“Massacultuur” verwijst gewoonlijk naar die cultuur die voortkomt uit de gecentraliseerde productieprocessen van de massamedia. Er zij echter op gewezen dat de status van de term voortdurend in twijfel wordt getrokken – zoals bij Swingewood’s (1977) identificatie van de term als een mythe. Wanneer het gekoppeld wordt aan het begrip massamaatschappij, dan wordt het een specifieke variant van een meer algemeen thema, namelijk de relatie tussen sociale betekenissen en de toewijzing van levenskansen en sociale middelen. Beschouwd als een opslagplaats van sociale betekenis, behoort massacultuur tot een groep van termen die ook hoge (of elite) cultuur, avant-garde cultuur, volkscultuur, populaire cultuur, en (later) postmoderne cultuur omvat. De interpretatie en de grenzen van elk van deze categorieën zijn stelselmatig onderwerp van discussie en geschil. Dit komt vooral tot uiting in pogingen tot ostensieve definiëring (d.w.z. het aanhalen van voorbeelden van elke term en de redenering die wordt gebruikt om hun indeling in de categorie in kwestie te rechtvaardigen). In combinatie vormen deze begrippen een systeem van verschillen, zodat een verandering in de betekenis van een van de begrippen verklaarbaar is door, en door, de veranderende verhouding tot de andere begrippen. Diezelfde termen fungeren vaak als evaluatieve categorieën die – stilzwijgend of expliciet – oordelen bevatten over de kwaliteit van datgene wat zij beogen te beschrijven.