ConstructieEdit
De architect Jean-Rodolphe Perronet kreeg in 1787 de opdracht voor deze nieuwe brug. Hij was gepland sinds 1755, toen met de bouw van “place Louis XV” (nu “place de la Concorde”) werd begonnen, ter vervanging van de veerpont die op dat punt de rivier overstak. De bouw werd voortgezet te midden van het tumult van de Franse Revolutie, waarbij voor het metselwerk gebruik werd gemaakt van de afmetingen van de stenen die waren weggehaald bij de verwoeste Bastille (die op 14 juli 1789 met geweld was ingenomen). Het werd voltooid in 1791.
19e eeuwEdit
In 1810 plaatste Napoleon langs de zijkanten van de brug de standbeelden van acht Franse generaals die tijdens de veldtochten van het Eerste Franse Keizerrijk in de strijd waren gesneuveld. Bij de restauratie door de Bourbons werden deze vervangen door twaalf monumentale marmeren beelden, waaronder vier van de “grands ministres” (Suger, Sully, Richelieu, Colbert), vier koninklijke generaals (Du Guesclin, Bayard, Condé, Turenne) en vier zeelieden (Duguay-Trouin, Duquesne, Suffren, Tourville). Deze verzameling standbeelden bleek echter te zwaar voor de brug, en Louis-Philippe I liet ze verwijderen en overbrengen naar Versailles.
20e-21e eeuwEdit
Het verkeer over de brug raakte erg verstopt en de brug moest tussen 1930 en 1932 aan beide zijden worden verbreed, waardoor de breedte van de oorspronkelijke brug werd verdubbeld. De ingenieurs Deval en Malet hebben er echter voor gezorgd dat de neoklassieke architectuur van het origineel behouden bleef. In 1983 werd de brug een laatste keer gerenoveerd. Vandaag draagt deze brug het grootste deel van het wegverkeer van Parijs (behalve dat van de Boulevard Périphérique).