel zijn 931 soorten opgenomen in de lijst. Hiervan zijn ongeveer 136 soorten inheems in de Verenigde Staten.
  • Bijlage II: omvat soorten die momenteel niet met uitsterven worden bedreigd, maar dat zonder handelsbeperkingen wel kunnen worden. Hieronder vallen ook soorten die lijken op andere soorten op de lijst en gereguleerd moeten worden om de handel in die andere soorten effectief te kunnen controleren. De meeste CITES-soorten zijn in deze bijlage opgenomen, waaronder Amerikaanse ginseng, peddelvissen, leeuwen, Amerikaanse alligators, mahonie en vele koralen. Momenteel zijn 34.419 soorten opgenomen. Van dit aantal zijn ongeveer 1.432 soorten inheems in de Verenigde Staten.
  • Bijlage III: Bevat soorten waarvoor een land in het verspreidingsgebied andere Partijen heeft gevraagd te helpen bij het toezicht op de internationale handel. Voorbeelden zijn landkaartschildpadden, walrussen en Kaapse hertenkevers. Momenteel zijn 147 soorten opgenomen. In de Verenigde Staten zijn momenteel 27 diersoorten en 1 plantensoort opgenomen in bijlage III. Veel van deze diersoorten zijn zoetwaterschildpadden, die in 2006 op de lijst werden geplaatst.

Samenwerken aan de uitvoering van CITES

De landen die lid zijn van CITES worden samen de Conferentie van Partijen genoemd. Om de twee tot drie jaar wordt een vergadering van de Conferentie van Partijen, gewoonlijk een “CoP” genoemd, gehouden om veranderingen in de uitvoering van CITES te evalueren, te bespreken en erover te onderhandelen. Alle belangrijke besluiten, met inbegrip van wijzigingen in de bescherming van bepaalde soorten, worden tijdens een CoP genomen door de Partijen die hun stem uitbrengen.

Er zijn verschillende raadgevende comités opgericht om het Secretariaat en de Conferentie van de Partijen beleidsadviezen te geven en technische ondersteuning te bieden. Deze comités komen tussen de CdP’s in bijeen en ontwikkelen vaak documenten ter ondersteuning van het besluitvormingsproces.

Het Permanent Comité geeft het Secretariaat algemene beleids- en operationele richtlijnen voor de uitvoering van CITES en adviseert de andere comités waar nodig. Zij stelt resoluties op ter bespreking door de Conferentie der Partijen en voert alle activiteiten uit die haar tussen de vergaderingen van de Conferentie der Partijen worden opgedragen. Het Permanent Comité is ook verantwoordelijk voor het toezicht op de ontwikkeling en uitvoering van de begroting van het Secretariaat.

Het Comité Dieren en het Comité Planten vullen leemten op in de biologische en andere gespecialiseerde kennis over dier- en plantensoorten die aan CITES-handelscontroles onderworpen zijn of kunnen worden. Zij houden zich bezig met de periodieke herziening van de soorten die op de lijst staan, geven advies wanneer de handel in een bepaalde soort mogelijk niet duurzaam is, en stellen documenten op die tijdens de CdP’s worden behandeld.

Toezicht op de handel

De ruggengraat van CITES is het vergunningenstelsel dat de internationale samenwerking bij het toezicht op de instandhouding en de handel vergemakkelijkt. Vergunningen worden alleen afgegeven als de beheers- en wetenschappelijke autoriteiten van een land (in het geval van de Verenigde Staten, de U.S. Fish & Wildlife Service) bepalen dat de handel legaal is en het voortbestaan van de soort in het wild niet bedreigt. Door het gebruik van gestandaardiseerde vergunningsformulieren kunnen de inspecteurs in de uitvoer- en invoerhavens snel controleren of de CITES-specimens naar behoren zijn gedocumenteerd. Zij vergemakkelijken ook het verzamelen van soortspecifieke handelsgegevens, die worden gebruikt bij het opstellen van jaarverslagen. Deze gegevens worden gebruikt om tendensen in de handel vast te stellen en ervoor te zorgen dat de handel in wilde dieren en planten duurzaam is. Dit toezicht op de handel heeft geleid tot een aanzienlijke hoeveelheid informatie over het beheer en gebruik van CITES-soorten wereldwijd.

Banner Credits: Gears achtergrond: Sonny Abesamis CC BY 2.0; Alligator: USFWS; Primaat: Vanessa Woods; Pink Lady’s Slipper orchidee: Thomas Barnes/Universiteit van Kentucky; Peddelvis: Tennessee Aquarium

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.