Prognostische factoren voor schildkliercarcinoom. A population-based study of 15,698 cases from the Surveillance, Epidemiology and End Results (SEER) program 1973-1991

Achtergronden: Een aantal prognostische factoren voor schildkliercarcinoom zijn geïdentificeerd, waaronder sociodemografische kenmerken, zoals leeftijd en geslacht, en tumorkenmerken, zoals histologie en stadium. Het relatieve belang van deze factoren als onafhankelijke voorspellers van overleving voor patiënten met papillair, folliculair, anaplastisch, en medullair schildkliercarcinoom is uitgebreid bestudeerd, maar blijft onzeker.

Methoden: De auteurs gebruikten gegevens verzameld door het Surveillance, Epidemiology and End Results (SEER) programma van het National Cancer Institute tussen 1973 en 1991 om prognostische factoren te onderzoeken voor elk van de belangrijkste histologische typen schildkliercarcinoom in een populatie-gebaseerde patiëntenreeks en om het effect van deze factoren als voorspellers van overleving te beoordelen.

Resultaten: Zowel tumor- als sociodemografische kenmerken waren onafhankelijk geassocieerd met overleving. Patiënten met papillair carcinoom hadden de hoogste 10-jaars relatieve overleving (0,98), gevolgd door die met folliculair carcinoom (0,92) en medullair carcinoom (0,80). Anaplastische tumoren hadden de laagste 10-jaars relatieve overleving (0,13). Stadium bij diagnose en differentiatie status waren sterke onafhankelijke prognostische factoren voor elk histologisch type. Gevorderd stadium bij diagnose was een sterkere prognostische factor voor medullair carcinoom dan voor andere histologische typen. Toenemende leeftijd was geassocieerd met lagere relatieve overleving voor elk histologisch type. Geslacht, burgerlijke staat, en etniciteit waren significante, maar zwakkere, voorspellers van overleving.

Conclusies: De overleving varieerde sterk onder patiënten met verschillende histologische typen schildkliercarcinoom. Stadium bij diagnose en tumordifferentiatie waren belangrijke prognostische factoren voor elk histologisch type. Leeftijd bij diagnose was een sterkere voorspeller van overleving voor patiënten met folliculair en medullair carcinoom dan voor patiënten met papillair carcinoom.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.