Satin Stitch is een van mijn favoriete steken. Ik hou van de gladheid van de afgewerkte, met satijn gestikte vorm. Er is iets heel bevredigends aan.
Het vergt een beetje oefening om een glad resultaat te krijgen. Maar de moeite is het waard, dus geef niet op. Met oefening kom je er wel.
Ik omlijn satijngestikte vormen altijd eerst met een splitsteek om een gladdere rand te krijgen.
Om de satijngestikte vorm te verhogen kun je een of meer lagen steken toevoegen in het midden van je vorm. Vanwege de vulling wordt dit ook wel gewatteerde satijnsteek genoemd.
Werk elke laag in een hoek van 90 graden ten opzichte van de vorige laag, omdat dit steun geeft aan de volgende laag.
Geschikt voor
– Het vullen van kleine vormen zoals bloemblaadjes of bladeren
Stekenlengte
Satijnsteek werkt niet goed op grotere vlakken in de klassieke zin. De draden gaan uit elkaar staan als de stof uit de borduurring wordt gehaald en niet meer strak zit. Als u grotere gebieden hebt, verdeelt u het ontwerp in kleinere gebieden. Als u bijvoorbeeld een groot blad borduurt, gebruikt u de bladnerven om het blad in kleinere delen te verdelen. Als u een cordonsteek wilt gebruiken voor grotere gebieden, houd de steken dan vast met een andere steek, zoals een terugsteek.
Als richtlijn houdt u de steeklengte onder 1 cm.
Dat gezegd hebbende. Sommige hedendaagse borduurontwerpers gebruiken zeer lange steken en gebruiken deze in hun voordeel om een aantal prachtige ontwerpen te maken. Probeer het eens met verschillende steeklengtes en kijk hoe het u afgaat.
Welke borduurgaren en naalden te gebruiken
U kunt elk type borduurgaren gebruiken voor de satijnsteek. Maar hoe fijner het garen hoe gladder de satijnsteek vorm. Ik heb de neiging om satijnsteek te werken met twee strengen van gestrand katoen. U kunt er een of meer gebruiken. Hoe dunner het garen, hoe langer het duurt om de vorm af te maken. Maar minder draden resulteren in gladdere vormen en randen.
Ik gebruik crewel naald maat 8 of 9 voor de twee draden.
Stekenvolgorde
In het volgende voorbeeld gebruik ik twee lagen vulling omdat ik mijn vorm wat meer opgestoken wil hebben. Je kunt één laag gebruiken of meer, afhankelijk van hoe hoog je de vorm wilt hebben. Voor het geval je het je afvraagt, ik gebruik een afvalknoop om mijn draad vast te zetten, dus je ziet een klein knoopje aan de zijkant van het ontwerp.
Stap 1 – Om te beginnen omtrek je de vorm met een splijtsteek. Als u niet zeker weet hoe u een splitsteek moet maken, klikt u op de bovenstaande link voor een stap-voor-stap uitleg over een splitsteek.
Step 2 – Zodra u de vorm hebt omlijnd en u vulling wilt toevoegen, brengt u de naald omhoog aan de binnenrand van uw omlijning. As I am adding two layers of padding I’m starting the first layer slightly in from the edge to give enough space to stitch the second layer. After that bring the needle down at the opposite, inner edge of your outline.
Step 3 – Come up with your needle right next to your second stitch rather than looping the thread around the back to come up next to the first stitch. The stitch I am using here is called a laid stitch. I am using the laid stitch to avoid bulking at the back and to save thread.
Continue until you have finished your first half of the layer and move on to complete the second half.
I stitch in two halves to get a more even result.
Step 4 – Next start stitching the second layer. The stitches of the second layer should cover the first layer completely. As already mentioned, make sure you stitch each layer at a 90-degree angle to the previous layer.
These stitches don’t have to be perfect, as you will not see them once you stitch over the padding with your satin stitch.
Step 5 – When you have completed the padding take your needle up at the outside of the outline edge. Start in the middle of your shape. After that take the needle down opposite your first stitch.
TIP: Slightly angle the needle underneath the outside edge of the outline, as this will assist in keeping a smooth outline.
Step 6 – Then take the needle up at the opposite side, right next to the first stitch. Houd de naald een beetje schuin als u omhoog komt. Je wilt ervoor zorgen dat de steek strak naast de vorige steek komt te zitten, maar je wilt niet dat je steken elkaar overlappen.
Neem de naald naar beneden aan de andere kant, weer lichtjes schuin naar de vorige steek.
Werk de rest van deze helft van de vorm.
(Let op, ik heb mijn werk omgedraaid in de onderste afbeelding om beter te laten zien waar de naald naar beneden gaat.)
Stap 7 – Wanneer u een gebogen vorm, zoals een cirkel, naait en aan het einde van uw vorm komt, moet uw laatste steek net de omtrek van de splitsteek eronder bedekken. Kom niet in de verleiding om door te borduren, want dan wordt de vorm vervormd.
Step 8 – Once you have finished one half of your shape bring your needle up to the right of your first stitch. Work the other half of your shape in exactly the same way as the first half.
I hope you found these steps helpful.