Het verlangen om een doorgang door de Nieuwe Wereld naar China te vinden, dreef de meeste vroege Europese ontdekkingsreizigers. In 1536 maakte Frankrijk aanspraak op wat later Nieuw-Frankrijk zou worden, het huidige zuidoostelijke deel van Canada. Tegen 1625 namen de mensen van de Jezuïetenmissies de rol van zowel ontdekkingsreizigers als missionarissen op zich toen zij probeerden Amerikaanse Indianen tot het katholicisme te bekeren. Vanuit bases in de Grote Meren zou verdere Franse expansie volgen.
Het Franse beleid ten aanzien van de Amerikaanse Indianen verschilde van dat van de Spanjaarden of Engelsen omdat de Fransen directe handelsnetwerken en partnerschappen met Amerikaanse Indianen aanmoedigden. Er werden Franse nederzettingen gesticht, maar deze groeiden in de 17e eeuw slechts langzaam als gevolg van oorlogsvoering en een restrictief Frans beleid. Dit beleid veranderde toen Graaf Frontenac in 1672 gouverneur werd. Expansionisten wilden nu een Franse aanwezigheid in de westelijke gebieden, en inheemse beschrijvingen van de grote rivier “Messi-Sipi” in het westen leidden tot een opdracht aan Louis Jolliet.
Louis Jolliet werd geboren in Quebec in 1645. Hij was goed opgeleid en had de praktische vaardigheden om in 1672 de opdracht te krijgen “de grote rivier genaamd de Michissipi, waarvan men meent dat zij uitmondt in de zee van Californië” te onderzoeken. Pater Jacques Marquette, die vijf Amerikaanse indianentalen beheerste, werd aangesteld om Jolliet te begeleiden. Marquette was in 1666 in Canada aangekomen en had in 1669 de leiding gekregen over de Jezuïeten-missie in Chequamegon Bay, waar hij verschillende Illinois-indianen had ontmoet. Marquette leerde Illinois spreken en wenste een missie onder hen te stichten. Jolliet kreeg de leiding over de expeditie, en reisde naar St. Ignace (in het huidige Michigan) om pater Marquette op te halen.
Op 17 mei 1673 vertrok de expeditie vanuit St. Ignace in twee kano’s met vijf mannen. Ze reisden langs de westelijke oever van Lake Michigan, gingen Green Bay in en vervolgens de Fox River naar een overdraagplaats naar de Wisconsin River. Op 17 juni bevonden zij zich op de Mississippi.
Op 25 juni 1673 zagen zij een gebaand spoor aan de oever van de rivier. Het spoor leidde hen naar Illinois Indianen — een Peoria dorp ongeveer 2 leagues (bijna 6 mijl) van de rivier en nog twee dorpen een halve league verder. Dit beschrijft de locatie van deze plaats — nu Iliniwek Village State Historic Site. Van alle plaatsen die door de expeditie werden bezocht, is dit één van de weinige plaatsen waarvan met vrij grote zekerheid kan worden gezegd dat Jolliet en Marquette er daadwerkelijk hebben gestaan. Deze plaats komt overeen met de overgeleverde schriftelijke beschrijving en de artefacten die hier werden gevonden zijn indicatief voor de Illinois Indianen en omvatten zeer vroege Europese handelsgoederen.
Na een paar dagen bij de Peoria op deze plaats te zijn gebleven, ging de expeditie verder de Mississippi rivier af. Nabij de huidige grens tussen Missouri en Arkansas kwam de expeditie Michigamea (een andere Illinois stam) tegen en uiteindelijk kwamen zij bij de monding van de Arkansas rivier, waar zij een paar dagen bij de Quapaw Indianen verbleven. Toen zij besloten dat de Mississippi eerder in de Golf van Mexico dan in de Stille Oceaan uitmondde, en vreesden dat zij de Spanjaarden zouden tegenkomen, keerden zij om en reisden stroomopwaarts terug. Hun terugweg week af van de route stroomafwaarts door terug te keren over de Illinois rivier en een overdraagplaats in Lake Michigan.
Aan het einde van hun reis stelden beiden een verslag op van hun reis. Jolliet maakte twee kopieën: één moest worden achtergelaten bij een missie in Sault Ste. Marie, en het andere nam hij mee naar Montreal. Toen zijn kano omsloeg in de stroomversnellingen van Lachine bij Montreal, gingen al zijn papieren verloren. Helaas brandde de missie af en het andere exemplaar van zijn verslag ging ook verloren. Alleen een transcriptie door een andere priester van het verslag van pater Marquette is bewaard gebleven.
Hoewel zij geen route naar de Stille Oceaan hadden gevonden, vonden zij wel de monding van de Missouri Rivier, waardoor verdere hoop op zo’n route ontstond. Hun inspanningen moedigden de Franse ontdekkingsreiziger Sieur de La Salle aan om negen jaar later de Mississippi af te reizen naar de Golf van Mexico en de rivier en zijn zijrivieren voor Frankrijk op te eisen (1682).