Ceres’ Occator-krater in valse kleur toont samenstelling oppervlak via NASA/ JPL-Caltech/ UCLA/ MPS/ DLR/ IDA.
Op 1 januari 1801 ontdekte de Italiaanse priester, wiskundige en astronoom Giuseppe Piazzi de eerste asteroïde, die nu Ceres wordt genoemd. Hij draait in de asteroïdengordel, tussen de banen van Mars en Jupiter. Tegenwoordig wordt Ceres echter niet meer als een asteroïde geclassificeerd. In 2006 besloot de Internationale Astronomische Unie dat Ceres groot genoeg was om als dwergplaneet te worden aangemerkt. Ceres werd de allereerste dwergplaneet die door een ruimtevaartuig in een baan werd gebracht, van 2015 tot 2018, toen NASA’s Dawn-missie naar Ceres tuurde en enkele van haar mysteries ontsloot.
EarthSky 2021 maankalenders zijn nog steeds op voorraad, maar gaan snel. Bestel nu!
Het verhaal van de ontdekking van Ceres gaat terug tot de Duitse astronoom Johannes Kepler en Tycho Brahe, een Deense edelman en verstokte nachthemelwaarnemer, in de jaren 1500. Toen Kepler Tycho’s astronomische gegevens in handen kreeg, ging hij op zoek naar de verklaring achter de beweging van de planeten, in het bijzonder de retrograde beweging van Mars. Dit werk leidde Kepler tot een van zijn meest geprezen ontdekkingen, die we tegenwoordig kennen als de drie wetten van Kepler voor de beweging van de planeten.
De analyse van Kepler leidde hem echter ook tot de ontdekking van iets anders. Hij zag een ongewoon grote lege ruimte tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter. Dit gat, in combinatie met zijn besef van de regelmatigheid van de banen van de planeten, bracht Kepler ertoe te beweren dat er iets in het gat moest zitten. Hij dacht dat het misschien een onontdekte planeet was en schreef:
Tussen Jupiter en Mars, plaats ik een planeet.
Kepler was niet de enige die deze vreemde kloof opmerkte. In het begin van de 18e eeuw stelde Johann Titius, een Pruisische astronoom, een verband vast tussen de baanafstanden van de planeten ten opzichte van de zon, later gepopulariseerd door de Duitse astronoom Johann Bode, tegenwoordig de Wet van Titius-Bode genoemd. In het kort … begin met een 0, en dan 3, en verdubbel dan elk volgend getal. Als je dat doet, krijg je een reeks: 0, 3, 6, 12, 24, 48, enz. Tel er dan 4 bij op en deel door 10, en je krijgt (min of meer) de afstanden in astronomische eenheden (AE) tot de belangrijkste planeten van ons zonnestelsel: 0,4, 0,7, 1,0, 1,6, 2,8, 5,2, enzovoort. Maar let op die 2,8 AE. Dat komt overeen met de afstand van de ruimte tussen Mars en Jupiter.
Maar toch dacht niemand veel na over een mogelijke planeet tussen Mars en Jupiter tot 1781, toen William Herschel bij toeval een nieuwe planeet ontdekte – de eerste die werd gevonden sinds de mens naar de hemel begon te staren – die wij nu Uranus noemen. Zijn afstand tot de zon lag dicht bij de afstand die door Titius-Bode was voorspeld.
En zo begon de zoektocht! Aan het eind van de 18e eeuw nam een groep astronomen, die zichzelf de Hemelse Politie noemden, de taak op zich om uit te zoeken wat er in de kloof tussen Mars en Jupiter lag.
Giuseppe Piazzi die naar Ceres wijst. Afbeelding via io9.
Giuseppe Piazzi zou een van de leden zijn, maar voordat hij zijn uitnodiging kreeg, had hij Ceres al begin 1801 ontdekt. Aanvankelijk dacht hij dat de kleine vlek die hij zag slechts een zwakke ster was die niet in zijn kaart was opgenomen. De volgende dag zag Piazzi echter dat het bewogen was en dus geen ster kon zijn. Ziekte en ongunstig weer verhinderden Piazzi een paar nachten om zijn nieuwe vondst waar te nemen. Maar op 24 januari 1801 was hij er zeker van dat het object deel uitmaakte van ons eigen zonnestelsel – door de beweging van het object voor de sterren langs te volgen en zo de afstand te berekenen.
Het werd natuurlijk bejubeld als de verdwenen planeet! Piazzi noemde hem Ceres, naar de Romeinse godin van de landbouw, de vruchtbaarheid en de oogst. Maar al snel begonnen andere astronomen soortgelijke hemellichamen te vinden op ongeveer dezelfde afstand van Ceres van de zon. De Duitse arts en astronoom Heinrich Olbers ontdekte de asteroïde Pallas in 1802 en Vesta in 1807.
De Wet van Titius-Bode werd in 1846 weerlegd met de ontdekking van Neptunus, wiens afstand veel dichterbij is dan voorspeld door deze wet. Tegenwoordig kunnen astronomen nog steeds niet verklaren waarom de wet in eerste instantie leek te werken; de meesten beschouwen het als toeval.
Snel door naar 2006. De IAU wees Pluto, Ceres en Eris aan als dwergplaneten. Een jaar later lanceerde NASA het Dawn-ruimteschip, het eerste ruimteschip ooit met twee bestemmingen om te verkennen: eerst Vesta (waar het in 2011 en 2012 in een baan omheen draaide) en daarna Ceres (waar het van 2015 tot 2018 in een baan omheen draaide).
Daarom is Ceres voor de tweede keer “ontdekt”, nu een schat aan gegevens over de dwergplaneet door Dawn is binnengestroomd. We hebben geleerd dat er organische stoffen bestaan op Ceres, zoals die in de buurt van de Emutet-krater. We hebben heldere plekken ontdekt met zoutafzettingen, water in kraters in de schaduw en onder het oppervlak, en een vulkaan die verantwoordelijk zou kunnen zijn voor recente geologische activiteit. Je kunt meer lezen over de ontdekkingen van Dawn op NASA’s speciale missiepagina.
NASA’s Dawn-ruimtevaartuig verwierf dit beeld van dwergplaneet Ceres op 19 februari 2015, vanaf een afstand van bijna 29.000 mijl (46.000 km). Beeld via NASA/ JPL-Caltech/ UCLA/ MPS/ DLR/ IDA.
De heldere vlekken van Ceres uit Dawn’s dichtste baan in 2016, slechts 240 mijl (385 km) boven zijn oppervlak (lager dan het ruimtestation boven de aarde is).
Bodemlijn: Ceres, de eerste asteroïde die werd ontdekt, op 1 januari 1801, staat nu bekend als een dwergplaneet en heeft veel van zijn geheimen prijsgegeven aan NASA’s Dawn-ruimtevaartuig.
The EarthSky team has a blast bringing you daily updates on your cosmos and world. We love your photos and welcome your news tips. Earth, Space, Human World, Tonight.