Kauwende monddelen op een scarabee kever
Insectenmonddelen zijn er in verschillende vormen. De twee meest voorkomende vormen zijn de kauwende en de prikkende monddelen (motten en vlinders hebben een andere, unieke vorm van monddelen). Om te bepalen welk type mond een insect heeft, pak je een goede handlens (10 tot 15x) of een kleine microscoop en een felle lamp. Kijk goed naar de kop van het insect. Twee paar schaarachtige kaken met een flapachtige structuur (labium) aan de voorkant en een aan de onderkant (labium) duiden op kauwende monddelen. Als je deze structuren niet ziet, draai het insect dan om en kijk van onderaf. Als je geen kaken ziet, maar wel een kiel, of richel, die van de bovenkant naar de onderkant van de kop loopt (soms doorlopend tussen de poten), heeft het insect waarschijnlijk doorborende zuigmonddelen.
Doorborende zuigmonddelen op een plantenetende wants
Waarom is dit belangrijk? Voor entomologen is het belangrijk om het type monddelen te kennen, omdat het ontwerp van de mond een aanwijzing geeft over de afstamming of taxonomie van het insect. We gebruiken de monddelen bijvoorbeeld als aanwijzing om te weten tot welke insectengroep (orde) een insect behoort. Belangrijke insectengroepen met kauwende monddelen zijn de kakkerlakken en sprinkhanen, de meeste wespen, kevers, termieten en rupsen. Insecten met prikkende monddelen zijn sommige vliegen (denk aan muggen), vlooien, echte wantsen en hun verwanten.
Een andere keer dat het nuttig is iets over de monddelen van insecten te weten, is bij het diagnosticeren van schade aan planten. Als een insect zich voedt met een plant, zullen verschillende monddelen verschillende schadeverschijnselen veroorzaken. Als je bijvoorbeeld een insect op je aangevreten tomatenplant betrapt, en het heeft prikkende zuigende monddelen, dan kun je dat insect als boosdoener uitsluiten.
Interessant is dat wetenschappers die de structuren van insectenmonddelen bestuderen, al lang geleden hebben vastgesteld dat in beide sets monddelen dezelfde onderdelen aanwezig zijn. De schaarachtige kaakdelen in de kever zijn, zij het sterk gewijzigd, aanwezig in de mond van een mug. Het eerste en tweede paar kaken van een mug, bijvoorbeeld, zijn sterk verlengd en passen zo in elkaar dat ze kanalen vormen voor speeksel om naar beneden te gaan en bloed om naar boven te gaan in de mond van de mug.