Maria Mitchell (1818 – 1889)
Maria Salmon Mitchell werd geboren in Massachusetts en was een van de negen broers en zussen. Haar familie was Quakers en geloofde in onderwijs en het bieden van dezelfde gelijkheid aan mannen en vrouwen. Maria’s vader bouwde zijn eigen school, waar Maria naar school ging en ook onderwijsassistent werd. Buiten schooltijd leerde hij haar ook een telescoop te gebruiken en op twaalf en een halfjarige leeftijd hielp ze hem de exacte tijd van een ringvormige eclips te berekenen. Toen ze 17 was opende ze een eigen school, maar die werd een jaar later gesloten toen ze een baan aannam als bibliothecaresse van de Athenuem Bibliotheek van Nantucket, wat haar een goed salaris bood en ook tijd om te studeren en boeken te lezen. Tegelijkertijd werd haar vader aangenomen als kassier van de Pacific Bank, wat gepaard ging met huisvesting. Hij bouwde een observatorium op zijn dak en installeerde een vier inch telescoop waarmee hij waarnemingen deed voor de US Coast Guard. Maria hielp haar vader met die metingen en het was tijdens een observatiesessie dat zij een komeet ontdekte. Ze volgde de bewegingen van de komeet gedurende een paar dagen en haar vader schreef naar professor William Bond van de Harvard Universiteit over de ontdekking van zijn dochter. Bond bracht de koning van Denemarken op de hoogte van de ontdekking, want de koning had beloofd een gouden medaille uit te loven voor elke ontdekker van een telescopische komeet. Vóór Maria was de enige vrouw die een komeet had ontdekt Caroline Herschel en haar astronomische roem steeg enorm na de ontdekking van de “komeet van Miss Mitchell” in 1847 (tegenwoordig bekend als C/1847 T1).
Maria bleef werken als bibliothecaresse en werd later de eerste professionele vrouwelijke astronoom in de Verenigde Staten, waarvan de American Academy of Arts and Sciences haar in 1848 het eerste vrouwelijke lid maakte. De Association for the Advancement of Science fif deed hetzelfde in 1850 en in 1849 kreeg zij een baan aangeboden door het US Nautical Almanac Office om posities van de plaent Venus te berekenen. Haar werk stelde haar in staat door Europa te reizen en bij haar terugkeer kreeg zij een nieuwe telescoop cadeau, gekocht met geld dat door vrouwen was ingezameld voor de eerste vrouwelijke astronoom van de Verenigde Staten. Ze gebruikte deze om zonnevlekken en andere astronomische gebeurtenissen te bestuderen en ontdekte dat zonnevlekken wervelende verticale holtes zijn en niet, zoals eerder gedacht, wolken.
In 1865 werd ze professor in de astronomie aan het Vassar College, de eerste persoon (man of vrouw) die aan de faculteit werd benoemd. Ze werd ook benoemd tot directeur van het Vassar College Observatory, waar ze de 12 inch telescoop mocht gebruiken, de op twee na grootste in de VS in die tijd. Nadat zij daar enige tijd had lesgegeven, ontdekte zij dat haar salaris, ondanks haar reputatie en ervaring, lager was dan dat van veel jongere mannelijke professoren en dus drong zij aan op een salarisverhoging, en kreeg die ook. Zij zette haar onderzoek voort door de oppervlakken van Jupiter en Saturnus te bestuderen en door sterren te fotograferen. In 1869 was zij de eerste vrouw die gekozen werd in de American Philosophical Society en in 1873 hielp zij bij de oprichting van de American Association for the Advancement of Women, waarvan zij van 1874 tot 1876 voorzitster was. In 1873 woonde zij de eerste bijeenkomst van het Women’s Congress bij.
In 1888 ging zij wegens een slechte gezondheid met pensioen en na haar dood in 1889 werd het Maria Mitchell Observatory in haar geboorteplaats Nantucket naar haar vernoemd. In 1902 werd ook de Maria Mitchell Stichting opgericht. Ze werd ook opgenomen in de U.S. National Women’s Hall of Fame en was de naamgeefster van een bevrijdingsschip uit de Tweede Wereldoorlog, de SS Maria Mitchell. Ook is de maankrater Mitchell naar haar vernoemd.