Op de bovenste rij hebben we de Italiaanse lidwoorden (de), als je er niet bekend mee bent of je moet ze even opfrissen, raad ik je aan eerst de video te bekijken die ik over deze lidwoorden heb gemaakt voordat je verder gaat. Je kunt hier klikken om hem nu te bekijken of je kunt de video later bekijken waar je hem direct op deze pagina kunt bekijken zonder naar YouTube te hoeven gaan. Ik raad je ook aan om al mijn andere Grammar Basics video’s te bekijken, ik denk dat het goed is om alles te begrijpen wat ik in die video’s heb besproken, zodat je beter in staat bent om te begrijpen hoe je de Italiaanse voorzetselvoorwerpen in verschillende contexten kunt gebruiken. Ik zal de links voor alles hieronder zetten.
In de linkerkolom staan de Italiaanse voorzetsels (respectievelijk bij, in, van, voor, op). Als je de voorzetsels en de bepaalde lidwoorden samenvoegt, vorm je een voorzetselartikel! En dat is wat we in cursief hebben (schuin lettertype). Prepositional Articles are used to say things like “on the” or “from the,” for example.
Before we move on to seeing how all of this works, please note that in this blog post I’ll be using the verb “essere” in all of my examples, whereas in the video I used “stare.”
So here’s how you work the chart, read it like this to form the Italian Prepositional Articles:
a + il = al
a + la = alla
a + i = ai
a + le = alle
a + lo = allo
a + gli = agli
a + l’ = all’
Now I’m going to get into explaining everything:
Here are the Prepositions and their meanings:
a = at/in/to
in = in/at
di = of
da = from
su = on
All of the Definite Articles (il, la, i, le, lo, gli, l’) mean “the.”
Laten we nu elk van deze voorzetsels uitsplitsen en enkele voorbeelden bekijken:
Eerst is er “a” dat “bij, naar, & in”>
- “a” betekent “bij” als je dingen zegt als: “Ik ben thuis” = “Sono a casa.” Het is een perfecte, letterlijke vertaling.
- “a” betekent “in” als je het hebt over “in” een stad of plaats zijn. Bijvoorbeeld: “Ik ben in Rome” = “Sono a Roma.”
- “a” betekent “naar” als je het hebt over “naar” een plaats, stad of gemeente gaan. Bijvoorbeeld: “Ik ga naar mijn werk” = “Vado al lavoro.” Of: “Ik ga naar Rome” = “Vado a Roma.”
Ik wil graag even de tijd nemen om “vado al lavoro” wat verder uit te leggen. De reden waarom ik “al” zei in plaats van “a” is dat de zin als volgt zou worden opgesplitst: “vado a il lavoro.” Omdat we “a + il” in de zin hebben, moeten we ze combineren om een voorzetselvoorwerp te vormen. Zoals de grafiek hierboven laat zien, “a + il = al.”
Nu gaan we verder met “in”, dat “in” betekent en soms “naar”
- “In” betekent “in” als je het hebt over een persoon of een voorwerp dat ergens “in” zit. Bijvoorbeeld: “Het is in de doos” = “È nella scatola.”
- Als we deze zin zouden ontleden, zouden we hebben: “È in la scatola.” We hebben “in” gevolgd door “la,” en zoals de grafiek hierboven ons laat zien, “in + la = nella.”
- “In” betekent ook “in” als je het hebt over “in” een land, staat of regio. Bijvoorbeeld: “Ik ben in Italië” = “Sono in Italia.” Een mooie, letterlijke vertaling.
- “In” betekent “naar” als je het hebt over “naar” een land, staat of regio gaan. Bijvoorbeeld: “Ik ga naar Italië” = “Vado in Italia.”
Volgende hebben we “di” dat “van” betekent en soms “van”
- “di” betekent “van” als je het hebt over bezit. Bijvoorbeeld: “Dit is de video van Tom” = “Questo è il video di Tom.” Als je in het Italiaans iets zegt als “Tom’s video”, moet je het zien als “de video van Tom”.
- (Ooit afgevraagd waar achternamen als “Di Francesco” vandaan komen? Wel, vroeger verwees je naar iemand als iemand die “van” een bepaalde familie of persoon was. Daarom is een andere naam voor “achternaam” of “familienaam” “familienaam”. Als mijn achternaam “Di Francesco” zou zijn, zou dat betekenen dat ik de zoon van Francesco ben of dat ik uit de familie kom die Francesco heet. Hetzelfde geldt in andere culturen met achternamen als “O’Riley” of “McRoberts” enzovoort.)
- “di” betekent ook “van” als je het hebt over waar iets “van” is gemaakt. Bijvoorbeeld: “het bureau is van hout” = “la scrivania è fatta di legno.”
- “di” kan ook “van” betekenen als je vraagt waar iemand vandaan komt. Maar alleen als we het werkwoord “essere” erbij betrekken. Bijvoorbeeld: “Di dove sei?” = “Waar kom je vandaan?”
Volgende is “da” dat “van” betekent
- “da” betekent “van” op een vergelijkbare manier als “di”, behalve dat het werkwoord “essere” er niet bij betrokken is. Bijvoorbeeld: “Ik heb een cadeau gekregen van Tom” = “Ho ricevuto un regalo da Tom.”
- “da” wordt ook gebruikt als je het hebt over naar iemands huis gaan. Als je in het Italiaans wilt zeggen “Ik ga naar Tom” of “Ik ga naar het huis van Tom”, zeg je “Vado da Tom”. Dit is een voorbeeld van wat ik “de Italiaanse manier” noem om iets te zeggen, omdat het geen letterlijke vertaling is. Dit geldt ook als je zegt dat je naar de dokter gaat: “vado dal dottore” = “Ik ga naar de dokter.”
Ten slotte hebben we “su”, dat “op” betekent
- “su” betekent “op” als je iets wilt zeggen als, “Het boek ligt op tafel” = “il libro è sulla tavola.”
Nu, als je verder Italiaans studeert, zul je ontdekken dat er nog enkele andere toepassingen voor deze voorzetsels zijn. Om een voorbeeld te geven: “da” kan worden gebruikt als je iemand vraagt “hoe lang” hij ergens is geweest. Maar om dat uit te leggen is een hele les op zich. Mijn doel van vandaag is om jullie kennis te laten maken met deze voorzetsels, hun belangrijkste toepassingen, en hoe ze samenwerken met bepaalde lidwoorden om voorzetselvoorwerp te worden.
Ik hoop dat ik duidelijk en begrijpelijk was! Ik weet dat het in het begin erg verwarrend kan lijken en dat er tonnen regels zijn, maar met de tijd en oefening zal het makkelijker worden, geloof me! Deze regels komen zelden in me op als ik Italiaans spreek, maar dat komt omdat ik me er goed bij voel en het al jaren spreek. Zoals met alles, en vooral met taal, “oefening baart kunst.”