In de jaren veertig kwam er weer een ommekeer in het Amerikaanse beleid – en de houding – ten opzichte van Mexicaanse immigratie. Terwijl de oorlogsindustrie de Amerikaanse arbeiders opslokte, werden de boeren wanhopig op zoek naar goedkope arbeidskrachten en drongen er bij de regering op aan actie te ondernemen. In 1942 stelden de V.S. en Mexico gezamenlijk het bracero, of arbeiders, programma op, dat Mexicanen aanmoedigde naar de V.S. te komen als contractarbeiders. Braceros kregen over het algemeen zeer lage lonen, en werkten vaak onder omstandigheden die de meeste Amerikaanse burgers niet wilden accepteren. Braceros werden zo slecht behandeld in Texas, bijvoorbeeld, dat de Mexicaanse regering een tijd lang weigerde arbeiders naar die staat te sturen. Het programma was zeer populair bij Amerikaanse boeren, en werd verlengd tot na het einde van de Tweede Wereldoorlog, tot het eindigde in 1964. Meer dan 5 miljoen Mexicanen kwamen als braceros naar de V.S. en honderdduizenden bleven.
Ironisch genoeg, net toen het ene regeringsprogramma Mexicaanse immigranten naar de V.S. trok, duwde een ander hen er juist weer uit. Na de oorlog begonnen de VS met een nieuwe deportatiecampagne, op een veel grotere schaal dan tijdens de Depressie. De uitzettingen duurden tot ver in de jaren vijftig, en stuurden meer dan 4 miljoen immigranten, evenals veel Mexicaanse Amerikanen, naar Mexico.
Take the Public Stage
Na de aanval op Pearl Harbor in 1941 meldden Mexicaanse Amerikanen zich in groten getale aan voor het leger. In een interview op straat van 9 december 1941 legde een Texaanse man uit: “Ik ben zelf ook in Mexico geboren, maar ik heb mijn kinderen opgevoed en ik moet voor mijn land vechten met mijn kinderen….”. Mexicaanse Amerikanen werden tijdens de oorlog onderscheiden met meer dan 30 Congressional Medals of Honor, en veteranen van de Tweede Wereldoorlog gingen na hun terugkeer uit dienst politieke organisaties vormen.
Veel Mexicaans-Amerikaanse burgerorganisaties werden prominent in de naoorlogse jaren, waaronder de League of United Latin American Citizens (LULAC) en het Mexican American Legal Defense and Educational Fund (MALDEF).
De bekendste Mexicaans-Amerikaanse beweging van na de oorlog was misschien wel de United Farm Workers (UFW) in de jaren zestig en zeventig. De UFW organiseerde landarbeiders in het hele land en oefende druk uit op werkgevers door boycots van niet-georganiseerde producten. Deze campagnes kregen veel publiciteit, en de leider van de UFW, César Chávez, werd een bekende vertegenwoordiger van de Mexicaans-Amerikaanse gemeenschap in het hele land. Andere activisten streden voor meer erkenning van Mexicaanse Amerikanen en begonnen zichzelf te beschrijven als Chicanos en Chicanas.