Kenmerken – Orde Carnivora Orde Carnivora

CHARACTERISTICS
Internal and External Traits shared by all animals in Order Carnivora

    • Alle tanden zijn geworteld en diphyodont
    • Een eenvoudige maag “bestaande uit een enkele verwijding van het spijsverteringskanaal”
    • vier of meer tenen
    • Molaren zijn mesvormig, geschikt voor snijden en slijpen

Gedragskenmerken
Ondanks dat de organismen tot de orde carnivora worden gerekend zijn het niet allemaal carnivoren, er zijn omnivoren en herbivoren. Ook al zitten sommige dieren op planten, de kaken van de organismen zijn mesvormig, geschikt om vlees te snijden, zo komen de carnivoren in de groep aan hun voedsel. De meeste organismen in de groep produceren één nest, maar er zijn enkele uitzonderingen, want sommige produceren meerdere nesten per jaar. Omdat er zo’n grote verscheidenheid aan organismen in deze orde is, zullen er verschillen zijn. Zo vechten sommige dieren met elkaar om hun dominantie te tonen, en kiezen andere dieren voor een mannetje als anaal mannetje. De organismen variëren ook in grootte en kleur, die bepaalt hoe dat dier jaagt, zich verbergt, en hoeveel het eet. Een panda eet bijvoorbeeld veel meer dan een rode panda.
Habitat
Carnivora’s bezetten bijna elk type landhabitat, dit komt omdat er zo’n breed scala aan organismen bestaat. Zo leven stokstaartjes in de woestijn terwijl ijsberen in Alaska leven. Carnivoren kunnen leven in bossen, woestijnen, bergen, graslanden, struikgewas, toendra’s en op open ijs.
Sneeuwluipaard (panthera uncia)
Lichamelijke kenmerken (intern & extern)
Sneeuwluipaarden hebben opvallende gelaatstrekken om hun lichaamswarmte vast te helpen houden, ze hebben ronde korte oren, extra grote poten om te voorkomen dat het luipaard in de sneeuw wegzakt, korte voorpoten en lange achterpoten om over grote afstanden te kunnen springen, een lange dikke staart om in evenwicht te blijven en om zijn lichaam ’s nachts te verwarmen, en een dichte vacht. Het sneeuwluipaard heeft ook een witachtige pels met grijze stippen om hem te helpen zich te camoufleren in zijn omgeving, waardoor hij een prooi kan besluipen of zich kan verbergen voor een roofdier. Het sneeuwluipaard heeft een brede en korte neusholte om de buitenlucht op te warmen voordat deze de longen binnenkomt, waardoor het luipaard zich sneller kan voortbewegen.
Gedragskenmerken
Sneeuwluipaarden zijn het meest actief bij zonsopgang en zonsondergang, waardoor ze ’s nachts hun prooi kunnen besluipen. Deze luipaarden kunnen niet brullen door de manier waarop hun keel gestructureerd is, wanneer ze proberen te brullen komt het er uit als een puffend geluid. Om met andere sneeuwluipaarden te communiceren laten zij markeringen achter in het landschap, zoals het graven van een gat in een deel van de sneeuw. Ze zullen eerder van een mens wegrennen dan aanvallen.

Specifieke informatie over hun leefgebied
“Sneeuwluipaarden komen voor op hoogtes tussen 9.800 en 17.000 voet”, hoog in ruige bergen. China bevat 60 procent van alle sneeuwluipaarden. Sneeuwluipaarden trekken er voortdurend op uit naar een plek waar meer voedsel te vinden is, maar door de grote hoogte hebben ze het er meestal erg koud.
MEERKAT (suricata suricatta)
Lichamelijke kenmerken (intern &extern)
Meerkatten zijn erg klein, ongeveer twee pond en 12 inch. Ze hebben een “stijve staart met zwarte punt die helpt bij het evenwicht, een grijze of bruine vacht met donkere strepen over de rug, lange klauwen aan de voorpoten om te graven en te klimmen, een spitse snuit en kleine zwarte ogen omgeven door zwarte vlekken” om de schittering van de zon te verminderen.
Gedragskenmerken
Meerkatten zijn erg sociaal met soortgenoten, ze delen voedsel, maken elkaar schoon, knuffelen en blijven bij elkaar. “De leden van de groep specialiseren zich in een van deze specifieke rollen, zoals waken, op de jongen passen, foerageren, en voedsel delen.” De stokstaartjes gedragen zich als een familie en helpen elkaar. Het alfamannetje van een groep paart meestal met het alfavrouwtje van een andere groep.
Specifieke informatie over de habitat
Meerkatten zouden het liefst leven in een rotsachtig grasland, met intense hitte en weinig regen. Daarom komen de meeste stokstaartjes voor in de Kalahari woestijn in Botswana, de Namib woestijn in Namibië, het zuidwesten van Angola en Zuid-Afrika.
Reuzenpanda (Ailuropoda melanoleuca)
Lichamelijke kenmerken (intern &extern)
Een reuzenpanda heeft een witte vacht met zwarte vlekken op de oren, ogen, snuit, poten, en schouders. Behalve de kleur van de vacht lijken reuzenpanda’s over het algemeen op een gewone beer. Reuzenpanda’s hebben platte melktanden, omdat ze geen scherpe tanden nodig hebben om vlees te snijden en te verscheuren. Panda’s zijn een van de organismen in de orde carnivora die geen vlees eten, in plaats daarvan bestaat hun menu hoofdzakelijk uit bamboe en andere planten. Panda’s hebben ook een vergroot polsbeen dat als een opponeerbare duim fungeert.
Gedragskenmerken
Omdat panda’s voornamelijk bamboe eten en bamboe een energiearm dieet is, vermijden panda’s stressvolle en inspannende activiteiten die hen zouden uitputten. In plaats daarvan houden ze van een zeer eenzame levensstijl. Panda’s brullen niet zoals andere beren, maar ze blaten zoals geiten. In tegenstelling tot stokstaartjes gebruiken panda’s markeerstiften om elkaar te ontwijken. Pandafamilies leven niet samen, het zijn zeer solitaire dieren. Ook al zijn deze beren enorm groot, ze houden ervan om in bomen te klimmen als ze een beetje plezier willen maken.
Specifieke informatie over hun leefomgeving
Het is heel belangrijk voor dieren om te eten om te overleven, daarom is bamboe van invloed op waar panda’s leven. Reuzenpanda’s leven in Zuid- of Centraal-Azië waar bamboebossen zijn.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.