Wiskundeprofessor Andrew Wiles heeft een prijs gewonnen voor het oplossen van de laatste stelling van Fermat. Hij is hier te zien met het probleem op een krijtbord geschreven in zijn kantoor in Princeton, N.J., in 1998. Charles Rex Arbogast/AP hide caption
toggle caption
Charles Rex Arbogast/AP
Wiskundeprofessor Andrew Wiles heeft een prijs gewonnen voor het oplossen van de Laatste Stelling van Fermat. Hij is hier te zien met het probleem op een krijtbord in zijn kantoor in Princeton, N.J., in 1998.
Charles Rex Arbogast/AP
Het wiskundeprobleem dat hij oploste, lag er al sinds 1637 – en hij las er voor het eerst over toen hij nog maar 10 jaar oud was. Deze week kreeg de Britse professor Andrew Wiles, 62 jaar oud, prestigieuze erkenning voor zijn prestatie door het winnen van de Abel Prijs van de Noorse Academie van Wetenschappen en Letteren voor het leveren van een bewijs voor de Laatste Stelling van Fermat.
De Wiles, nu professor aan de Universiteit van Oxford, was in 1994 aan de Princeton Universiteit toen hij een bewijs werkte voor de stelling die wiskundigen eeuwenlang had geplaagd. Zoals Princeton vandaag opmerkt, heeft Wiles jarenlang aan het probleem gewerkt, en uiteindelijk het uiteindelijke bewijs geleverd met een oud-student, Richard Taylor.
De Abelprijs wordt wel eens “de Nobelprijs voor de wiskunde” genoemd. Wiles won hem, aldus de Noorse academie, “voor zijn verbluffende bewijs van de Laatste Stelling van Fermat door middel van het modulariteitsvermoeden voor semistabiele elliptische krommen, waarmee hij een nieuw tijdperk in de getaltheorie opende.”
De academie heeft ook het verhaal over Wiles’ diepe banden met het beroemde wiskundeprobleem nog eens op een rijtje gezet:
“In 1963, toen hij als tienjarig jongetje opgroeide in Cambridge, Engeland, vond Wiles in zijn plaatselijke bibliotheek een exemplaar van een boek over de Laatste Stelling van Fermat. Wiles herinnert zich dat hij geïntrigeerd was door het probleem dat hij als jonge jongen kon begrijpen, en dat toch al driehonderd jaar onopgelost was gebleven. Vanaf dat moment wist ik dat ik het nooit zou loslaten,’ zei hij. Ik moest het oplossen. “
Wiles was lang niet de eerste die in de ban raakte van de Laatste Stelling van Fermat: Het probleem leende ook zijn naam aan de bestseller van Amir Aczel uit 1996, die vertelde hoe het door Fermat beschreven probleem ook wortels had in het oude Babylon.
Uit de recensie van dat boek in The New York Times uit 1996:
“In 1637, tijdens het doornemen van Diophantus, waarvan het historisch belang door de heer Aczel wordt geschetst, had Fermat blijkbaar een van die vlagen van diep inzicht die historische sprongen op het gebied van de zuivere wiskunde hebben veroorzaakt. Iedereen wist dat het mogelijk is om een kwadraatgetal op te splitsen in twee kwadratische componenten, zoals in 5 kwadraat is gelijk aan 3 kwadraat plus 4 kwadraat (of, 25 = 9 + 16). Wat Fermat zag, was dat het onmogelijk was om dat te doen met een getal dat tot een grotere macht dan 2 is verheven. Anders gezegd, de formule heeft geen oplossing voor gehele getallen als n groter is dan 2.
“Fermat schreef toen de zin die wiskundigen sindsdien heeft geprikkeld: ‘Ik heb een werkelijk wonderbaarlijk bewijs hiervan ontdekt, dat echter niet groot genoeg is om in de marge te worden opgenomen.’ De verborgen schat, waarnaar al die eeuwen is gezocht, is het bewijs dat Fermat zei te hebben ontdekt, maar waarvoor hij geen ruimte had om het op te schrijven. Toen de heer Wiles uiteindelijk bewees dat de stelling waar is, gebruikte hij technieken die Fermat niet kon hebben gekend, dus of de denker uit de 17e eeuw werkelijk een oplossing voor zijn probleem had, is niet te zeggen.”
Abelprijs gaat gepaard met een geldprijs van 6 miljoen Noorse kronen – ongeveer 715.000 dollar tegen de huidige wisselkoersen. Wiles zal de prijs op 24 mei in Oslo formeel in ontvangst nemen uit handen van kroonprins Haakon van Noorwegen.