“Het “harde” leven van de piraat
Het beroep van piraat was heel eenvoudig: zijn slachtoffer aanvallen en plunderen en daarna een losbandig leven leiden, in weerwil van de autoriteiten. Het was een levensstijl die gelukzoekende mannen ertoe overhaalde dienst te nemen bij charismatische piraten die dorstten naar rijkdom (van anderen, natuurlijk). Ondanks de oudheid van het verschijnsel, dat reeds bekend was bij de Grieken en de Romeinen, vond vanaf de 17e eeuw een wereldwijde verspreiding van de piraterij plaats. In die tijd financierden Frankrijk en Engeland de rooftochten van kapers, die de rijke Spaanse koopvaardijschepen moesten plunderen. In 1717 bood koning George I van Engeland de piraten gratie aan in een poging de scheepvaartroutes veiliger te maken, maar niet iedereen accepteerde dit. In deze jaren was er een grote jacht op piraten, die in aantal toenamen vanwege de levensstijl die hun was beloofd. Veel namen uit de zogenaamde gouden eeuw van de piraterij zijn tot ons gekomen, vergezeld van min of meer fictieve verhalen. Enkele van de bekendste zijn Edward Teach (Zwartbaard), John Roberts (Black Bart), John Rackham (Calico Jack), Samuel Bellamy (Black Sam), Anne Bonny en Mary Read.
Wie draagt echter de titel van grootste piraat aller tijden? Onmogelijk om met zekerheid te zeggen. Maar er is één naam die weinig bekend is bij niet-piratenliefhebbers en die opduikt wanneer men het heeft over schatten die de verbeelding te boven gaan. Een piraat die zich niet tevreden stelde met het aanvallen van slechts één schip, maar aan boord ging van de gehele vloot van de Grootmogol. En hij slaagde glansrijk.
Zijn naam was Henry Avery. Zijn prestatie was zo omvangrijk dat zijn tijdgenoten hem de “Koning der Piraten” noemden. Een gemeenschappelijk kenmerk van de meeste piraten was een kort leven dat eindigde met een gewelddadige dood. Sommigen, waaronder Zwartbaard en Calico Jack, stierven vrij jong toen ze tevergeefs aan de autoriteiten probeerden te ontsnappen. In feite konden (of wilden) zij zich, ondanks hun rijke plunderingen, niet allemaal de luxe van “pensioen” veroorloven. Henry Avery was ook in dit opzicht anders. De klap die de Engelse piraat de Grootmogol toebracht, stelde hem in staat zich terug te trekken uit de zee-invallen en zich de rest van zijn leven te wijden aan ondeugd en luxe. Een kortstondig succes, zoals zijn laatste levensjaren zouden bewijzen.
HENRY AVERY’S IMPRESSES
Geboren in Engeland in 1659, zijn er weinig betrouwbare bronnen over zijn leven. Net als andere piraten uit die tijd, diende Avery (soms ook Every of Evory genoemd) aan de andere kant, de marine. Hij was een paar jaar cadet bij de Royal Navy voor hij zich op piraterij toelegde. Hij organiseerde een muiterij in Spanje, waar het schip waarop hij diende wegens een financieel misverstand voor lange tijd was opgeborgen. Nadat hij het schip van de kapitein had afgepakt, doopte Avery het om tot de Fancy (in plaats van de oorspronkelijke Charles II) en vertrok met zijn mannen om de ongelukkige schepen die zijn pad kruisten te enteren.
Na Engelse en Deense schepen langs de Afrikaanse kust te hebben aangevallen, bereikte de Fancy het afgelegen eiland May, waar het aanlegde. Avery gijzelde de gouverneur van het eiland, verzekerde zich van talrijke voorraden, en vertrok naar het verre Guinea, terug langs de Afrikaanse routes. Tijdens de lange reizen viel hij andere schepen aan en nam een aantal slaven mee om zijn bemanning uit te breiden. Tegen 1695 had de Fancy een aanzienlijke offensieve macht opgebouwd, gericht op nog rijkere, en dus riskantere, plunderingen.
Avery leidde de enterploeg eerst naar de Fath Mahmamadi, een schip dat tienduizenden ponden opbracht; daarna ging zij op zoek naar de beroemde Ganj-i-Sawai. Deze was zwaar bewapend en geëscorteerd, en vervoerde de fabelachtige rijkdommen van de Grootmogol. Niet alleen enorme hoeveelheden zijde, zilver en goud, maar ook nieuwe slaven, wapens en onfortuinlijke vrouwen. Getuigenissen uit die tijd maken melding van de wreedheden die Avery en zijn mannen begingen tegen de verslagen bemanning. Een vrouw, mogelijk de dochter van de Grootmogol, werd door de piratenkapitein gevangen genomen en tot zijn bruid gemaakt. De bemanning ging op weg naar Madagaskar, waar ze zich overgaven aan de wildste uitspattingen.
De Grote Mogol oefende druk uit op de Britse regering om Avery gevangen te nemen. Er brak een klopjacht uit over de zeeën, waardoor de gewaagde piraat gedwongen werd de Atlantische Oceaan over te steken. Toen hij de Bahamas bereikte, probeerde hij de autoriteiten om te kopen met een deel van zijn fortuin om een koninklijk pardon te kopen. De Engelse koning weigerde, en Avery verspilde zijn rijkdom door te proberen een normaal leven aan land te leiden. Hij vestigde zich in Engeland en stierf een eenzame dood, waarschijnlijk als gevolg van complicaties door het barre Engelse klimaat.
Het gebrek aan zekere informatie over zijn dood heeft aanleiding gegeven tot verschillende theorieën. Het alternatief voor een droevige en eenzame dood zou voor sommigen een luxueus bestaan in de anonimiteit zijn, misschien in het legendarische Libertalia (een fictieve piratenkolonie gesticht door Avery). Hoe dan ook, Avery werd niet gevangen genomen of geëxecuteerd. Ook dit droeg bij aan zijn verheffing tot ‘koning der piraten’.
Mario Rafaniello