Privacy & Cookies
This site uses cookies. By continuing, you agree to their use. Learn more, including how to control cookies.
Media framing can simply be described as the angle or perspective from which a news story is told. While news is often thought to be objective and value free this is rarely if ever the case. In fact most news stories are value laden in both their production and content. News is not an exact representation of reality but rather a reconstruction from various angles of a small section of reality. Dit wil niet zeggen dat journalisten noodzakelijkerwijs liegen of bewust de waarheid verdraaien, maar wel dat journalisten, door bepaalde verhalen te verslaan en bepaalde bronnen te gebruiken vanuit een bepaalde nieuwshoek, de werkelijkheid construeren door middel van een selectief proces. Bovendien worden ze beperkt door de werkpraktijken, de beperkte middelen en hun relatie tot aandeelhouders en/of managers.
Terwijl agendasetting of gatekeeping beslist wat een krant of omroep al dan niet aan bod laat komen, is het frame de overkoepelende invalshoek van hoe de verschillende verhalen worden behandeld eens ze aan bod zijn gekomen. Framing is, net als agendering, een inherent ideologische handeling (al dan niet bewust). Het frame van een verhaal (of groep verhalen) zal invloed hebben op hoe dat verhaal wordt onderzocht en gerapporteerd, wie de journalist kiest om mee te praten, welke vragen hij of zij stelt en hoe informatie wordt geïnterpreteerd en gerapporteerd.
Verschillende zaken kunnen invloed hebben op hoe frames worden gemaakt; niet in het minst overkoepelende ideologieën in samenlevingen of wat vaak wordt beschouwd als ‘gezond verstand’. Ook zaken als ras, klasse en sekse van journalisten, redacteuren, eigenaren en publiek kunnen van invloed zijn op de beeldvorming. Ten slotte is de productie van nieuws of de manier waarop nieuws wordt geconstrueerd van belang. Nieuwsmakers zijn vaak afhankelijk van institutionele bronnen zoals politie, rechtbanken en politici om verhalen te leveren, die zowel de agenda kunnen beïnvloeden als de manier waarop een verhaal wordt gedefinieerd.
Het publiek doet ertoe. Fox News Latino vs Fox News (Media Matters – 8 aug 2014) https://twitter.com/mmfa/status/497856477802278912
Een voorbeeld van framing is de drugskwestie; er zijn talloze manieren waarop deze kwestie kan worden geframed.
1: Het law and order frame – hier is het belangrijkste punt dat drugsverslaafden of junkies criminelen zijn die onze gemeenschappen en kinderen in gevaar brengen. Drugspushers moeten worden gestopt en kleine criminaliteit of zelfs misdaadgolven worden veroorzaakt door junkies die hun verslaving voeden. Bovendien is het onooglijk, immoreel en slecht voor het toerisme dat drugsverslaafden zich op straat vertonen. Plaatselijke politici of de minister van Justitie kunnen worden ondervraagd over de vraag waarom er niets wordt gedaan; slachtoffers van misdrijven kunnen worden ondervraagd of bedrijven die in gebieden liggen waar veel verslaafden komen, kunnen worden ondervraagd. Ook de politie kan worden ondervraagd over wat zij doet om de criminele activiteiten in te dammen.
2: Drugsmisbruik als gezondheidskwestie: Hier staat de gezondheid van de drugsgebruiker en de gezondheidsproblemen in de maatschappij centraal. Hier kan een minister van Volksgezondheid worden geïnterviewd om de financiering van behandelingscentra te bespreken, verschillende gezondheidswerkers of deskundigen kunnen worden geïnterviewd over onderwerpen als behandeling of controverses over soorten behandeling.
3: Drugsmisbruik als sociaal probleem: Hier kan drugsmisbruik worden gezien als een sociaal probleem dat verband houdt met klasse, ras en disfunctionele samenleving. Hier kan de vraag worden gesteld welke gebieden het zwaarst worden getroffen door drugsgebruik en daarmee samenhangende misdrijven, naast kwesties als werkloosheid en sociale achterstand.
4: Recreatieve drugs moeten legaal zijn: In dit minder gangbare frame worden recreatieve drugs gezien als een normaal onderdeel van de samenleving en worden problemen als verslaving en sociale problemen gebagatelliseerd of vergeleken met reeds legale drugs als alcohol of sigaretten. De kosten van ‘de oorlog tegen drugs’ en de criminalisering van dealers zijn hier vaak aan de orde en het beleid van ‘schadebeperking’ kan worden benadrukt.
Hoe deconstrueer je frames?
Deconstructie van frames is belangrijk omdat het kan helpen ideologische en machtsstructuren in de samenleving ter discussie te stellen. Frames deconstrueren is een inherent kwalitatief proces dat moeilijk uit te voeren kan zijn, maar met structuur en met andere elementen zoals sourcing en inhoudsanalyse kan het op een systematische en nuttige manier gebeuren. Enkele vragen om te overwegen zijn:
- Welke aannames staan er in de artikelen? Frames hebben vaak een overkoepelende veronderstelling of veronderstellingen: Bijvoorbeeld in de huidige economische crisis is er vaak een overkoepelende veronderstelling van wat wordt genoemd ‘Neo Liberale Economie’ een aspect van dit frame gaat ervan uit dat bezuinigingen noodzakelijk zijn in tijden van recessie. Dit staat haaks op andere economische theorieën, zoals het keynesianisme, dat voorstander is van anticyclisch overheidsingrijpen. In het neo-liberale kader is de vraag niet of er al dan niet moet worden bezuinigd (dat er moet worden bezuinigd is een gegeven), maar veeleer waar de bezuinigingen zullen vallen, wat “billijk” is enz. Organisaties als vakbonden kunnen vaak verstrikt raken in het frame van de ‘eerlijkheid’ van bezuinigingen, terwijl ze het bredere plaatje missen.
- Wie zijn de bronnen? Wie zijn de belangrijkste bron of ‘primaire bepalers’ die de toon en agenda van het rapport bepalen? Bijvoorbeeld in de meeste gevallen van geweld bij protestmarsen of politieke acties treedt de politie op als hoofdverantwoordelijke en wordt aangenomen dat zij werd aangevallen, ook als dat duidelijk niet het geval was. In de meeste berichtgeving over de huizencrisis zijn de bronnen sterk bevooroordeeld ten gunste van de vastgoedsector (zie hieronder voor de bronnenanalyse over de Ierse bankgarantie van 2008).
- Wat voor taal wordt er gebruikt? Bijvoeglijke naamwoorden als ‘links’ of ‘hard links’ die worden gebruikt om Jeremy Cobryn te beschrijven, zijn een goed voorbeeld. Hetzelfde geldt voor zelfstandige naamwoorden als “terrorist” om één kant van een gewapend conflict te beschrijven. In een recente RTE-reportage over Israël/Palestina werd bijvoorbeeld gezegd dat Israëli’s “op brute wijze werden vermoord”, terwijl Palestijnen werden “gedood”. Evenzo worden Palestijnse aanvallen op militaire doelen gewoonlijk ’terroristische aanvallen’ genoemd, terwijl Israëlische aanvallen op burgerdoelen dat niet zijn.
- Zijn er patronen of thema’s te ontdekken, bijvoorbeeld in de berichtgeving over Israël/Palestina? Er is een patroon in de taal die wordt gebruikt om de partijen te beschrijven.
- Is er een narratief dat wordt gevolgd: Bijvoorbeeld in het geval van Irish Water, toen minister Leo Varadkar de term ‘sinistere rand’ introduceerde om elementen van de beweging te beschrijven, werd dit verhaal door een groot deel van de pers overgenomen om te beschrijven wat aantoonbaar een van de meest vreedzame bewegingen in de Ierse politieke geschiedenis is geweest. Metaforen kunnen vaak worden gebruikt in verhalen.
- Hoe worden mensen of groepen voorgesteld. Een veel voorkomende methode is het ‘anders’ voorstellen van sociale groepen, vaak minderheden zoals reizigers, andere etnische minderheden, vluchtelingen of migranten, of zelfs nationale of religieuze groepen. Het anders-zijn van dergelijke sociale groepen kan vaak worden uitgedrukt als een probleem, bijvoorbeeld het “reizigersprobleem”. Elke sociale groep kan tot zondebok worden gemaakt om in een politieke situatie te passen, zoals alleenstaande moeders in de jaren negentig of werknemers in de publieke sector aan het begin van de economische crisis.
- Beelding van mannen en vrouwen is belangrijk, bijvoorbeeld de kleding van vrouwelijke politici wordt in reportages vaker besproken dan die van mannelijke.
- Beelding van klassen is hier ook van belang, bijvoorbeeld in de huidige reclame voor EBS wordt de arbeidersklasse voorgesteld als lui en dom, terwijl de huisvrouw uit de middenklasse wordt voorgesteld als lastig gevallen door ‘de hulp’. Mensen uit de arbeidersklasse worden in Ierse reclame vaak afgeschilderd als zowel crimineel als dom, wat waarschijnlijk de aard van het beroep in de middenklasse weerspiegelt.
- Frames kunnen ook semiotisch van aard zijn, dat wil zeggen gebaseerd op symbolen in woorden of beelden.
Framing en klasse
Semiotiek en ras: The Children of 9/11 vs the Children of Bin Laden (bron ontmaskering van de media)
Voorbeeld nr. 1: Hoe huisvesting wordt ingekaderd
In het geval van de huidige huisvestingscrisis blijft het overkoepelende frame dat eigendom in de eerste plaats een goed is dat alleen kan worden geleverd en gefinancierd door marktkrachten. Daarom is de enige manier om huisvesting te verschaffen het vrijmaken van de weg voor ontwikkelaars door het verminderen van ‘bureaucratie’ (regelgeving). Evenzo moeten particuliere ontwikkelaars worden gestimuleerd om te bouwen (door de belastingen te verlagen). Bovendien kunnen alleen particuliere ontwikkelaars woningen bouwen en kunnen alleen particuliere banken hypotheken verstrekken
Zo kunnen ook alleen particuliere verhuurders huurwoningen “leveren”. Verhuurders verhogen de huur niet, dat doet de markt, en daarom zetten verhuurders geen mensen uit hun huis, maar worden zij helaas “uit de markt geprijsd”. Ook hier moeten verhuurders via belastingverlagingen en versoepeling van de regelgeving worden gestimuleerd om mensen de “keuze” te geven om in ondermaatse woningen te wonen. Huurcontrole zal de markt verstoren en kan daarom niet worden ingevoerd; bovendien is het een aanval op de rechten van verhuurders.
De vastgoedmarkt crashte in 2007/2008 omdat mensen dure huizen en hypotheken wilden hebben die ze zich niet konden veroorloven, niemand dwong iemand om een huis te kopen. Mensen gingen feesten en werden onconcurrerend omdat de lonen te hoog waren. De banken werden geleid door rotte appels en de toezichthouder sliep. Het systeem staat niet ter discussie, want er is maar één systeem en er was altijd maar één systeem. Het systeem is de realiteit.
Dit hele frame is volledig bevooroordeeld en gebaseerd op machtsstructuren in de Ierse samenleving. De bronnen van onroerend goed en financiën worden het vaakst geciteerd, omdat zij de financiële middelen hebben om pr-personeel of -bedrijven in dienst te nemen. De connectie tussen kranten en adverteerders (vooral met de vastgoedsecties) is ook belangrijk. En de journalist heeft langdurige banden met bronnen in de industrie. Bovendien past het hele frame in het huidige orthodoxe neoliberale economische denken, dat beweert dat alleen zelfregulerende particuliere markten duurzame oplossingen kunnen bieden
Voorbeeld: Sourcinganalyse over de bankgarantie
Het bovenstaande is de sourcing van nieuwsberichten over de bankgarantie van 21 september 2008 tot 5 oktober 2008 (de week voorafgaand aan en volgend op de bankgarantie) in de Irish Times en de Irish Independent. Zoals te zien is, is de bron sterk gericht op politiek en financiën (NB: er zijn meerdere bronnen per nieuwsbericht).
Daarnaast is de partijpolitieke bron ook weer gericht op de regering en op partijen die voor de bankgarantie zijn
Voorbeeld nr.2 Hoe privatisering wordt geframed
Na bestudering van de behandeling in de media van de verkoop van Bord Gais Eireann (BGE) – de Ierse gasleverancier in staatseigendom – aan het in het VK gevestigde Centrica Holdings, was een van de belangrijkste, overkoepelende frames het idee dat privatisering voordelen voor de klanten zou opleveren. Veel artikelen waren gebaseerd op het idee dat privatisering zou leiden tot deregulering van de markt, die op zijn beurt zou leiden tot concurrentie waardoor de prijzen die de consument voor gas betaalt uiteindelijk zouden dalen. Dit kwam overeen met het algemene frame dat uit de analyse naar voren kwam, namelijk dat het publiek wordt gekarakteriseerd als consumenten in de eerste plaats – een belangrijk neoliberaal frame.
Een ander belangrijk frame binnen de media was dat privatisering een over het algemeen wenselijk beleid is. Dit frame blijft overeind, ondanks de erkenning dat bepaalde aspecten van de uitvoering ervan in dit specifieke geval ontoereikend waren; met name de slechte timing van de verkoop en de onderwaardering van sommige van de activa van de staat. Deze feiten deden niets af aan het feit dat de privatisering in de media werd voorgesteld als een progressief beleid in het algemeen. Dit strookte met het alomtegenwoordige anti-staatskader dat overheidsbemoeienis in economische kwesties ongerechtvaardigd en nutteloos is – de zogenaamde “dode hand”, waarvan de afwezigheid plaats zou maken voor deregulering en concurrentie.
Een interessant kader dat uit de analyse naar voren kwam, was de vooringenomenheid ten opzichte van de werknemers van BGE. Hoewel velen hadden meebetaald aan een Employee Share Option Programme ESOP, en als zodanig een eigen aandelenbezit hadden opgebouwd, getuigt de berichtgeving over deze regeling in de uitverkoop, waarbij pejoratieve termen als “trousering windfalls” werden gebruikt, van een negatieve journalistieke houding ten opzichte van het ESOP als schijnbaar zwak en minder verdienstelijk.
Het meest opvallende aspect van de berichtgeving in de media was misschien wel de afwezigheid ervan. Er heerste een “grote stilte” rond de berichtgeving in de media over de verkoop, zozeer zelfs dat een analist opmerkte dat de meeste klanten van het bedrijf niet op de hoogte zouden zijn geweest van de verkoop, omdat het “gewoon stilletjes was gebeurd”; daarmee onderkende hij het gebrek aan berichtgeving over een kwestie die echte publieke belangstelling verdiende, een kwestie die over het hoofd werd gezien ten gunste van frames die voornamelijk op consumenten waren gebaseerd.
Verder lezen: