De ramp met de Eastland, het kapseizen van het passagiersschip SS Eastland op de Chicago River in Chicago op 24 juli 1915. Deze gebeurtenis, waarbij ten minste 844 mensen om het leven kwamen, geldt als een van de ergste scheepsrampen in de Amerikaanse geschiedenis. Het is ook een van de dodelijkste rampen in de stad: bij de ramp met de Eastland gingen honderden meer mensen om het leven dan bij de brand in Chicago in 1871.
Vroeg in de ochtend van 24 juli verzamelden duizenden mensen zich in de regen voor de vijfde jaarlijkse picknick voor de werknemers van de Western Electric Company. De bijeenkomst zou beginnen met een boottocht van Chicago over het Michiganmeer naar Michigan City, Indiana. Rond 6.30 uur begonnen de passagiers aan boord te gaan van de Eastland – een van de vijf boten die voor de excursie waren gecharterd – aan een dok in het centrum van Chicago. Het schip, dat in 1902 was gebouwd, stond bekend als de “Speed Queen of the Great Lakes.” Het schip was in het verleden instabiel geweest en was al verschillende keren bijna gekapseisd.
Om 6:41 uur begon het schip over stuurboord te hellen, en de bemanning liet water in de ballasttanks van het schip lopen om de onbalans te herstellen. Hoewel rechtgezet, begon de Eastland al snel weer slagzij te maken, dit keer naar bakboord. Om 7:10 uur werd het inschepen beëindigd omdat het schip zijn limiet van 2.500 passagiers had bereikt. Rond 7.25 uur was de Eastland verschillende keren rechtgezet, maar toen begon het schip aan zijn fatale slagzij. Binnen ongeveer twee minuten maakte het schip een slagzij van minstens 25 graden naar bakboord en liep het water het schip binnen. Terwijl het zich van het dok verwijderde, om ongeveer 7.30 uur, rolde de Eastland op zijn kant. Omstanders en boten in de buurt haastten zich om de passagiers te helpen, en de politie en brandweer arriveerden spoedig daarna. Ondanks deze inspanningen werden honderden mensen verpletterd of verdronken op slechts enkele meters van de kust.
Na de ramp werden verschillende onderzoeken gestart. De bemanning werd uiteindelijk onschuldig bevonden en een federale rechtbank oordeelde dat de eigenaar van de Eastland niet aansprakelijk was, aangezien het schip was geïnspecteerd en zeewaardig was bevonden. De oorzaak van het kapseizen van de Eastland bleef echter een bron van speculatie. Het is mogelijk dat het ballastsysteem van het schip ontoereikend was, en het smalle ontwerp kan hebben bijgedragen tot de ondergang van het schip. Additional lifeboats and rafts that the ship was carrying—the result of a new law passed after the Titanic catastrophe three years earlier—may have made the craft top-heavy.
De Eastland, die in zo’n 6 meter water lag, werd op 14 augustus 1915 vlotgetrokken. Twee jaar later werd het verkocht aan de Amerikaanse marine. Het werd omgebouwd tot kanonneerboot, en in 1918 kwam het in dienst als de USS Wilmette. De Eerste Wereldoorlog eindigde echter voordat het enige strijd zag. De Wilmette werd daarna gebruikt als trainingsschip tot 1945, toen het werd geschrapt uit het register van de marine. Het jaar daarop werd het voor de sloop verkocht. De documentaire Eastland: Chicago’s Deadliest Day werd uitgebracht in 2019.