Beccaria’s samenvattende uitspraak over misdaden en straffen luidt als volgt: “Opdat een straf geen gewelddaad zou zijn van één persoon of van velen tegen een particulier, is het van wezenlijk belang dat zij openbaar, prompt, noodzakelijk, het minimum dat onder de gegeven omstandigheden mogelijk is, evenredig aan de misdaden, en bij wet vastgesteld is. Volgens Beccaria is het doel van straffen de dader ervan te weerhouden het misdrijf opnieuw te plegen en anderen ervan te weerhouden het misdrijf ooit te plegen. De zwaarte van de straf moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op de schade die het misdrijf heeft veroorzaakt en niet op de intentie van de dader, en de straf moet niet zwaarder zijn dan nodig is om afschrikking te bewerkstelligen. Beccaria is tegen de doodstraf behalve onder zeer beperkte omstandigheden, en hij stelt dat marteling nooit mag worden gebruikt tegen een beschuldigde van wie de schuld niet officieel is vastgesteld. Andere besproken straffen zijn gevangenisstraf en verbanning. Bijzondere soorten overtredingen worden beschouwd in termen van hun zwaarte en bestraffing. Toelichtingen bij het hoofdstuk.