Abū ‘Alī al-Ḥusayn ibn ‘Abd Allāh ibn Sīnā (980-1037), algemeen bekend als Avicenna, werd geboren in Afshaneh, bij Bukhara in Perzië (het huidige Oezbekistan). Toen hij 10 jaar oud was, was hij goed onderlegd in het bestuderen van de Koran en verschillende wetenschappen. Hij was de beroemdste en invloedrijkste van de vele islamitische geleerden, wetenschappers en filosofen van de middeleeuwse wereld. Hij was bovenal arts, maar ook astronoom, chemicus, geoloog, psycholoog, filosoof, logicus, wiskundige, natuurkundige en dichter. Hij was een vruchtbaar schrijver op al deze gebieden en bewaarde de kennis van die tijd in overzichtelijke teksten. Avicenna’s geschriften beïnvloedden de medische wetenschap in het Westen in de 17e eeuw. Dit is een verlucht blad uit een van de eerste (zo niet de eerste) volledige drukken van de Canon medicinae (De Canon der Geneeskunst), de Latijnse vertaling van Avicenna’s al-Qānūn fī al-tibb. De tekst gaat over de verzorging van de tanden, het tandvlees en de lippen. Het boek werd omstreeks 1473 in Straatsburg vervaardigd door de beroemde uitgever en drukker Adolf Rusch.