Knop 1: De Hold-knop. Deze knop bevindt zich meestal in de linkerbovenhoek van multimeters en vergrendelt de aflezing/meting nadat u deze hebt uitgevoerd.
Dit is vooral handig als u een project uitvoert waarbij u een exacte meting binnen handbereik moet hebben. Het is ook een geweldige functie als u tijdens een test van de sondes uw multimeter niet volledig kunt aflezen.
Knop 2: AC Voltage. Dit multimeter-symbool wordt aangeduid als een hoofdletter “V” met een golvende lijn erboven, die een beetje lijkt op een accentteken in de Spaanse taal.
Waarschijnlijk is dit de instelling die u het vaakst gebruikt om elektronische metingen te verrichten. Het meet de spanning van uw objecten, ongeacht de instelling of het object waarin en waarmee u werkt.
Newelijks moet u metingen verwachten tussen ongeveer 100-240 Volt.
Knop 3: Verschuiving:Herz. Dit is meestal de verschoven aflezing boven de AC Voltage optie, gemarkeerd met “Hz.” Dit multimeter-symbool vertelt u de frequentie van uw schakeling of apparatuur.
Omdat de meeste apparaten met een variabele of vaste frequentie werken, moet u ervoor zorgen dat u weet met welke frequentie u werkt voordat u met uw meting begint.
Knop 4: Gelijkspanning. Deze knop is ook een eenzame hoofdletter “V”, en er staan drie streepjes (- – -) boven, met daarboven een enkel recht streepje. Het lijkt een beetje op een V met een tekening van een weg erbovenop!
Dit is de instelling die je gebruikt als je kleinere circuits, batterijen en zelfs controlelampjes meet!
Als je een meting krijgt die boven de 30 Volt ligt, is dat meestal geen goed teken.
Knop 5: Continuïteit. Deze knop ziet eruit als een aantal haakjes met gesloten uiteinden op een rij, zoals het symbool dat geluid aangeeft.
Misschien komt dat omdat deze knop zelf ook geluid voortbrengt! Als twee punten continuïteit hebben, krijg je een piepgeluidje. Het is een eenvoudige en geweldige manier om te zien of u open of kortsluiting hebt.
Knop 6: Gelijkstroom. Deze knop heeft dezelfde functies als de wisselstroomknop (daar komen we zo op), maar meet in plaats daarvan de gelijkstroom. Hij ziet eruit als een “A” met een “weg” erbovenop. Drie streepjes ( – – -) met een enkel streepje erbovenop.
Knop 7: Huidige Jack. OK, dit is technisch gezien geen multimeter-symbool. Maar het is wel belangrijk dat je weet wat het doet. Dit is een rode aansluiting met een “A” erboven. Deze mag alleen worden gebruikt om stromen te meten met een stroomtang, of met een rood meetsnoer.
Draaiknop 8: Common Jack. Dit is de zwarte aansluiting met “COM” erboven, die zich meestal in het midden tussen twee zwarte aansluitingen bevindt. Hij is geschikt voor alle metingen, maar mag alleen worden gebruikt met zwarte meetsnoeren.
Drukknop 9: Bereikknop. Deze knop bevindt zich meestal aan de bovenzijde van uw multimeter en heeft een “Lo/Hi”-symbool erboven. Hiermee kunt u door de verschillende meetbereiken “klikken”.
Hoewel de meeste multimeters tegenwoordig een auto-bereik hebben, kunt u op sommige modellen ook een specifiek bereik kiezen – zoals overschakelen van Ohms naar mega-Ohms.
Knop 10: Helderheidsindicator. Net als op een iPhone kun je met deze knop je scherm donkerder of lichter maken, zodat je het beter kunt lezen als je buiten metingen verricht.
Het is te herkennen aan – je raadt het al! – een kleine tekening van de zon.
Knop 11: AC Millivolts. Nu zijn we terug bij de serieuze multimeter symbolen. Dit is een “mV” met een kronkelende lijn boven de V. Het wordt gebruikt om kleinere circuits te testen met de AC Voltage-instelling die bijzonder laag zijn.
Schakelen naar Millivolts helpt u om een betere, nauwkeurigere meting te krijgen.
Knop 12: Verschuiving DC Millivolts. Deze knop bevindt zich meestal direct naast de knop AC Millivolts. Het is een ander “weg”-symbool – drie streepjes met een rechte lijn er overheen. Het heeft exact dezelfde functie als AC Millivolts, maar gebruikt DC Voltage.
Knop 13: Ohms. Nee, je gaat dit niet chanten als een yoga mantra. Tenminste, niet als je multimeter symbolen leest. Dit ziet eruit als een Omega-letter, en het helpt je om een zo nauwkeurig mogelijke weerstandsmeting te krijgen.
Even beter? Deze knop kan u ook helpen te bepalen of een zekering al dan niet is gesprongen. Als je meter “OL” aangeeft, dan is de zekering doorgebrand, en kun je hem verwijderen.
Opgelet, zorg ervoor dat je zekeringen uit het circuit hebt gehaald als je de ohms instelling op je multimeter gebruikt. Of je nu alleen werkt of met een team, elk jaar sterven ongeveer 143 elektriciens door elektrocutie. Voorkomen is beter dan genezen!
Knop 14: Diodetest. Hier staat een pijl die naar rechts wijst, met een plusteken ernaast. Zoals je misschien al geraden had, vertelt dit je of je te maken hebt met goede of slechte diodes.
Hoewel sommige mensen de ohm-instelling gebruiken om ze te testen, is dit nauwkeuriger.
Knop 15: Shift Capacitance. Dit is meestal de shift-optie op je Diode Test knop en ziet eruit als twee “T” letters tegenover elkaar. Hiermee meet u uw capaciteit.
Knop 16: Wisselstroom. Deze knop is een hoofdletter “A” met een kronkelende streep erboven (denk weer aan accenttekens in het Spaans)
Hoewel je meestal een klem nodig hebt om functies uit te voeren die met deze optie te maken hebben, is het een geweldige manier om te weten hoeveel lading een object gebruikt.
Knop 17: Rode Jack. Dit is de andere rode aansluiting, meestal aan de rechterkant van uw multimeter. Er staan verschillende symbolen van metingen boven. Daar is een reden voor!
Dat komt omdat uw rode aansluiting zo’n beetje alles meet, behalve stroom. Dat betekent dat je er onder andere temperatuur, duty cycle, frequentie, weerstand en spanning mee kunt aflezen.
We weten dat het soms lastig kan zijn om de symbolen van een multimeter te begrijpen, maar dankzij deze handige gids heb je je hopelijk gerealiseerd dat het proces niet zo stressvol is als je het je ooit had voorgesteld.