Lidia’s Vermicelli met Rode Mosselsaus

Instructies

Porties: 6

Plaats de mosselen in een enkele laag op een schaal of plateau en vries ze ongeveer een 1/2 uur in. (Licht bevroren mosselen zijn gemakkelijker te openen.)

Werk boven een kom om elke druppel mosselvocht op te vangen, open de mosselen met het schepmes, snijd het vlees los van beide halve schelpen en laat het vlees en het vocht in de kom vallen. Zeef het opgevangen mosselvlees door een zeef die boven een kleine kom of maatbeker is geplaatst. Laat het bezinksel in het oestersap bezinken en giet vervolgens het schone oestersap van de bovenkant in een schone kom, waarbij u het bezinksel weggooit. Hak de mosselen grof in grove stukken.

Voordat u met de saus begint, brengt u een grote pan water aan de kook voor de pasta: 4 liter water en 1 eetlepel zout.

Voeg een 1/2 kopje olijfolie in een grote koekenpan en zet deze op middelhoog vuur. Strooi de in plakjes gesneden knoflook erin, verhit tot het begint te sissen en strooi de peperoncino erover. Kook nog een minuut, voeg de in plakjes gesneden of geplette tomaten en de gereserveerde oesterlikeur toe, roer en breng aan de kook. Laat 2 tot 3 minuten koken en roer de in stukjes gesneden mosselen erdoor. Breng opnieuw aan de kook en laat 3 à 4 minuten pruttelen – als er schuim uit de schelpen komt, schep dat dan van het oppervlak en gooi weg. Wanneer de saus een mooie dichtheid heeft bereikt, net genoeg om een lepel lichtjes te bedekken, zet het vuur dan laag en breng op smaak met zout. Roer de peterselie en nog 2 eetlepels olijfolie erdoor.

Wanneer u het oestersap toevoegt, laat u de vermicelli in het kokende water vallen. Kook kort, 2 tot 4 minuten, en haal de pasta uit de pan met behulp van een spider of een tang – de pasta zal nog vrij beetgaar zijn. Laat de pasta even uitlekken en giet hem over de kokende saus. Roer de vermicelli nog een paar minuten door de saus tot de pasta door en door gaar is en met de saus is opgemaakt. Serve immediately.

Recipe from Lidia’s Favorite Recipes, published by Alfred A. Knopf.
Photo by Marcus Nilsson.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.