Patiënten met pijn in het bewegingsapparaat, zwakte of een beperkt bewegingsbereik vertonen vaak aandoeningen zoals het Trendelenburgteken, mank lopen, myopathisch lopen en antalgisch lopen.
Patiënten met perifere neuropathie hebben ook last van gevoelloosheid en tintelingen in hun handen en voeten. Dit kan leiden tot stoornissen in het lopen, zoals moeite met traplopen of het bewaren van het evenwicht. Loopstoornissen komen ook vaak voor bij mensen met problemen aan het zenuwstelsel, zoals het cauda equina syndroom, multiple sclerose, de ziekte van Parkinson, de ziekte van Alzheimer, myasthenia gravis, normale druk hydrocephalus en de ziekte van Charcot-Marie-Tooth. Onderzoek heeft aangetoond dat neurologische loopafwijkingen geassocieerd zijn met een verhoogd risico op vallen bij oudere volwassenen.
Orthopedische corrigerende behandelingen kunnen zich ook uiten in loopafwijkingen, zoals amputatie van de onderste extremiteit, genezen fracturen, en artroplastiek (gewrichtsvervanging). Moeilijkheden bij het lopen als gevolg van chemotherapie zijn over het algemeen tijdelijk van aard, hoewel hersteltijden van zes maanden tot een jaar gebruikelijk zijn. Moeilijkheden bij het lopen ten gevolge van artritis of gewrichtspijnen (antalgische gang) lossen soms spontaan op als de pijn weg is. Hemiplegiepatiënten hebben een circumductiegang, waarbij het aangetaste lidmaat in een boog van het lichaam af beweegt, en mensen met cerebrale parese hebben vaak een scharende gang.