Parasieten en bacteriën zijn mee geëvolueerd met de mensheid, en zij interageren voortdurend op talloze manieren. Zo zijn sommige bacteriële infecties het gevolg van parasiet-dragende bacteriën, zoals in het geval van Salmonella infectie bij schistosomiasis. Andere bacteriën werken samen met parasieten in de evolutie van ziekten bij de mens, zoals in het geval van de wisselwerking tussen Wolbachia endosymbiont bacteriën en filariaire nematoden, of de interactie tussen Gram-negatieve bacteriën en Schistosoma haematobium in de pathogenese van urineblaaskanker. Bovendien kunnen secundaire bacteriële infecties verschillende parasitaire ziekten, zoals viscerale leishmaniasis en malaria, compliceren als gevolg van de immunosuppressie van de gastheer tijdens parasitaire infecties. Ook kunnen bacteriën de parasitaire laesies koloniseren; bijvoorbeeld hydatide cysten en huidlaesies van ectoparasieten. Opmerkelijk is dat sommige parasitaire helminten en geleedpotigen een antibacteriële activiteit vertonen, gewoonlijk door het vrijkomen van specifieke antimicrobiële producten. Tenslotte worden sommige interacties tussen parasieten en bacteriën geïnduceerd, zoals bij het gebruik van probiotische bacteriën om het resultaat van een verscheidenheid aan parasitaire infecties te moduleren. Kortom, bij interacties tussen parasieten en bacteriën spelen zich ingewikkelde processen af die de onderzoekers blijven intrigeren. Het begrijpen en benutten van deze interacties zou echter een profylactisch en curatief potentieel kunnen hebben voor infecties door beide soorten pathogenen.