Jeffrey R. Wilson

Caesar's Epilepsy

Heeft Caesar gezwaaid?
Casca. Hij viel neer op het marktplein, en schuimde zijn mond uit, en was sprakeloos.
Bru. Dat lijkt er veel op, hij heeft de vallende ziekte.
Cas. Nee, Caesar heeft het niet; maar jij, en ik,
En eerlijke Casca, wij hebben de vallende ziekte.

Julius Caesar, 1.2.251-56

Mark Anthony biedt Caesar driemaal de kroon van Rome aan, en Caesar weigert die, de verlegen minnares spelend. Tot Caesars verrassing applaudisseert zijn publiek echter voor zijn afwijzing van de Romeinse heerschappij. Als antwoord biedt Caesar, als een verontwaardigd schoolmeisje dat de wereld van haar bestaan wil beroven, aan om zijn eigen keel door te snijden, maar hij ziet al snel betere middelen om zijn doel te bereiken. Hij veinst een epileptische aanval: de historische Caesar mag dan epilepsie hebben gehad, en de Caesar van Shakespeare ook, maar de Caesar van Shakespeare is ook een volleerd acteur, iemand die epilepsie op commando kan acteren. Na zijn optreden doet het publiek, overmand door medelijden, zijn enkels omhoog en spreidt zijn benen voor Caesar. Wat Shakespeare in deze episode laat zien is de opmerkelijke veranderlijkheid van de betekenis van lichamelijke aandoeningen, en zijn toneelstuk dramatiseert het ontstaan van meerdere betekenissen. Want in deze episode heeft epilepsie drie betekenissen, misschien meer, afhankelijk van wie de betekenis maakt: voor Caesar is zijn valse epileptische aanval een teken van zijn kracht, zijn politieke scherpzinnigheid, zijn vermogen om de publieke opinie over zichzelf te beïnvloeden en zijn eigen lot in handen te nemen; voor de menigte is het een teken van zijn zwakte, van zijn menselijkheid en sterfelijkheid, en dus van zijn gelijkenis met hen; voor Cassius, die de episode later aan Brutus en Casca vertelt, is de vallende Caesar een teken van een vallend Rome, op bevel van de twee lichamen van de koning – of in dit geval van de keizer. Voor ons in het publiek is Caesars greep geen teken, als in een symbool met een statische betekenis, maar een markering, als in een plaatshouder voor symbolisering; het is een moment dat de meervoudige betekenissen verzamelt die wij maken van handicaps, betekenissen die niet absoluut zijn omdat ze in de natuur zijn geschreven, maar contingent omdat ze door de cultuur zijn geënt. Met andere woorden, Caesars “vallende ziekte” getuigt niet van de leesbaarheid van een handicap in Shakespeare’s drama, zoals wel is gesuggereerd. In plaats daarvan demonstreert het de dramatisering van de veelheid van stigma’s in Shakespeare en in het leven.

Context

Julius Caesars Epilepsie in Vroeg-Engelse Literatuur
Epilepsie in Shakespeare

Bibliografie

Hobgood, Allison P. “Caesar Hath The Falling Sickness: The Legibility Of Early Modern Disability In Shakespearean Drama.” Disability Studies Quarterly 29.4 (2009): n. pag.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.