Waar zijn mensen meer bereid om zich te vestigen? Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Verschillende factoren dragen bij aan het bepalen van locatiekeuzes: de bereidheid om dicht bij de werkplek of andere voorzieningen te zijn, de voorkeur om in een buurt te wonen met andere burgers die dezelfde hobby’s hebben (theaters, musea etc.) of van dezelfde leeftijd zijn, of zelfs ver weg van alles en genieten van het omringd zijn door natuur.
Deze studie stelt een nieuwe methodologie voor om deze vraag vanuit een empirisch gezichtspunt te benaderen. In de literatuur worden locatiekeuzes meestal gemodelleerd door te verwijzen naar een deterministisch idee van afstand. Mensen kiezen hun locatie met het oog op het verminderen van de reistijd om hun belangrijkste centrum van belang te bereiken. Hier introduceren we een nieuw idee van subjectieve afstand. Onze nieuwigheid berust op de beslissing om dit idee van nabijheid niet alleen te modelleren als een variabele die beperkt is tot de fysieke afstand van een geselecteerde plaats. Het belang van de fysieke afstand wordt gecorrigeerd door de aanwezigheid van andere factoren die ook een belangrijke invloed hebben op het bepalen van locatievoorkeuren. Op deze manier modelleren we een duidelijk afwegingsmechanisme en zal het eindresultaat (namelijk de beslissingskeuze) worden gedreven door een paar factoren van de factoren die we eerder hebben gedefinieerd.
Om ons nieuwe idee te testen, stellen we een empirische casestudy voor voor Massachusetts. We willen de bevolkingsspreiding in die staat vormgeven door Boston als belangrijkste aantrekkingspool te nemen en te kijken naar de determinanten van die spreiding. Ook al is de afstand tot Boston nog steeds de dominante variabele, andere factoren zoals het inkomen van andere mensen in dezelfde buurt, de etnische samenstelling en de samenstelling van het opleidingsniveau en andere maatstaven voor natuurlijke voorzieningen blijken belangrijk te zijn.
Onze schattingen leveren een belangrijk en nieuw kwantitatief resultaat op. Het blijkt duidelijk dat de fysieke afstand en de etnische samenstelling de twee drijvende krachten zijn die de spreiding bepalen. In het bijzonder blijkt uit de gevonden factoren dat mensen veel waarde hechten aan de nabijheid van Boston, maar deze prioriteit wordt gecompenseerd door de neiging om te wonen in gebieden waarvan de inwoners tot dezelfde etnische groep behoren. Met andere woorden, de raciale dimensie concurreert met de fysieke afstand: etnische voorkeuren overwinnen vaak de materiële kosten die gepaard gaan met pendelen.