HEKATE

Greek Mythology >> Greek Gods >> Underworld Gods >> Hecate (Hekate)

Greek Name

Ἑκατη Ἑκατα

Transliteration

Hekatê, Hekata

Latin Spelling

Hecate, Hecata

Translation

Worker from Afar

Hecate, Athenian red-figure bell krater C5th B.C., Metropolitan Museum of Art

HEKATE (Hecate) was the goddess of magic, witchcraft, the night, moon, ghosts and necromancy. Ze was het enige kind van de Titanen Perses en Asteria van wie ze haar macht over hemel, aarde en zee kreeg.

Hekate hielp Demeter bij haar zoektocht naar Persephone, door haar met vlammende fakkels door de nacht te leiden. Na de moeder-dochter hereniging werd zij Persephone’s minister en metgezel in Haides.

Drie metamorfose mythen beschrijven de oorsprong van haar dierlijke familieleden: de zwarte herdershond en de bunzing (een muildierachtig huisdier dat door de ouden werd gehouden om op ongedierte te jagen). De hond was de Trojaanse koningin Hekabe (Hecuba) die na de val van Troje in zee sprong en door de godin werd getransformeerd. De bunzing was ofwel de heks Gale, die werd veranderd als straf voor haar incontinentie, ofwel Galinthias, vroedvrouw van Alkmene (Alcmena), die door de woedende godin Eileithyia werd getransformeerd maar door de sympathieke Hekate werd geadopteerd.

Hekate werd op Griekse vaasschilderijen meestal afgebeeld als een vrouw met twee toortsen in haar hand. Soms was zij gekleed in een knielange meisjesrok en jachtlaarzen, net als Artemis. In beeldhouwwerken werd Hekate vaak afgebeeld in drievoudige vorm als een godin van de kruispunten.

Haar naam betekent “werker van ver” van het Griekse woord hekatos. De mannelijke vorm van de naam, Hekatos, was een gebruikelijke bijnaam van de god Apollon.

Hekate werd geïdentificeerd met een aantal andere godinnen waaronder Artemis, Selene (de Maan), Despoine, de zeegodin Krataeis (Crataeis), de godin van de Taurische Khersonese in Skythia, de Kolchische nimf Perseis, de heldin Iphigeneia, de Thracische godinnen Bendis en Kotys (Cotys), de Euboïsche nimf Maira (de Hondenster), de Eleusinische nimf Daeira en de Boiotische nimf Herkyna (Hercyna).

FAMILIE VAN HECATE

PARENTEN

OFFSPRING

ENCYCLOPEDIA

HE′CATE (Hekatê), een mysterieuze godheid, die volgens de meest gangbare overlevering een dochter was van Persaeus of Perses en Asteria, vandaar dat zij Perseis wordt genoemd. (Apollod. i. 2. § 4; Apollon. Rhod. iii. 478.) Anderen beschrijven haar als een dochter van Zeus en Demeter, en verklaren dat zij door haar vader werd uitgezonden op zoek naar Persephone (Schol. ad Tleocrit. ii. 12); weer anderen maken haar tot een dochter van Zeus, hetzij bij Pheraea, hetzij bij Hera (Tzetz. ad Lyc. 1175; Schol. ad Theocrit. ii. 36) ; en weer anderen, ten slotte, zeggen dat zij een dochter was van Leto of van Tartarus. (Procl. in Plat. Cratyl. p. 112 ; Orph. Argon. 975.) Homerus vermeldt haar niet. Volgens de meest waarachtige overleveringen schijnt zij een oude Thracische godheid te zijn geweest, en een Titaan, die vanaf de tijd der Titanen regeerde in de hemel, op de aarde en in de zee, die de stervelingen rijkdom, overwinning, wijsheid, geluk aan zeelieden en jagers, en voorspoed aan de jeugd en aan de kudden vee schonk; maar al deze zegeningen konden haar tegelijkertijd worden onthouden, als de stervelingen ze niet verdienden. Zij was de enige onder de Titanen die deze macht behield onder de heerschappij van Zeus, en zij werd geëerd door alle onsterfelijke goden.

Zij stond de goden ook bij in hun oorlog met de Gigantes, en doodde Clytius. (Hes. Theog. 411-452; Apollod. i. 6. § 2.) Deze uitgebreide macht die Hecate bezat was waarschijnlijk de reden dat zij later werd verward en vereenzelvigd met verschillende andere godheden, en uiteindelijk een mystieke godin werd, voor wie mysteriën werden gevierd in Samothrace (Lycoph. 77; Schol. ad Aristoph. Pac. 277) en in Aegina. (Paus. ii. 30. § 2; comp. Plut. de Flum. 5.) Omdat ze als het ware de koningin van de hele natuur was, vinden we haar vereenzelvigd met Demeter, Rhea (Cybele of Brimo); omdat ze een jageres en de beschermster van de jeugd was, is ze dezelfde als Artemis (Curotrophos); en als een godin van de maan wordt ze beschouwd als de mystieke Persephone. (Hom. Hymn. in Cer. 25, met de commentat.; Paus. i. 43, § 1.) Zij was verder verbonden met de verering van andere mystieke godheden, zoals de Cabeiri en Curetes (Schol. ad Theocrit. ii. 12; Strab. x. p. 472), en ook met Apollo en de Muzen. (Athen. xiv. p. 645; Strab. x. p. 468.) Het grondwerk van de bovengenoemde verwarringen en identificaties, vooral met Demeter en Persephone, is vervat in de Homerische hymne aan Demeter; want volgens deze hymne was zij, naast Helios, de enige godheid die vanuit haar grot de ontvoering van Persephone gadesloeg. Met een fakkel in de hand vergezelde zij Demeter bij het zoeken naar Persephone; en toen deze gevonden was, bleef Hecate bij haar als haar begeleidster en metgezel. Zo wordt zij een godheid van de benedenwereld; maar deze opvatting komt pas voor in de tijd van de Griekse tragici, hoewel zij algemeen gangbaar is bij de latere schrijvers. In deze hoedanigheid wordt zij beschreven als een machtige en geduchte godheid, die heerst over de zielen van de overledenen; zij is de godin van de zuiveringen en boetedoeningen, en wordt vergezeld door Stygische honden (Orph. Lith. 48; Schol. ad Theocr l. c. ; Apollon. Rhod. iii. 1211; Lycoph. 1175; Horat. Sat. i. 8. 35; Virg. Aen. vi. 257.) Door Phorcos werd zij de moeder van Scylla. (Apollon. Rhod. iv. 829; comp. Hom. Od. xii. 124.) Er is nog een ander zeer belangrijk kenmerk dat voortkwam uit de opvatting dat zij een helse godheid was, namelijk dat zij beschouwd werd als een spookwezen, dat ’s nachts vanuit de lagere wereld allerlei demonen en verschrikkelijke schimmen uitzond, die onderricht gaven in tovenarij en hekserij, die woonden op plaatsen waar twee wegen elkaar kruisten, op graven en in de buurt van het bloed van vermoorde personen. Zij zwerft zelf ook rond met de zielen van de doden, en haar nadering wordt aangekondigd door het gejank en gehuil van honden. (Apollon. Rhod. iii. 529, 861, iv. 829; Theocrit. l. c. ; Ov. Heroid. xii. 168, Met. xiv. 405; Stat. Theb. iv. 428 ; Virg. Aen. iv. 609; Orph. Lith. 45, 47; Eustath. ad Hom. p. 1197, 1887; Diod. iv. 45.) Een aantal bijnamen die de dichters haar gaven bevatten toespelingen op deze kenmerken van het volksgeloof, of op haar vorm. Ze wordt beschreven als zijnde van een verschrikkelijke verschijning, ofwel met drie lichamen ofwel met drie hoofden, het ene van een paard, het tweede van een hond, en het derde van een leeuw. (Orph. Argon. 975, &c.; Eustath. ad Hom. pp. 1467, 1714.) In kunstwerken werd zij soms voorgesteld als een enkel wezen, maar soms ook als een driekoppig monster. (Paus. ii. 28. § 8. 30. § 2.) Behalve in Samothraki en Aegina vinden we ook uitdrukkelijke vermeldingen van haar verering in Argos (Paus. ii. 30. § 2.) en in Athene, waar ze een heiligdom had onder de naam Epipurgidia, op de acropolis, niet ver van de tempel van Nice. (Paus. ii. 30. § 2.) Kleine beeldjes of symbolische voorstellingen van Hecate (hekataia) waren zeer talrijk, vooral in Athene, waar zij voor of in huizen stonden, en op plaatsen waar twee wegen elkaar kruisten; en het schijnt dat de mensen zulke Hecataea als orakels raadpleegden. (Aristoph. Vesp. 816, Lysistr. 64; Eurip. Med. 396; Porphyr. de Abstin. ii. 16; Hesych. s. v. Hekataia). Aan het eind van elke maand werden voor haar en andere afweersters van het kwaad schalen met voedsel klaargezet op de punten waar twee wegen elkaar kruisten; en dit voedsel werd door arme mensen genuttigd. (Aristoph. Plot. 596; Plut. Synmpos. vii. 6.) De offers die aan haar werden gebracht bestonden uit honden, honing en zwarte vrouwelijke lammeren. (Plut Quaest. Rom. 49; Schol. ad Theocrit. ii. 12 ; Apollon. Rhod. iii. 1032.)

Bron: Dictionary of Greek and Roman Biography and Mythology.

CLASSISCHE LITERATUUR QUOTES

PARENTAGE VAN HECATE

Herakles, Cerberus en Hecate, Apulische roodfigurige voluut krater 4e v. Chr, Staatliche Antikensammlungen

I) PERSEN & ASTERIA

Apollonius Rhodius, Argonautica 3. 1035 (trans. Rieu) (Grieks epos C3e v. Chr.) :
“Hekate, Perses’ enige dochter (mounogenes).”

Diodorus Siculus, Bibliotheek van de Geschiedenis 4. 45. 1 (trans. Oldfather) (Griekse geschiedschrijver C1e v. Chr.) :
“Ons wordt verteld dat Helios (de Zon) twee zonen had, Aeetes en Perses, Aeetes was de koning van Kolkhis (Colchis) en de andere koning van het Taurische Chersonese, en dat zij beiden buitengewoon wreed waren. En Perses had een dochter Hekate (Hecate), die haar vader overtrof in vermetelheid en wetteloosheid.”

Seneca, Medea 812 (trans. Miller) (Romeinse tragedie C1e n.Chr.) :
“Ik zie Trivia’s snel glijdende wagen . . . O Perseis .”

II) NYX

Nyx (Nacht) als de moeder van Hekate werd waarschijnlijk geïdentificeerd met Asteria (“de Sterre”).

III) ANDERE

De Scholiast over Apollonius Rhodius, Argonautica 3. 467 zegt dat volgens de Orfische Hymnen, Hekate een dochter was van Deo; dat volgens Bacchylides, een dochter van Nyx (Nacht); volgens Musaeus, een dochter van Zeus en Asteria; en dat volgens Pherecydes, zij een dochter was van Aristaios (Aristaeus).

N.B. Pherecydes identificeerde Aristaios duidelijk met de Titaan Astraios (de Sterrijke).
De meeste dichters maken van Hekate een dochter van de nacht in een of andere vorm, zij het Asteria (Sterrenhemel), Astraios (Sterrenhemel) of Nyx (Nacht).

UITSPRING VAN HECATE

Hecate en de reus Clytius, Atheense roodfigurige kylix C5e v.Chr, Antikensammlung Berlin

I) VIRGIN GODDESS.

Hekate werd beschreven als een maagdelijke godin, vergelijkbaar met Artemis. In de kunst werd ze vaak afgebeeld in een knielange jurk van een maagd.

Apollonius Rhodius, Argonautica 3. 840 (trans. Rieu) (Grieks epos 3e v. Chr.) :
“De eniggeboren maagd (Koure mounogenes) .”

Lycophron, Alexandra 1174 (trans. Mair) (Grieks dichter 3e v. Chr.) :
“De eniggeboren maagd (Koure mounogenes) .”

Lycophron, Alexandra 1174 (trans. Mair) (Grieks dichter 3e v. Chr.) :
“De meisjesdochter van Perseus, Brimo Trimorphos.”

II) SCYLLA (SKYLLA)

Hekate werd soms vereenzelvigd met Krataeis (Crataeis), de moeder van het zee-monster Skylla (Scylla). Zij werd ook Skylakagetis (Leider van de Honden) genoemd, waarmee zij in verband werd gebracht met de naam van het monster.

III) CIRCE (KIRKE) & MEDEA

Diodorus Siculus identificeerde Hekate met de Kolchische (Colchische) nimfen Perseis en Eidyia (de moeder en vrouw van koning Aeetes), en ook met de godin van het naburige Taurische Khersonese (Chersonese).

Hekate & DE OORLOG VAN DE TITEN

Hekate was een van de Titaanse goden die zich aan Zeus verbonden.

Hesiod, Theogonie 404 e.v. (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C8e of C7e v. Chr.) :
“Hekate die Zeus, de zoon van Kronos (Cronus), boven allen vereerde. Hij gaf haar prachtige geschenken, om een deel van de aarde en de onvruchtbare zee te hebben. Zij ontving ook eer in de sterrenhemel, en wordt door de goden zonder dood bovenmate geëerd … Want zovelen als er geboren zijn uit Gaia (Gaea, aarde) en Ouranos (Uranus, hemel) onder hen heeft zij het haar toekomende deel. De zoon van Kronos heeft haar geen onrecht aangedaan, noch haar iets ontnomen van al wat haar toekwam onder de vroegere Titaanse goden; maar zij heeft, zoals de verdeling was vanaf het begin, het voorrecht zowel op aarde als in de hemel en in de zee. En omdat zij enig kind is, ontvangt de godin niet minder eer, maar nog veel meer, want Zeus eert haar.”

Voor MEER informatie over de Titanenoorlog zie DE TITANEN

Hekate & DE OORLOG VAN DE GIGANTEN

Hekate komt voor op een aantal oude vaasschilderingen die met haar tweelingfakkels de strijd aanbinden met een reus.

Voor MEER informatie over de Gigantenoorlog zie DE GIGANTEN

HECATE & DE RAPE VAN PERSEPHONE

Persephone, Hermes, Hecate en Demeter, Atheense roodfigurige klok krater C5e v. Chr.C., Metropolitan Museum of Art

Homerische Hymne 2 aan Demeter 19 e.v. (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C7e – 4e v. Chr.) :
“Toen schreeuwde zij luid met haar stem en riep haar vader aan, de zoon van Kronos (Cronus) , die de hoogste en voortreffelijkste is. Maar niemand, noch van de doodloze goden noch van de sterfelijke mensen, hoorde haar stem, noch de olijfbomen die rijke vruchten droegen; alleen de tedere Hekate (Hecate), met haar heldere haardos, de dochter van Persaios (Persaeus), hoorde het meisje vanuit haar grot, en de heer Helios (de Zon) ….
Dan dwaalde koningin Deo negen dagen lang over de aarde met vlammende fakkels in haar handen, zo bedroefd dat zij nooit ambrosia en de zoete teug nectar (nektaros) proefde, noch haar lichaam met water besprenkelde. Maar toen de tiende verlichtende dageraad was aangebroken, kwam Hekate, met een fakkel in haar handen, haar tegemoet en sprak tot haar en vertelde haar het nieuws:’Koningin Demeter, brenger van de seizoenen en schenker van goede gaven, welke god van de hemel of welke sterfelijke man heeft Persephone weggelokt en uw dierbare hart met verdriet doorboord? Want ik hoorde haar stem, maar zag niet met mijn ogen wie het was. Maar ik zeg u waarlijk en kort alles wat ik weet.’
Zo zeide Hekate. En de dochter van de rijk behaarde Rheia antwoordde haar niet, maar ging snel met haar mee, met vlammende fakkels in haar handen. Zo kwamen zij bij Helios (de Zon), die wachter is van goden en mensen, en stonden voor zijn paarden; en de stralende godin deed navraag bij hem.”

Homerische Hymne 2 aan Demeter 436 e.v. :
“Toen kwam de stralend geklede Hekate naderbij, en dikwijls omhelsde zij de dochter van de heilige Demeter; en van die tijd af was de vrouwe Hekate bediende en gezellin van Persephone.”

Pausanias, Beschrijving van Griekenland 9. 39. 2 (trans. Jones) (Grieks reisverslag C2e eeuw na Chr.) :

“wordt van het bosje van Trophonios gescheiden door de rivier Herkyna (Hercyna). Men zegt dat Herkyna hier, toen zij met Kore (Core) , de dochter van Demeter, speelde, een gans (khên) vasthield die zij tegen haar wil losliet. De vogel vloog in een holle grot en verborg zich onder een steen; Kore ging naar binnen en nam de vogel terwijl hij onder de steen lag. Het water stroomde, zegt men, van de plaats waar Kore de steen opnam, en vandaar kreeg de rivier de naam Herkyna. Aan de oever van de rivier staat een tempel van Herkyna, waarin een maagd een gans in haar armen houdt. In de grot staan de bronnen van de rivier en beelden, en om hun scepters zijn slangen opgerold. Men zou kunnen veronderstellen dat de afbeeldingen van Asklepios (Asclepius) en Hygeia zijn, maar het zouden ook Trophonios en Herkyna kunnen zijn, omdat men denkt dat slangen evenzeer heilig zijn voor Trophonios als voor Asklepios.”

Voor MEER informatie over Persephone’s ontvoering zie RAPE OF PERSEPHONE

Hekate & HERMES

Hekate werd waarschijnlijk beschreven als de gemalin van de Khthonische (onderwereld) Hermes in de cultussen van het Thessalische Pherai (Pherae) en Eleusis. Beide goden waren leiders van de geesten van de doden, en werden geassocieerd met de lente-tijd terugkeer van Persephone.

Hecate & GALINTHIAS

Hecate en de reus Clytius, Atheense roodfigurige amfoor 4e eeuw v. Chr, Musée du Louvre

Antoninus Liberalis, Metamorfosen 29 (trans. Celoria) (Griekse mythograaf C2e n.Chr.) :
“In Thebe had Proitos (Proetus) een dochter Galinthias. Deze maagd was speelkameraad en metgezel van Alkmene (Alcmena), dochter van Elektryon (Electryon). Toen de geboorte van Herakles op Alkmene drukte, hielden de Moirai (Schikgodinnen) en Eileithyia (Geboortegodin), als gunst aan Hera, Alkmene in voortdurende geboortepijnen. Zij bleven zitten, elk met de armen gekruist. Galinthias, die vreesde dat de pijnen van haar bevalling Alkmene tot waanzin zouden drijven, rende naar de Moirai en Eleithyia en kondigde aan dat door de wil van Zeus een jongen uit Alkmene was geboren en dat hun voorrechten waren afgeschaft.
Bij dit alles overviel de Moirai natuurlijk ontsteltenis en zij lieten onmiddellijk hun armen los. De smarten van Alkmene hielden onmiddellijk op en Herakles (Herakles) werd geboren. De Moirai waren hierover verontwaardigd en namen de vrouwelijke delen van Galinthias weg, omdat zij, slechts een sterveling, de goden had bedrogen. Zij veranderden haar in een bedrieglijke wezel (of bunzing), lieten haar in holen wonen en gaven haar een groteske manier van paren. Hekate had medelijden met deze verandering van haar uiterlijk en benoemde haar tot een heilige dienares van zichzelf.”

Aelianus, Over dieren 12. 5 (trans. Scholfield) (Griekse natuurgeschiedenis 2de eeuw n.Chr.) :
“De inwoners van Thebe, hoewel Grieken, aanbidden een marter, zo heb ik gehoord, en beweren dat het de voedster van Herakles was, of als het niet de voedster was, toch toen Alkmene (Alcmena) weeën had en niet in staat was haar kind ter wereld te brengen, liep de marter langs haar heen en maakte de banden van haar baarmoeder los, zodat Herakles ter wereld werd gebracht en meteen begon te kruipen.”

HECATE & DE WITCH GALE

Aelianus, Over dieren 15. 11 (trans. Scholfield) (Griekse natuurgeschiedenis C2e eeuw n.Chr.) :
“Ik heb gehoord dat de landmarter (of bunzing) eens een mens is geweest. Het is mij ook ter ore gekomen dat Gale toen haar naam was; dat zij een handelaar in spreuken en een tovenares (pharmakis) was; dat zij uiterst incontinent was, en dat zij behept was met abnormale seksuele verlangens. Ook is het mij niet ontgaan dat de woede van de godin Hekate haar in dit boosaardige schepsel heeft veranderd. Moge de godin mij genadig zijn: fabels en het vertellen ervan laat ik aan anderen over.”

HECATE & KONINGIN HECUBA

Odysseus kreeg koningin Hekabe (Hecuba) als zijn gevangene na de val van Troje. Tijdens de terugreis naar Griekenland vermoordde zij een Thracische koning en werd door de plaatselijke bevolking gestenigd. De goden veranderden haar toen in een zwarte hond, en zij werd de dierenvriendin van de godin Hekate. In deze mythe werd de koningin duidelijk vereenzelvigd met Bendis, de Thrakische Hekate, die honden als offer kreeg aangeboden.

Lycophron, Alexandra 1174 e.v. (trans. Mair) (Griekse dichter 3e eeuw v. Chr.):
“De maagdelijke dochter van Perseus, Brimo Trimorphos (Drie-vormig), zal u tot haar dienaar maken, en met uw geblaf in de nacht alle stervelingen afschrikken die niet met fakkels de beelden van Zerynthia koningin van Strymon aanbidden, en de godin van Pherai met offers gunstig stemmen. En op de eilandspits van Pakhynos (Pachynus) zal uw vreselijke cenotaaf staan, opgestapeld door de handen van uw meester, ingegeven door dromen toen gij de riten van de dood hebt ondergaan voor de stromen van Heloros. Hij zal offergaven voor u op de oever werpen, ongelukkige, uit angst voor de toorn van de godin met de drie nekken, want hij zal de eerste steen voor uw steniging werpen en het duistere offer aan Haides beginnen.”

Ovidius, Metamorfosen 14. 430 & 561 e.v. (trans. Melville) (Romeins epos C1e v. Chr. tot C1e n. Chr.) :
“Troje viel en Priam ook. Zijn vrouw met de slechte naam verloor tenslotte haar menselijke gedaante; haar vreemde nieuwe geblaf verschrikte de wind op vreemde kusten waar de lange Hellespont zich in engten samentrekt … Daar liggen aan de overkant van de zeestraat van Phrygië, waar Ilium lag, de provincies van Thracië, waar Polymestor zijn welvarend paleis had. Aan hem gaf Praim in het geheim zijn jonge zoon Polydorus om op te groeien… Toen Troje’s geluk ten onder ging, nam die goddeloze koning zijn scherp zwaard en sneed de keel van zijn pupil door … Op het opgeworpen strand zag zij het lijk van Polydorus en de grote wonden die de messen van Thracië hadden gemaakt … Hecuba, woede gekoppeld aan verdriet, haar jaren vergetend … ging naar Polymestor, de auteur van die vuile moord, en zocht een audiëntie … Zij viel de koning aan en stak haar vingers in zijn ogen, zijn verraderlijke ogen, en stak zijn oogballen uit … Woedend over de rampspoed van hun koning begonnen de Thraciërs de koningin met stokken en stenen aan te vallen, maar zij snauwde grommend naar de stenen, en toen haar lippen op woorden werden gezet en zij probeerde te spreken, blafte zij. De plaats is vandaag de dag nog steeds zo, genoemd naar wat daar gebeurde. Toen ze zich haar oude kwalen herinnerde, huilde ze van verdriet door het land van Thracië. Dat lot van haar wekte medelijden op in de harten van vriend en vijand, Trojanen en Grieken, en ook alle goden – allen: Ook Juno, Jove’s vrouw en zuster, verklaarde zelf het tragische einde van Hecuba onrechtvaardig.”

Ovidius, Metamorfosen 7.362 e.v. :
“Voorbij het graf van Paris begraven in het ondiepe zand; de weiden die Maera verschrikte met monsterlijke blaffen .”

ANCIENTE GROEKSE KUNST

T16.7 Hecate Holding Torches

Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.

T16.4 Hecate Holding Torches

Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.

T16.6B Hecate Holding Torches

Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.

T16.6 Hecate & Persephone

Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.

T16.2 Hecate, Cerberus, Heracles

Apulian Red Figure Vase Painting C4th B.C.

T16.3 Hecate & the Giant Clytius

Athenian Red Figure Vase Painting C5th B.C.

T16.1 Hecate & the Giant Clytius

Athenian Red Figure Vase Painting C4th B.C.

K14.7 Hecate, Hades, Persephone

Apulian Red Figure Vase Painting C4th B.C.

T16.5 Hecate with Torches & Dog

Athenian Black Figure Vase Painting C6th B.C.

T16.8 Hecate & Iacchus

Athenian Red Figure Vase Painting C4th B.C.

SOURCES (ALL HECATE PAGES)

GREEK

ROMAN

BYZANTINE

  • Suidas, The Suda – Byzantine Greek Lexicon C10th A.D.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.