Assessment | Biopsychology | Comparative |Cognitive | Developmental | Language | Individual differences |Personality | Philosophy | Social |
Methods | Statistics |Clinical | Educational | Industrial |Professional items |World psychology |
Sociale psychologie:Altruïsme -Attributie -Attitudes -Conformiteit -Discriminatie -Groepen -Interpersoonlijke relaties -Obediëntie -Vooroordelen – Normen – Perceptie – Index -Outline
Resocialisatie is een sociologisch begrip dat betrekking heeft op het proces van mentaal en emotioneel “omscholen” van een persoon, zodat hij of zij kan functioneren in een andere omgeving dan die waaraan hij of zij gewend is. Resocialisatie in een totale instelling impliceert een volledige verandering van persoonlijkheid. Belangrijke voorbeelden zijn het proces van resocialisatie van nieuwe rekruten in het leger, zodat zij als soldaten kunnen functioneren (of, met andere woorden, als leden van een samenhangende eenheid) en het omgekeerde proces, waarbij degenen die aan dergelijke rollen gewend zijn geraakt, na hun militaire ontslag terugkeren in de samenleving.
Resocialisatie-instellingen
Het doel van totale instellingen is resocialisatie – het radicaal veranderen van de persoonlijkheid van de bewoners door doelbewuste manipulatie van hun omgeving. Resocialisatie is een tweeledig proces. Ten eerste probeert het personeel van de instelling de identiteit en onafhankelijkheid van de bewoners uit te hollen.
Strategieën om identiteiten uit te hollen zijn onder meer het dwingen van mensen om alle persoonlijke bezittingen af te staan, een uniform kapsel te laten aanmeten en gestandaardiseerde kleding te dragen. Onafhankelijkheid wordt uitgehold door bewoners te onderwerpen aan vernederende en onterende procedures. Het tweede deel van het resocialisatieproces bestaat uit de systematische poging om een andere persoonlijkheid of zelf op te bouwen. Dit wordt meestal gedaan door een systeem van beloningen en straffen. Het voorrecht om een boek te mogen lezen, televisie te mogen kijken of te mogen telefoneren kan een krachtige motivator zijn voor conformiteit. Conformiteit treedt op wanneer individuen hun gedrag veranderen om zich aan te passen aan de verwachtingen van een gezagsdrager of aan de verwachtingen van de grotere groep. In de meest straffende van alle instellingen – gevangenissen en psychiatrische inrichtingen – hangt de duur van de opsluiting vaak af van hoe goed de regels worden nageleefd. Dit maakt de druk om zich te conformeren enorm.
Geen twee mensen reageren op dezelfde manier op resocialisatieprogramma’s. Terwijl sommige bewoners “gerehabiliteerd” blijken te zijn, kunnen anderen verbitterd en vijandig worden. Ook kan een strikt gecontroleerde omgeving over een lange periode iemands vermogen om beslissingen te nemen en zelfstandig te leven vernietigen. Dit staat bekend als institutionalisering, dit negatieve resultaat van een totale instelling verhindert een individu om ooit nog effectief te functioneren in de buitenwereld. (Sproule, 154-155)
Resocialisatie komt ook voor bij individuen die in de eerste plaats nooit “gesocialiseerd” zijn, of van wie niet verlangd is dat zij zich gedurende een langere periode sociaal gedragen. Voorbeelden zijn verwilderde kinderen (nooit gesocialiseerd) of gedetineerden die in eenzame opsluiting hebben gezeten.
Socialisatie is een levenslang proces. Socialisatie van volwassenen omvat vaak het aanleren van nieuwe normen en waarden die sterk verschillen van die welke samenhangen met de cultuur waarin de persoon is opgevoed. Dit proces kan vrijwillig zijn. Op dit moment kan de toetreding tot het leger als een voorbeeld van vrijwillige resocialisatie worden beschouwd. De normen en waarden die met het militaire leven worden geassocieerd, verschillen van die welke met het burgerleven worden geassocieerd. (Riehm, 2000)
De socioloog Erving Goffman bestudeerde resocialisatie in psychiatrische inrichtingen als een correctie van de institutionalisering. Hij karakteriseerde de psychiatrische inrichting als een totale instelling, waarin vrijwel elk aspect van het leven van de gevangenen gecontroleerd wordt door de inrichting en berekend is om de doelen van de instelling te dienen. De instelling eist bijvoorbeeld dat patiënten zich aan bepaalde regels houden, zelfs als dat niet noodzakelijkerwijs in het beste belang van het individu is.