The Flying Burrito Brothers waren een countryrockband die in 1968 werd opgericht in Los Angeles, Californië, Verenigde Staten. De originele line-up van de band bestond uit Chris Hillman (zang, gitaar), Gram Parsons (zang, gitaar), Chris Ethridge (piano, bas) en Sneaky Pete Kleinow (pedal steel guitar). Latere leden uit het beginbestaan van de band waren Eddie Hoh (drums), Jon Corneal (drums), Bernie Leadon (gitaar, zang), Michael Clarke (drums) en Rick Roberts (zang, gitaar). De groep ging oorspronkelijk uit elkaar in 1972 na Hillman’s vertrek.
Kleinow en Ethridge startten een reformatie van de band in 1975 die doorging tot 1984. De band werd opnieuw gereformeerd in 1985 en werd voor een laatste keer ontbonden in 2001.
De band die het meest bekend is als de “Flying Burrito Brothers” ‘leende’ eigenlijk hun naam van de originele “Flying Burrito Brothers”, bestaande uit bassist Ian Dunlop en drummer Mickey Gauvin, bandgenoten van Parsons uit de in Boston gevestigde International Submarine Band, plus een van een losse coalitie van muzikanten, waaronder Parsons zelf van tijd tot tijd. In een bewuste keuze om zich te concentreren op alleen het maken en spelen van muziek zonder de afleidingen van de muziekindustrie, verhuisden de originele Brothers in 1968 van Los Angeles naar New York City. Vanuit deze basis bleven ze toeren door het noordoosten met hun eclectische traditionele/rockabilly/blues/R&B-georiënteerde versie van rock, en gebruikten de naam “The Flying Burrito Brothers East” nadat Parsons’ groep beroemd was geworden.
Tussen dachten Parsons en gitarist/mandolinist/bassist/zanger Chris Hillman aan de westkust dat diezelfde naam perfect zou passen bij de band waar ze al van droomden sinds begin 1968, toen ze als leden van Roger McGuinn’s band The Byrds een van de eerste country-georiënteerde rockalbums maakten, Sweetheart of the Rodeo. Ze dompelden zich onder in hun visie in hun huis in de San Fernando Valley, “Burrito Manor” genoemd, en vervingen zelfs hun garderobe met een set op maat gemaakte country-western pakken van de kleermaker van de C&W sterren, Nudie’s Rodeo Tailors (Parsons’s had marihuanabladeren geborduurd) en begon aan een periode van intens vruchtbare creativiteit. Op dit moment bestond de band ook uit pianist/bassist Chris Ethridge en pedal steel gitarist “Sneaky” Pete Kleinow.
Hun eerste album The Gilded Palace of Sin (1969) verkocht niet erg goed, omdat het radicaal afweek van alles wat het meeste platenkopende publiek (hetzij rock of country) ooit had gezien, maar de groep had een cult aanhang waar verschillende beroemde muzikanten deel van uitmaakten, zoals Bob Dylan en The Rolling Stones. Parsons raakte al snel bevriend met Keith Richards van de Rolling Stones en verliet de groep na Burrito Deluxe uit 1970, dat ook het vertrek van Ethridge en de toevoeging van gitarist/dobro-speler/zanger Bernie Leadon en drummer Michael Clarke (van The Byrds) zag. Rick Roberts verving Parsons en bracht een titelloos album uit met de groep in 1971. Kleinow vertrok daarna om sessiemuzikant te worden en Leadon sloot zich aan bij The Eagles. Al Perkins en Roger Bush vervingen hen, en Kenny Wertz en Byron Berline kwamen er ook bij, en brachten The Last of the Red Hot Burritos (1972) uit, een live-album. De band viel uit elkaar. Hillman en Perkins sloten zich aan bij Manassas, terwijl Berline, Bush en Wertz Country Gazette vormden. Roberts stelde een nieuwe groep samen voor een Europese tournee in 1973, en begon daarna een solocarrière voordat hij Firefall vormde met Michael Clarke.
Toen Gram Parsons’ invloed en roem groeide, groeide ook de belangstelling voor de Flying Burrito Brothers, wat leidde tot de uitgave van Honky Tonks (1974), een dubbelalbum, en de herschepping van de band door Kleinow en Ethridge in 1975. Floyd “Gib” Gilbeau, Joel Scott Hill en Gene Parsons (geen relatie tot Gram) sloten zich ook aan, en de band bracht dat jaar Flying Again uit. Ethridge werd toen vervangen door Skip Battin voor Airborne (1976), gevolgd door een album met onuitgebracht vroeg materiaal, Sleepless Nights. In de volgende decennia bracht de groep albums uit en toerde en had een country hit met “White Line Fever” (1980, een cover door Merle Haggard) en werd daarna de Burrito Brothers. Onder leiding van de getalenteerde songwriter en topgitarist John Beland en Gib Guilbeau, en normaal gesproken met Sneaky Pete, scoorde deze incarnatie matig op de Country hitlijsten in het begin van de jaren 1980. Via verschillende incarnaties (waaronder Brian Cadd voor een tijd), bracht de band albums uit en toerde gedurende de jaren 1980 tot 2001 toen John Beland “officieel” een einde maakte aan FBB. Hoewel het werk van de band in de periode 1980-1999 uitzonderlijk was, had na 1984 geen van de vele releases enige hitparade impact. Sneaky creëerde een Burritos spinoff in zijn nieuwe band Burrito Deluxe, met Carlton Moody op lead vocals en Garth Hudson van The Band op keyboards. Hoewel een goede band, is er nooit echte continuïteit geweest met de echte Burritos en deze groep kan niet meer worden beschouwd dan een spin-off. Pete verliet de band echter wegens ziekte in 2005, waardoor er geen directe lijn meer is naar de originele meesters.
Gram Parsons overleed op 19 september 1973. “Sneaky Pete” Kleinow overleed op 6 januari 2007. Chris Hillman is nog steeds een zeer succesvolle singer-songwriter, die deel uitmaakte van Souther-Hillman-Furay, McGuinn-Clark-Hillman, en vervolgens de Desert Rose Band (1986-1993) oprichtte met Herb Pedersen. Hij zingt nog steeds met Pedersen onder de naam Chris and Herb, met het album “The Other Side” (2005).