Sommige wetenschappers zouden bedreigde diersoorten willen klonen om ze voor uitsterven te behoeden. Om de technieken in de praktijk te brengen, hebben wetenschappers tot nu toe niet-bedreigde dieren gekloond, namelijk kikkervisjes, muizen en zelfs paarden. Het heeft duizenden pogingen gekost voordat deze experimenten een succes werden.
Dolly was een kloon die werd geproduceerd door reproductief klonen.
Probabel, het beroemdste gekloonde dier is een schaap genaamd ‘Dolly’. Zij werd geproduceerd door reproductief klonen, maar stierf op zesjarige leeftijd (de helft van de normale leeftijd voor een schaap) als gevolg van artritis en een longtumor.
Wetenschappers klonen cellen in het laboratorium met behulp van SCNT om ziekten te begrijpen en medicijnen te testen. Dit staat bekend als therapeutisch klonen.
Cellen klonen voor onbehandelbare ziekten
Ooit hopen wetenschappers dat gekloonde cellen zullen worden gebruikt voor de behandeling van ernstige ziekten zoals hartproblemen, diabetes en ruggengraatletsel. Wetenschappers hopen stamcellen uit een vijf dagen oud gekloond embryo te kunnen halen en daaruit specifieke cellijnen te kweken waarmee ziekten kunnen worden behandeld.
Door de eigen lichaamscellen van een persoon te klonen, hopen wetenschappers dat een gekloonde stamcellijn niet zal worden afgestoten door de patiënt die de cellen ontvangt. Het genetisch materiaal zal identiek zijn aan dat van de patiënt zelf. Gekloonde cellen kunnen op een dag worden gebruikt om een beschadigd hart of zenuwcellen te behandelen.
Testen van nieuwe medicijnen
Wetenschappers testen nieuwe medicijnen op cellen die uit de embryo’s zijn gehaald voordat ze de medicijnen op dieren en echte mensen uitproberen.